Tekst: Jos Nyst Beeld: Marcel Leuning
Onvergetelijk
Joema
Jos Nyst merkte als tropenarts in Afrika hoe diepgeworteld bijgeloof er is. Zelfs ziekenhuispersoneel houdt eraan vast. Het verhaal over Joema komt uit een boek dat Nyst over zijn tropenjaren schreef.
“
Joema was onze chauffeur in het ziekenhuis van Misikhoe, in het westen van Kenia. Hij vervoerde elke morgen enkele verpleegsters naar de poli- kliniekjes die we op een afstand van ongeveer 15 km rondom het ziekenhuis hadden opgericht. Verder werd hij erop uitgestuurd om boodschap- pen te doen. Nooit een tevredener man gezien. Op een dag moest Joema een pakket ophalen in
het 1000 km verderop gelegen Mombasa. Hij ging niet met de auto maar met de bus. Dat betekende een reis van twee dagen heen en twee dagen terug. Maar Joema was er op dag vijf niet en ook de zesde dag wachtten we vergeefs op hem. Pas aan het einde van de zesde dag kwam een doodzieke Joema het ziekenhuis binnengelopen. Wat was er gebeurd? Aanvankelijk had hij genoeglijk in de snikhete
en overvolle bus gezeten richting de Indische Oceaan. Met zijn medepassagiers had hij opge- wekt gepraat over wat hen zoal bezighield. Toen hij nog maar enkele uren van het einddoel verwij- derd was, voelde hij zich rillerig worden en zocht hij de tot dan toe onaangename warmte ineens als het ware op. Zijn bezwete huid begon droog aan te voelen en hij verloor interesse in het gesprek. Toen er vanuit zijn nek een stampende hoofdpijn kwam opzetten, wist hij uit ervaring wat er aan de hand was: hij had een malaria-aanval. Hij moest er rekening mee houden dat hij ernstig ziek zou kunnen worden. Joema beëindigde direct zijn reis en keerde spoorslags terug naar Misikhoe, ongeacht het belang van zijn te vervullen taak. Hij wilde terug naar zijn geboorteplaats, terug naar huis, waar de beenderen van zijn voorouders rustten en hun
geest nog altijd invloed had. Natuurlijk had hij willen aannemen dat malaria niet door geesten wordt veroorzaakt, maar door een steek van een geïnfecteerde mug, maar dan nog bleef hij met een prangende vraag zitten: waarom was juist hij gestoken en niet iemand anders? Met dodelijke precisie had een hersenloze mug hem uitgekozen om ziek te maken. Iemand had de mug gestúúrd.
Waarom was juist hij gestoken en niet iemand anders?
En zo belandde Joema via een omweg terug bij diepgewortelde opvattingen die waren gestoeld op de voorouderverering. De enige die antwoord kon geven op zijn vraag,
was de medicijnman. Eenmaal in diens hut, trad de inmiddels al aardig verzwakte Joema voor het huisaltaar om zich van de steun van zijn voorou- ders te verzekeren. En pas nadat hij alle handelin- gen, gericht op herstel van zijn geestelijke weer- baarheid, had verricht, was de tijd gekomen om zich te laten behandelen in het ziekenhuis. Daar toonde hij zich dankbaar dat de behande-
ling bestond uit het injecteren van een vloeistof. Joema geloofde heilig dat de werking van een pil maar tijdelijk was, omdat die al spoedig het lichaam via de natuurlijke weg zou verlaten. Ingespoten vloeistof daarentegen zou blijven circuleren, gevangen in het geheimzinnige buizenstelsel dat bloedvatsysteem heet.
”
Oproep Iedere medisch professional heeft wel een patiënt (gehad) die hij of zij nooit vergeet. Omdat de omstandigheden bijzonder waren, het behan- deltraject aangrijpend, of juist omdat zich iets grappigs voordeed in het contact. Wilt u ons uw verhaal (laten) vertellen, dan nodigen wij u uit contact op te nemen via 030 247 46 64 of
wout.de.bruijne@
artsenauto.nl
ArtsenAuto mei 2016 037
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100