search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Wout de Bruijne Beeld: Higor Bastos


‘Ik heb me er nooit onveilig gevoeld’


gebruikt tegen hulpverleners en ze worden niet beroofd. Zíj zijn tenslotte degenen die jou bij ziekte helpen, ze hebben een belangrijke rol en moeten veilig zijn. Maar toch werd ik voor de zekerheid elke dag thuis – wij wonen niet in de wijk – opgehaald en met een busje naar de huisartsenpost gebracht. En ’s avonds werd ik weer terugge- bracht. Verder gingen er ‘healthagents’ mee op huisbezoek. Dat zijn bekende en gerespecteerde wijkbewoners, die geregeld de wijk rondgaan om te zien hoe het met iedereen gaat. Zij brengen je naar de zieken die zelf niet naar het ge- zondheidscentrum kunnen komen. De sociale cohesie is erg groot in de meeste favela’s. Buren helpen elkaar, letten op elkaars kinderen en er kan altijd een extra mondje worden gevoed. Ik was onder meer verantwoordelijk


voor prenatale consulten en de maan- delijkse controle van pasgeborenen. Daarbij kreeg ik regelmatig te maken met meisjes van 14 of 15 jaar die zwan- ger waren. Abortus is in Brazilië alleen toegestaan na verkrachting. Dat meisjes al zo jong in verwachting raken, nemen zij en de familie maar ‘zoals het komt’. Ik heb vrouwen gezien die op hun


veertigste voor de negende keer zwanger waren. Op de vraag of dat gewenst was, gaan ze niet echt in. ‘God heeft het zo gewild’, heb ik vaak gehoord. En als de eigen veertienjarige dochter zwanger is, wordt haar baby opgenomen als extra kind in het gezin. Bij ons in Nederland zou een dergelij- ke gebeurtenis een fikse streep zijn door


de toekomstplannen van je kind. Maar als je in een sloppenwijk woont, heb je toch al niet de illusie dat je later, en dat geldt vooral voor meisjes, veel meer zult krijgen dan een baantje als schoon- maakster of serveerster. Toch is het leven in de meeste favela’s


er volgens kenners de laatste vijftien jaar beter op geworden. In São Paulo veranderden de uitzichtloze straatarme krottenwijken in veel gevallen in een soort wijken waar de lagere sociale klassen wonen. De inwoners hebben het


‘Voor mijn patiënten leek


een buitenlandse arts geen enkel punt’


nog steeds niet breed, maar de meesten hebben nu wel een baantje, ze zijn niet meer allemaal werkloos en kansloos. De wijkbewoners willen vooral gewoon prettig en rustig met elkaar leven en de criminaliteit loopt terug. In die gemeenschap voelde ik me


ook snel welkom. Van tevoren had ik daar wel twijfels over. Hoe zouden de patiënten reageren op een buitenlandse dokter? Ik had in Nederland gezien hoe er soms wantrouwend op mijn vriend werd gereageerd vanwege zíjn buiten-


landse accent. Maar voor mijn patiënten leek een buitenlandse arts geen enkel punt. Zij zagen mij in de eerste plaats als hulpverlener. Ik kreeg zelfs het gevoel dat ik een


streepje voor had als buitenlandse arts. Misschien vond men het wel chic. Als nieuweling werd ik in het begin massaal geconsulteerd. Mogelijk gingen er ook deuren voor mij open omdat ik de taal goed sprak. En Brazilianen zijn over het algemeen


warme, toegankelijke mensen. Ik houd van hun mentaliteit, hun taal en hun muziek. Ik speel op mijn gitaar graag wat van die karakteristieke bossa nova en samba uit de jaren zestig en zeventig. Muziek is belangrijk voor mij. Ik heb tot het laatste jaar op de middelbare school het conservatorium overwogen. Maar ge- neeskunde en wetenschappelijk onder- zoek trokken mij ook. Toen bedacht ik dat je als arts wel muziek kunt maken, maar als muzikant niet kunt dokteren. En dat ‘dokteren’ heeft mij alvast een


onvergetelijke tijd in de favela bezorgd. Inmiddels werk ik er niet meer. Sinds twee maanden ben ik arts-assistent infectieziekten in opleiding in een van de universitaire ziekenhuizen van São Paulo. Daarnaast volg ik een master epidemiologie via een programma van de universiteit van Londen. Ik kreeg in mijn eerste ziekenhuisweek al te maken met tuberculose, dengue, hiv, aids en chikungunya. Dat is het ‘voordeel’ als aios in Brazilië, alle infectieziekten komen hier voorbij. Maar het zikavirus ben ik nog niet tegengekomen.


ArtsenAuto mei 2016 031





Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100