Financiën
Stoppen met de praktijk
Namens VvAA begeleidt Richard Brugman praktijkhouders – met name huisartsen – die overwegen te stoppen met hun praktijk. De bedrijfskundig adviseur vertelt over de financiële en juridische aspecten die daarbij komen kijken.
H
et aantal huisartsen dat met hun praktijk stopt, neemt toe. Sommigen kijken ernaar uit om van hun oude dag te gaan
genieten, anderen worden er door leeftijd of persoonlijke omstandigheden toe ge- dwongen. “Stoppen is niet voor iedereen een feest”, weet bedrijfskundig adviseur Richard Brugman. “Er zijn huisartsen die bang zijn dat hun praktijk en hun patiën- ten niet zonder hen kunnen.” Dat het aantal stoppende praktijkhou- ders toeneemt, is volgens Brugman een
028 mei 2016 ArtsenAuto
logisch gevolg van de vergrijzing in Neder- land. “Deze uitstroom was al voor een paar jaar eerder voorspeld”, zegt hij. “Maar veel huisartsen hebben voor twee of drie dagen in de week een waarnemer aangetrokken. Door die ontwikkeling zijn ze langer blij- ven werken en is die uitstroom uitgesteld, maar nu komt de golf echt los.”
Toereikend pensioen Een praktijkhouder die overweegt te stoppen, moet als eerste de vraag beant- woorden of hij het zich financieel kan
veroorloven. Brugman: “Je kunt wel op je 63ste willen stoppen, maar als het pensioen niet toereikend is, wordt dat lastig. Het omgekeerde komt ook voor: sommigen blijven werken omdat ze nog niet pensioengerechtigd zijn, maar heb- ben genoeg vermogen om eerder te stop- pen. Het is belangrijk om te onderzoeken wat je je financieel kunt permitteren.” Wanneer de praktijkhouder dat in
kaart heeft en het licht op groen staat om de witte jas aan de wilgen te hangen, moet er een geschikte opvolger worden gevonden. “Een heldere profielomschrij- ving helpt om iemand te vinden die past bij de praktijk en de patiënten en die een klik heeft met het personeel”, zegt Brugman. “De opvolger neemt immers ook de medewerkers over. En voor wie in een maatschap zit, is het van belang om de visie van de opvolger af te stemmen op die van de maten. Ik raad altijd aan de
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100