search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Marjan Enzlin Beeld: De Beeldredaktie/Peter Strelitski


‘Laat mij toch gewoon dokter zijn’


moet hangen. Achtendertig dossiermap- pen heb ik thuis. Vol met brieven over mijn strijd. Allemaal gezeur over futili- teiten. Dat mijn patiënten me helemaal niet lastig vinden en heel graag bij me blijven komen, daar hoor je ze niet over. Bij mij staat de patiënt centraal en


dan bedoel ik dus écht centraal. Ik heb de oorlog zeer bewust meegemaakt en ik heb meer en meer het gevoel dat we hier in de gezondheidszorg Duitse toestanden krijgen. Neem nou zo’n epd. Daar staat straks alles over iedereen in. Omdat het zogenaamd goed is voor de kwaliteit van zorg en handig in spoed- gevallen. Ik zeg u; daar gaat het hele- maal niet om. Men wil gewoon meekij- ken. Geleidelijk aan komen we zo alle- maal in de macht van zorgverzekeraars. Zo’n epd blijft levenslang bestaan en er staat informatie in die niemand wat aangaat. Wellicht is het niet zo bedoeld, maar het risico is levensgroot dat in de toekomst bijvoorbeeld een potentiële werkgever leest dat u ooit een geslachts- ziekte heeft opgelopen, een depressie heeft doorgemaakt of dat u vaker dan gemiddeld uw huisarts heeft bezocht. Zelfs van misdadigers vervalt op een gegeven moment het strafblad. Ik doe dus niet mee aan het epd. Ik


werk met een ouderwetse kaart en schrijf daar alleen op wat nodig is. Omdat het moet, zet mijn assistente alles daarna in een computer, maar die gegevens blijven dus bij mij en ik beslis samen met mijn patiënt of het nodig is dat anderen ze inzien. Bijvoorbeeld voor een verwijzing.


De macht van de zorgverzekeraars die de autonomie van artsen verregaand aantast, zit me ontzettend dwars. Het is leuk dat we geld krijgen voor ons werk, maar ík schrijf voor wat het beste is voor de patiënt. Niet wat de verzekeraar wil dat ik voorschrijf. Vroeger hadden we het nooit over geld. Een dokter was een dokter en die behandelde zijn patiënt op de best mogelijke manier. Altijd. Op grond van zijn of haar kennis, kunde en ervaring. Niet op grond van dat wat goed was voor de portemonnee. En die kennis, kunde en ervaring is bij mij altijd op orde geweest. Ook nu nog haal ik altijd de vereiste accreditatiepunten. Al 90


Elk half jaar krijg ik de inspecteur op bezoek en natuurlijk vindt hij elk half jaar wel iets. Dan maakt hij een opmerking over mijn sterilisatieappa- raat of zo en dan zeg ik uiterst keurig, maar onderkoeld: ‘Het valt me op dat u mijn instrumenten aanraakt zonder uw handen te wassen’. En dat zet ik dan ook in zijn schriftelijke reactie op zijn rapport, maar u begrijpt dat zo’n opmer- king van mij niet meegenomen wordt in het eindrapport. Natuurlijk niet. Tweeëntwintig jaar proberen ze me al weg te krijgen met hun bemoeizucht en het enige wat ik al die tijd wilde, was dokter zijn. Steeds heb ik gezegd: ‘Laat


‘Ik schrijf voor wat het beste is voor de patie¨ nt,


niet wat de verzekeraar wil’


jaar en nog steeds up to date op mijn vakgebied. Daarop hebben ze me nooit kunnen pakken. Wel op pleisters die over de datum zijn, want u begrijpt dat de houdbaarheidsdatum van een pleister uiterst belangrijk is voor de Inspectie. Bij de Inspectie houden 550 inspec-


teurs zichzelf bezig met dergelijke on- zin, terwijl ze in gevallen waar werkelijk iets mis is, veel te lang wachten voor ze ingrijpen. Bemoeizucht noem ik het. Verregaande bemoeizucht. Bij mij in de praktijk is het een soort spel geworden.


me toch gewoon dokter zijn!’ Gelukkig heeft de rechter me altijd in het gelijk gesteld. Omdat ik gewoon een goede dokter ben. Nu ik 90 ben geworden, is het zo lang-


zaamaan tijd om te stoppen. Mijn vrouw – die verpleegkundige is – en ik zijn op zoek naar een opvolger. Maar die is niet te vinden voor de eenmanspraktijk die ik run. Die voldoet niet aan de eisen van deze tijd. Ik ben van een uitstervend soort, vrees ik. Eeuwig zonde voor de kwaliteit van zorg.


ArtsenAuto april 2014 041





Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108