Tekst: Roel Notten Beeld: De Beeldredaktie/Guido Benschop
‘Onze insteek was het belang van de patiënt’
Weel-Bethesda werden verwezen. Op het moment dat de capaciteit van het Ruwaard te klein is om alle patiënten in het eigen ziekenhuis te kunnen behan- delen, zul je wel móeten uitwijken naar ziekenhuizen in de omgeving. Dat bete- kende dat ook de cardiologen in de regio extra werden ingezet om de patiënten van het Ruwaard niet in de steek te laten. De kritiek van uroloog Rik Williams
dat wij in het Ruwaard regelmatig afwe- zig waren, kan ik niet serieus nemen. Naast onze eigen praktijk die gewoon doorliep, hadden we in het Ruwaard te kampen met de situatie van een overvol- le praktijk die we met te weinig mensen moesten runnen. Hierdoor was het ook niet mogelijk om klinische cardiologie veilig en verantwoord te doen. En ja, er zullen weleens afspraken zijn afgezegd, ook omdat deze afspraken soms gewoon werden ingepland zonder dat er cardiolo- gen beschikbaar waren. Van het structu- reel leegzuigen van de praktijk, zoals ons wordt verweten, was geen sprake. Rik Williams betitelt ons als paard van Troje, maar onze insteek was geen andere dan het belang van de patiënt. De ontkenning van de specialisten
uit het Ruwaard over hun eigen aandeel in de hele gang van zaken bezie ik met enige zorg. Williams’ uitspraken gaan volledig voorbij aan de rol die hij en zijn Ruwaard-collega’s zelf in het hele proces hebben gespeeld. Want als medische staf ben en blijf je te allen tijde verantwoor- delijk voor de kwaliteit en veiligheid van zorg, maar deze stonden in het Ruwaard al lange tijd zwaar onder druk. Om dan vervolgens de buren die te hulp schieten de zwartepiet toe te schuiven, is mij net iets te kort door de bocht.
Met de kennis van nu had ik in dit pro- ces andere keuzes gemaakt en dat heeft vooral te maken met de relatie tussen directie en specialist. De wijze waarop de directie van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis met ons omging was van een totaal andere orde dan ik met de raad van bestuur van het Maasstad Zieken- huis gewend ben. Toen de Maasstad- cardiologen binnenkwamen, legde de directie het vriendelijke verzoek neer om negatieve uitspraken te doen richting de gewraakte Ruwaard-cardiologen. De directie wilde graag wat meer munitie hebben om het buiten functie stellen van die mannen te onderbouwen. Daar heb ik voor gepast; het is niet mijn taak om vertrokken collega’s te beoordelen, maar om verantwoorde patiëntenzorg
gefaciliteerd of betaald. In het Ruwaard deed de directie voorkomen alsof wij niet bereid waren een volledige praktijk te voeren. Wij waren hier wel toe bereid, maar werden niet in staat gesteld dit te doen, omdat de directie aangaf dat er geen financiële middelen voor waren. Maar op hetzelfde moment was men achter onze rug om met een andere par- tij in gesprek. Ongehoord natuurlijk. Een paar dagen voor het faillisse-
ment van het Ruwaard werd ik gebeld door specialisten van het Ruwaard die langzaamaan de indruk kregen dat de directie niet helemaal eerlijk was over de hele gang van zaken rond de afdeling cardiologie. Binnenshuis had de direc- tie namelijk het beeld gecreëerd dat de Ruwaard-cardiologen niet meer wilden
‘Met zulke mensen in de directie zou ik een volgende keer geen zaken meer doen’
te leveren. Bovendien had ik jarenlang naar alle tevredenheid met de Ruwaard- cardiologen samengewerkt. Tot op heden heeft er ook nog geen enkele veroorde- ling plaatsgevonden. Wat mij in de hele gang van zaken
het meest heeft teleurgesteld, is de volstrekte onbetrouwbaarheid van de Ruwaard-directie. De manier waarop die opereerde, was werkelijk tenenkrom- mend en heeft zeker bijgedragen aan het uiteindelijke faillissement. De directie vroeg ons om hulp, maar we werden niet
werken, terwijl niets minder waar was. Met zulke mensen in de directie van een ziekenhuis zou ik een volgende keer geen zaken meer doen. De risico’s waren ach- teraf gezien te groot om er zomaar mijn naam en kwaliteit aan te verbinden. Het is zuur te moeten constateren dat we met al onze goede bedoelingen vervolgens helemaal in de kou zijn gezet.
Dit is deel 3 in een serie over de ondergang van het Ruwaard van Putten Ziekenhuis. Lees deel 1 en 2 op
artsenauto.nl/dossier/ruwaard
ArtsenAuto april 2014 037
”
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108