Mijlpaal
Tekst: Els van Thiel Beeld: Nout Steenkamp
Betere aansluiting bij behoeften chronisch zieke jongeren Op eigen benen
Ook chronisch zieke jongeren willen graag zelfstandig zijn. Vráág dus wat ze willen, raadt kinderverpleegkundige, arts en docent AnneLoes van Staa zorgverleners aan. In haar proefschrift Op Eigen Benen onderzoekt ze hoe jongeren zelf denken over de zorg die ze nodig hebben.
E
en 18-jarige met een chronische aandoening die er in de spreekkamer wat verloren bij zit, want zijn moeder doet het woord. Geen zeldzaamheid,
verzekert AnneLoes van Staa (54). Toch willen ook chronisch zieke jongeren – een half miljoen in Nederland – op eigen benen staan. Van Staa vraagt speciaal aandacht voor de groep van 16, 17 jaar. Ze adviseert zorgverleners om breder te kijken dan de medische aspecten. “Praat er ook over hoe je je kunt voorbereiden op een toekomst waarin je een chronische ziekte zult moeten combineren met studie en werk.” Alle lijntjes komen mooi samen in haar proef-
schrift, constateert Van Staa. Dertig jaar geleden tijdens haar stage kinderverpleegkunde maakte ze kennis met een man met cystic fibrosis (CF). Hij was 24, maar verbleef op de kleuterafdeling. Dat liet een onuitwisbare indruk na. “Hij was ou- der geworden dan iedereen had verwacht. Sinds- dien zijn de ontwikkelingen in de CF-zorg zo snel gegaan dat het probleem van de overgang naar volwassenenzorg alleen maar nijpender werd.” Het onderwerp zou haar niet meer loslaten.
‘Het vraagt van de jongere het lef om zich actiever op te stellen’
Van Staa werkte als verpleegkundige met
kinderaantekening in Nederland en Nicaragua. In 1993 studeerde ze cum laude af in de medische antropologie en in geneeskunde aan de UvA. Ze is universitair docent bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit, lector Transities in Zorg aan de Hoge- school Rotterdam en initiatiefnemer van Op Eigen Benen Vooruit!, een actieprogramma voor verbe-
028 augustus 2012 ArtsenAuto
tering van het zorgaanbod voor chronisch zieke jongeren, in de overgangsfase naar volwassenheid. “In Nederland staan zo veel chronisch zieke jongeren met een Wajonguitkering aan de kant. Doordat ze vaker verzuimen, redden ze het niet op school. Of ze zakken af naar een lager niveau terwijl ze meer in hun mars hebben. Ze vallen ook twee keer vaker uit in het hoger onderwijs.” Sluit aan bij de behoeften van de jongeren.
Zorg dat de ouders betrokken blijven, terwijl het perspectief van de jongere centraal staat in de spreekkamer, adviseert Van Staa. Artsen zouden ouders kunnen vragen op de gang te wachten, om ze aan het eind van het gesprek weer bin- nen te roepen. Vervolgens is het de jongere zelf die vertelt wat er is afgesproken. “Een simpele interventie met een groot effect. Het vraagt van de jongere het lef om zich actiever op te stellen en van ouders de moed een stapje terug te doen.”
Meer informatie en een toolkit voor zorgverleners:
www.opeigenbenen.nu.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84