search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
RUNDVEEHOUDERIJ ACTUEEL Minder eiwit uit voer eigen land door droogte


Het percentage eiwit van eigen land kan omhoog door kritisch te zijn op bijkoop en een optimale kwaliteit eigen ruwvoer te oog- sten.


D


e droogte van 2018 heeft het percentage eiwit van eigen land met meer dan 10% gedrukt. Dat blijkt uit resultaten van de deelnemers aan het netwerk ‘Eiwit van eigen land’.


De deelnemers kwamen gemiddeld uit op 52%, terwijl dat in 2017 66% was en in 2016 64%. De forse daling heeft alles te maken met de lagere ruwvoeropbrengsten in 2018. De cijfers tonen dat het belangrijk is dat de waarde van eiwit van eigen land gemiddeld mag worden over drie jaar. In dat geval zouden de deelnemers op 61% uitkomen.


De onderlinge verschillen in percentage eigen eiwit maken duidelijk dat de aan- koop van voeders grote invloed heeft. Zo is het percentage bij een van de deelnemers niet gedaald ten opzichte van 2017. De belangrijkste verklaring hiervoor ligt in de aanvoer van krachtvoer en bijproducten, zo legt Barend Meerkerk van PPP Agro Advies uit. Deze was in 2018 op genoemd bedrijf een stuk kleiner dan in het jaar ervoor. Aan-


Royale aankopen van krachtvoer en bijproducten halen het aandeel eiwit van eigen land fors onderuit. Hoogwaardig eigen ruwvoer doet het omgekeerde.


koop van voer van buitenaf gaat ten koste van de benutting van het eigen voer. Op dit bedrijf is dat goed te zien. Door minder krachtvoer en bijproducten te voeren, is het bedrijf er ondanks de droogte in geslaagd om het aandeel eiwit van eigen land op peil te houden, en dit terwijl de productie per koe zelfs toenam.


De berekening gaat over het benutte ruw- voer afkomstig van het eigen bedrijf. Als


er dan minder krachtvoer en bijproducten worden aangekocht, neemt de benutting van eigen ruwvoer toe. Het oogsten van goede kwaliteit ruwvoer is dan essentieel. De belangrijkste les lijkt dan ook dat het belangrijk blijft om scherp en kritisch te zijn op de aankoop van voer van buiten het bedrijf, als dit mogelijk is. Koop niet meer dan noodzakelijk is en leg zeker geen voor- raad bijgekocht voer aan.


‘Hoogproductieve melkveehouderij onmogelijk in veenweidegebied’ CO2


-uitstoot van veen


omzetten in vastlegging vergt een andere land- bouw, aldus WUR-profes- sor Rudy Rabbinge.


WUR-professor Rudy Rabbin- ge tijdens een parlementaire hoorzitting over klimaatmaat- regelen in de landbouw. Als je de CO2


legging, dan vergt dat een andere aanpak dan de huidige


veen wil omzetten in CO2 38


Het is onmogelijk om hoog- productieve melkveehouderij te handhaven in veenweidege- bieden als je deze wilt inzetten voor vastlegging van CO2


. Aldus


-uitstoot van het -vast-


de bodem. “Als je dat verstan- dig regelt, kun je rekenen op een vergoeding van minimaal € 350 tot € 500 per hectare.” Hij ziet het vastleggen van CO2


praktijk, aldus Rabbinge. Hij ziet in het veenweidegebied nog wel ruimte voor extensieve veehouderij, maar een deel van het gebied moet ook vernatten. Rabbinge adviseert bedrijven in en uit te plaatsen en via land- inrichting te kijken naar de mo- gelijkheden. Het verdienmodel in de gebieden die onder water moeten, ziet Rabbinge in nega- tieve waterschapslasten, omdat waterschappen geen water meer weg hoeven te pompen, in combinatie met een premie voor het vastleggen van CO2


in Biodiversiteit


degebieden is volgens Rabbinge functieverandering nodig.


Voor CO2


door vernatting niet overal als oplossing. Waar het wel kan, moet het echter ook snel. “Doen we dat niet, dan gaat de oxidatie van het veen door en dat willen we juist niet.” Rabbinge ziet grootschalige


BOERDERIJ 104 — no. 31 (30 april 2019) -vastlegging in veenwei-


Hens Runhaar, buitengewoon hoogleraar biodiversiteit in Wageningen, benadrukt dat extensieve melkveehouderij in het veenweidegebied een belangrijke drager is van het cultuurlandschap, biodiversi- teit en weidevogels. “Dan zijn er aanvullende verdienmodel- len mogelijk, bijvoorbeeld via biodiversiteit.”


De kosten van maatregelen in de veenweidegebieden vallen volgens Rabbinge mee. Hij verwacht dat het om tientallen miljoenen gaat.


aanleg van onderwaterdrainage voor veel gebieden als uitstel van executie.


FOTO: JAN WILLEM SCHOUTEN


FOTO: KOOS GROENEWOLD


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84