search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
1036 | WEEK 10-11 6 MAART 2024


‘In bijna alle lidstaten aanbieders van goedgekeurde opleidingen aanwezig’ Arjen Mintjes: ‘EU-richtlijn zorgt voor broodnodige kwaliteitsslag in binnenvaartonderwijs’


Roemeense regering maakt geen haast om de zaak af te ronden, omdat er veel landen waren die eveneens te kort schoten.


Update Vorige week vrijdag (acht maanden na het eerste interview) gaf Mintjes de EU een update over de implementatie van boven- genoemde richtlijn naar aanleiding van de bijeenkomst de dag tevoren van het CESNI QP-comité in Straatsburg.


Arjen Mintjes. Archieffoto


BRUSSEL Arjen Mintjes is behalve directeur van de Maritieme Academie Harlingen (MAH) ook voorzitter van EDINNA, het platform van 35 bin- nenvaartopleidingen wereldwijd. In deze hoedanigheid houdt hij zich samen met collega’s van soortgelijke opleidingsinstituten bezig met de harmonisering van de Europese opleidingseisen in de binnenvaart. Daarvoor wordt intensief overleg gepleegd met onder anderen ambte- naren van de Europese Commissie, leden van het Europees Parlement en met organisaties als de CCR (Centrale Commissie voor de Rijnvaart) en de ESO (Europese Schippersorganisatie). Een tussenstand.


JAN SCHILS


In een eerder interview met deze krant ver- klaarde Mintjes dat hij nog steeds niet tevre- den kon zijn over de implementatie van de Europese Richtlijn 2017/2397 in de EU-staten die lid zijn van EDINNA. Er waren destijds maar twee landen die hun zaakjes goed op orde hadden en dat waren Duitsland en Nederland. In België voldeed alleen Vlaanderen aan de richtlijn tot de opleiding voor stuurman. In geen enkel ander land was de implementatie door de regeringen destijds goedgekeurd, terwijl


intussen de scholen wel alvast hun best deden om te voldoen aan de nieuwe Europese regels en standaarden.


De consequentie was dat het EU-certificaat (diploma) niet aan leerlingen kon worden uitgereikt in landen waar de regering om welke redenen ook nog niets had gedaan om het certificaat de status te verlenen die het toekomt. Zo was de binnenvaartschool Ceronav in Roemenië een van de eerste opleidingsin- stituten die de lesstof volledig aanpaste aan de eisen van de nieuwe EU-richtlijn. Maar de


Dit comité bestaat uit de vertegenwoordigers van de bij de binnenvaart betrokken EU- lidstaten, de betrokken organisaties vanuit de werkgevers en werknemers (ETF, ESO, EBU (IWT-platform) , vertegenwoordigers vanuit het binnenvaartonderwijs (EDINNA), vertegenwoordigers vanuit de EU (DG MOVE), vertegenwoordigers van betrokken derde lan- den (Oekraïne en Servië) en vertegenwoordi- gers van de riviercommissies. Er was ook een vertegenwoordiger aanwezig van Aquapol, de in 2002 opgerichte organisatie voor veiligheid op de Europese binnenwateren.


Een van de vaste agendapunten is een tour de table, waar de stand van zaken over de implementatie van de onderwijsrichtlijn door de verschillende lidstaten wordt weergege- ven. Mintjes: “Voor het binnenvaartonderwijs is van belang hoeveel ‘approved training- programs’ er inmiddels aanwezig zijn in de EU. Deze lijst is te vinden op de website van de EU (www.transport.ec.europa.eu). Opval- lend is dat op deze lijst nog niet alle lidstaten waar de binnenvaart een belangrijke rol speelt, voorkomen. Polen en Tsjechië zijn daar voorbeelden van. Gelukkig wordt de lijst steeds langer en vinden we nu, in tegenstel- ling tot vorig jaar, in bijna alle lidstaten wel aanbieders van goedgekeurde binnenvaart- opleidingen.”


Positieve ontwikkeling Mintjes vindt het positief dat de meeste lid- staten hun zaken steeds beter voor elkaar krijgen: “De examencommissies van de ver- schillende landen zijn nu drie keer bij elkaar geweest om de praktijkexamens voor schip- pers op elkaar af te stemmen. Ook groeit het aantal binnenvaartsimulatoren in de EU flink en wordt de basis-veiligheidstraining voor dekmannen al op veel plaatsen aange- boden. De aansluiting op de European Crew Data Base kost veel tijd, maar is in vele lan- den nu een feit.”


“Het uitgangspunt van de richtlijn op het ge- bied van opleidingen en kwalificaties is”, zo verduidelijkt Mintjes, “dat men niet alleen op vaartijd een functie aan boord kan verwer- ven. Er moet aangetoond worden door mid- del van een (praktijk-)examen dat men iets kent en iets kan. Dat wat men moet kennen en kunnen staat duidelijk in de competen- tietabellen vermeld. Doel is om de veiligheid in de binnenvaart te vergroten en te voorko- men dat er mensen aan boord komen die al- leen maar theoretische kennis bezitten. Dat is een duidelijke breuk met het verleden, leidt her en der tot vragen en ook kritiek.”


Binnen het comité worden deze zaken inge- bracht door de lidstaten en bediscussieerd. Elke richtlijn wordt van tijd tot tijd geëvalueerd en daar waar nodig bijgesteld. Mintjes: “Dat zal ook met deze richtlijn gebeuren. Dus is het zaak om daar, waar de regelgeving leidt tot ongewenste neveneffecten, dit in kaart te brengen en voor te leggen aan de vertegen- woordigers van de lidstaten. Samenvattend durf ik wel te stellen dat, naarmate er meer ervaring komt met de nieuwe manier van geharmoniseerd opleiden, deze richtlijn zorgt voor de broodnodige kwaliteitsslag in het bin- nenvaartonderwijs in de EU.”


37


Jarenlang bruggenbouwen in het Albertkanaal ten einde voor vierlaags containervaart


De langste brug van het Albertkanaal is in 2021 geplaatst in Beringen en weegt zo’n 2700 ton.


Het op z’n plek brengen en installeren van de bruggen leverde in de meeste gevallen bijna spectaculaire beelden op, zeker bij de grootste bruggen. Het gehele project is een huzarenstukje van waterbouw geweest.


Van bovenaf is dit huzarenstukje van waterbouw goed te zien. Foto’s Promotie Binnenvaart Vlaanderen


ROTTERDAM Eindelijk was het zover: de up- grade van het Albertkanaal is afgerond. Al sinds 2005 werd er aan het kanaal ge- werkt, gevolgd door de start van de up- grade in 2014, met onder andere de bouw en vooral verhoging van bruggen, zodat er nu schepen met vier lagen container kun- nen varen op deze belangrijke Vlaamse waterweg.


Sinds 2014 werden er 55 bruggen verhoogd, gerenoveerd of vervangen. Afgelopen maand was het dan zover en was er over de gehele waterweg vierlaags containervervoer mo- gelijk. Alle bruggen zijn verhoogd naar een doorvaarthoogte van ten minste 9,10 me- ter. De breedte van het kanaal is ook overal op 85 meter gebracht, waar dat voorheen op sommige delen rond de 50 meter nog was.


Albertkanaal Het Albertkanaal is vernoemd naar ko- ning Albert I. Het werd tussen 1930 en 1939 grotendeels met de hand ge- graven. Het is bijna 130 kilometer lang en verbindt Luik met Antwerpen via steden als Genk, Hasselt, Geer en Herentals – een belangrijke waterweg dus. Het kanaal was in de jaren ’30 ge- bouwd voor de toen grootste schepen, maar voldeed nu niet meer aan die eisen.


De brug van Zutendaal, die in april 2019 naar z’n definitieve plek is gevaren.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68