search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Het finaal verrekenbeding nader beschouwd: art. 11 SW en een beetje art. 10 SW


Hoe komt verdwenen vermogen weer terug in de nalatenschap?


Opdracht


In beide casusposities hierna wordt het huwelijk ontbonden door het overlijden van V. Op dat moment bedraagt de totale waarde van het vermogen van V € 550.000 en dat van M € 200.000. Casus 1


M en V nemen in hun huwelijkse voorwaarden een koude uitsluiting op met het volgende verrekenbeding: bij het einde van hun huwelijk door overlijden van een van hen wordt tussen hen verrekend in de verhouding 50/50. Tot het te verrekenen vermogen behoren de echtelijke woning inclusief inboedel en auto’s en gezamenlijke bank- en spaarrekeningen en beleggingsportefeuilles. Al het overige vermogen blijft buiten de verrekening.


Casus 2


M en V nemen in hun huwelijkse voorwaarden een koude uitsluiting op met het volgende verrekenbeding: bij het einde van hun huwelijk door overlijden heeft de langstlevende de mogelijkheid te verrekenen alsof zij in gemeenschap van goederen zijn gehuwd.


Welk van de volgende antwoorden is juist? A: In casus 1 en in casus 2 is sprake van een fictieve verkrijging op grond van art. 11 SW. B: Alleen in casus 1 is sprake van een fictieve verkrijging op grond van art. 11 SW. C: Alleen in casus 2 is sprake van een fictieve verkrijging op grond van art. 11 SW. D: In casus 1 en in casus 2 is geen sprake van een fictieve verkrijging op grond van art. 11 SW.


PE-punten verdienen d.m.v. het maken van deze opdracht? Vraag een abonnement aan op fbn.nl/pe-notariaat


Tips 1 2 Een periodiek verrekenbeding leidt niet tot heffing van erfbelasting, omdat de verrekening tijdens


het huwelijk plaatsvindt of had kunnen vinden (HR 16 maart 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5627, BNB 1994/180).


Bij het uitvoering geven aan een finaal verrekenbeding alsof sprake is van een (algehele)


gemeenschap van goederen moet men alert zijn op verkrijgingen krachtens schenking of erfrecht met een uitsluitingsclausule.


Externe bronnen • •


Hoge Raad 19 februari 2021, nr. 19/04003, ECLI:NL:HR:2021:263


Via Juridica wetstoelichting: Verblijvens-, toedelings-, overnamebeding bij leven of overlijden en schuldigerkenning (art. 11 SW)


• W.R. Kooiman, ‘Schenking tussen echtgenoten’, NTFR-B 2018/25 •


I.J.F.A. van Vijfeijken, ‘Fictieve verkrijgingen in de Successiewet 1956’ (Fiscale monografieën, deel 100), Deventer: Kluwer 2013, par. 10.4.2


fbn.nl/pe-notariaat


37


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40