search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
In gesprek met de expert: Sven Hoogeveen


Wat vindt u van de huidige eigenwoningregeling?


Ieder aspect van de eigenwoningregeling heeft wel zijn herkomst en zijn politiek gedreven reden, om ons (de burger) maar niet onnodig veel en lang te laten lenen voor de eigen woning; op zich een logisch streven. Daarnaast speelt de veel lastiger discussie of het eigenwoningbezit (door de hypotheekrenteaftrek) niet te veel wordt gestimuleerd en geholpen t.o.v. het huren van een woning (met huurtoeslag), zeker nu de huizenmarkt weinig fiscale stimulatie lijkt nodig te hebben.


Door het maar op elkaar blijven stapelen van dergelijke ‘sturende regelgeving’ is het vooral voor partners die een van elkaar afwijkend eigenwoningverleden hebben ondoenlijk geworden om zonder een adviseur die écht goed in de materie zit, en dan ook nog de vertaalslag kan maken naar de situatie van de cliënten, tot een ‘normale’ hypotheekrenteaftrek te komen. Vanuit mijn optiek is met name dát het probleem; fiscale wetgeving mag van mij best aansturen op een door de politiek gewenste situatie, maar moet daarbij wel behapbaar blijven voor de gemiddelde Nederlander, en dat kan je van de eigenwoningregeling echt niet meer zeggen.


Tegelijkertijd lijkt ook die sturende kracht wat failliet te zijn geraakt door de lage hypotheekrente die we hebben gehad. Mensen kiezen er met gemak voor om, tegen de fiscale regels in, aflossingsvrij te lenen, dus zonder hypotheekrenteaftrek, omdat een aflossingsvrije lening zónder hypotheekrenteaftrek nu eenmaal in de maand goedkoper is dan een annuitaire/lineaire mét hypotheekrenteaftrek. Dat bij een latere verkoop van de woning dat aflossingsvrije leningdeel geen eigenwoningschuld is, en dus niet op de verkoopprijs in mindering kan worden gebracht bij het berekenen van de eigenwoningreserve, lijkt men zich niet te realiseren.


Ook hiervoor geldt weer; zou de Belastingdienst hierin haar tanden zetten, dan heeft een aanzienlijk aantal mensen op dat punt een probleem; de toekomst zal het leren.


Hoe zou u de eigen woning fiscaal in de wet geregeld willen zien?


De eigen woning zou, in mijn ogen, altijd vrij van vermogensbelasting moeten blijven, om de situatie houdbaar te houden dat mensen (“ons bin zuunig”) braaf hun huis hypotheekvrij maken zonder al te veel banksaldo beschikbaar te hebben/houden. Dat kan bereikt worden door deze in Box 1 te houden, zoals nu het geval is, of met een vrijstelling in Box 3. Een lastiger vraag is wat er met de eigenwoningschuld moet gebeuren. In dat kader is het in Box 1 houden van woning en schuld waarschijnlijk het simpelste, omdat daarmee – in mijn beeld – bereikt wordt dat de eigen woning vermogensbelastingvrij blijft, en tegelijkertijd voorkomen wordt dat de hypotheekschuld gebruikt wordt om tegen overige bezittingen ‘weg te zetten’ (shopgedrag).


Voor partnersituaties, en dan met name het effect dat bij vervreemding van een eigen woning iedere partner een eigenwoningreserve realiseert die sterk kan afwijken van de feitelijke gerechtigdheid tot de verkoopopbrengst, zou het al een verlichting zijn als de ‘schuld aan een partner’, in tegenstelling tot wat nu in de wet staat, wél als een eigenwoningschuld zou worden aangemerkt, maar geen hypotheekrenteaftrek met zich meebrengt. Op die manier kun je geen hypotheekrenteaftrek creëren door je partner rente te betalen, wat me logisch lijkt, maar kan met het bestaan/ constateren van een vergoedingsschuld wel bereikt worden dat een partner niet een eigenwoningreserve realiseert die veel hoger is dan diens feitelijke aandeel in de overwaarde.


16


PE Notariaat 2022/3


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40