Tekst: Marte van Santen Fotografi e: De Beeldredaktie/Phil Nijhuis
037
De uit Iran afkomstige Sahar Hossini was negen jaar ongedocumenteerd. Desondanks lukte het haar om hier te studeren en verpleegkundige te worden. “Ik wil anderen hoop geven.”
kundige Sahar Hossini (30) tegen het lij f te lopen. Op het eerste gezicht lij kt ze een zorgcollega als vele anderen: enthousiast, betrokken, gedreven. Maar wat je aan de buitenkant niet ziet, is dat ze een lange strij d achter de rug heeft om in Nederland te mogen werken. In 2011 vlucht Hossini samen met haar
W
familie naar ons land. Wat volgt is een juridisch traject van ruim 10 jaar, waarin haar asielverzoek meerdere keren wordt afgewezen. Al die tij d leeft ze als ongedo- cumenteerde. “De eerste twee jaar mocht ik in Zwolle naar school”, vertelt Hossini. “Maar na mij n 18e verjaardag hield dat op. Als volwassene zonder papieren had ik geen recht op onderwij s.” Ze laat het er niet bij zitten. Hele dagen
brengt ze door in de bibliotheek, om zo haar Nederlands te verbeteren. Ook maakt ze zich computer programma’s als Word en Excel eigen en start ze een online studie voor tandartsassistent. Om werkervaring op te kunnen doen, schrij ft ze verschil lende tandartsprak- tij ken uit de regio aan. Bij de zevende sollicitatie is het raak: Hossini krij gt de gelegenheid op vrij willige basis het vak te komen leren. “Alleen bleek het werk voor mij niet uitdagend genoeg. Ik wilde inhoudelij k meer verdieping en miste het persoonlij ke contact met patiënten.”
Creatieve oplossingen Intussen is Hossini via Vluchtelingen- werk op allerlei plekken voorlichting
ie op de afdeling Longziekten van HagaZiekenhuis Den Haag komt, heeft grote kans daar verpleeg-
gaan geven. Ook bij het ROC Mondriaan in Den Haag. Als docent Evert de Graaf van die school haar verhaal hoort, besluit hij haar een kans te geven: op de mbo- opleiding verpleegkunde mag ze vier weken laten zien wat ze in huis heeft. In de praktij k blij kt dat makkelij ker
gezegd dan gedaan. Omdat Hossini nog steeds ongedocumenteerd is, moet de school namelij k voor echt alles creatieve oplossingen bedenken. Van het aanma- ken van een e-mailadres tot de moge- lij kheid om examen doen. “Ik zal de directeur en andere betrokkenen altij d dankbaar blij ven dat ze hun nek voor me hebben uitgestoken”, aldus Hossini.
‘Gewone’ student In 2022, halverwege haar opleiding, krij gt ze eindelij k haar langverwachte verblij fsvergunning. Van illegaal wordt ze ineens een ‘gewone’ student. Ook andere familieleden krij gen een vergun- ning toegewezen. Maar haar moeder heeft die anno 2024 nog altij d niet.
mij n Nederlands goed genoeg was’
Voor een leer-werktraject belandt Hossini op de verpleegafdeling Long- ziekten van HagaZiekenhuis. “In het begin was ik heel onzeker”, zegt ze daarover. “Ik twij felde vooral of mij n Nederlands goed genoegd was.” Die zorg blij kt ongegrond; communiceren met
‘Ik twij felde of
patiënten is juist haar grote kracht. Net als studeren; ze rondt haar opleiding in het voorjaar van 2024 versneld af.
100 deuren Behalve een baan heeft Hossini inmid- dels ook een echtgenoot en een zoontje van vier. Hoewel haar verhaal dus een goede afl oop heeft, is ze nog altij d boos op de Nederlandse overheid. “Als onge- documenteerde heb ik noodgedwongen tien jaar aan de zij lij n gestaan. Juist in de periode dat je je als jongvolwassene ontwikkelt, mij n gouden jaren.” Ze wil erkenning voor het feit dat de
IND zij n werk niet goed heeft gedaan en spant in 2022 een beroepszaak tegen de dienst aan. Het jaar erna geeft de rechter haar gelij k: met terugwerkende kracht wordt Hossini vanaf 2017 een vergunning toegekend. Terugkij kend zij n er het afgelopen
decennium genoeg momenten geweest waarop ze echt niet wist hoe ze verder moest. Onder anderen haar moeder en later haar echtgenoot sleepten haar er steeds weer doorheen. “‘Als er 100 deuren dicht blij ven, gaat de 101e voor je open’, zei mij n moeder tegen me. Zij heeft altij d een rotsvast vertrouwen in me gehad. Net als veel mensen die ik hier heb ontmoet, bij voorbeeld bij Vluchtelingenwerk, bij de stichting Taal aan Zee, op school en in het ziekenhuis. Verder heb ik altij d op God vertrouwd. Hij heeft me de kans gegeven om me te ontwikkelen tot wie ik nu ben.” Tot haar verdriet heeft ze het maat-
schappelij ke klimaat de afgelopen jaren enorm zien veranderen. “Toen ik net in Nederland kwam, had niemand het erover dat ik een baan of huis inpikte. Inmiddels is de sfeer heel anders. Er heerst meer wantrouwen. In plaats van ‘samen’ is het nu ‘ieder voor zich’.” Des te belangrij ker vindt ze het om
haar verhaal te blij ven vertellen. “Er zij n zo veel mensen die in dezelfde uitzicht- loze situatie zitten als waar ik lang in zat. Aan hen wil ik hoop geven door te laten zien dat, hoe lang de nacht ook duurt, het altij d weer licht wordt.”
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100