search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tekst: Roel Notten Beeld: De Beeldredaktie/Erik van ’t Woud


‘Zorgprofessional blijkt best gelukkig’


professional door de bank genomen best gelukkig is, waarbij artsen met een geluksbeleving van 7,85 nog net wat gelukkiger zijn dan verpleegkun- digen die hun levensgeluk met een 7,35 waarderen. Het beeld van de klagende zorgprofessional die onder bureaucratie, stress en bezuinigingen lijdt, wat je vaak terugziet in de media, wordt door deze onderzoeken niet bevestigd. Een aspect dat weer afbreuk doet aan


het geluk van zorgprofessionals is dat zij weinig maatschappelijke waardering ervaren voor hun werk. Het continu roepen dat ‘de zorg te duur is’, zoals politici regelmatig doen en de publieke opinie ons vaak voorspiegelt, draagt niet bij aan meer levensgeluk. Sterker, het creëert een gevoel dat je je schuldig zou moeten voelen. Buitenstaanders gaan er soms te gemakkelijk van uit dat het vakmanschap van de zorgprofessional en diens liefde voor het vak vaststaande gegevens zijn. Maar als je steeds openlijk het verwijt krijgt dat je te duur bent, zijn het vakmanschap en de liefde niet meer zo vanzelfsprekend. Wat ook een bedreiging is voor het


levensgeluk, is het wegnemen van ver- antwoordelijkheden bij de individuele medewerker. Je ziet nogal eens dat een zorginstelling die met financiële proble- men kampt, medewerkers verbiedt om nog geld uit te geven, en alleen de hoog- ste manager tekenbevoegdheid geeft. Hoewel begrijpelijk werkt zo’n maat-


regel averechts, omdat er twee nieuwe problemen worden gecreëerd: de mana- ger raakt door alle financiële voorstellen overbelast, terwijl medewerkers men- taal afhaken, omdat zij niet betrokken worden bij het vinden van een oplossing. De zorgprofessional wordt zo een zorg- marionet. Dit proces is om te keren door werknemers actief te betrekken bij het vinden van oplossingen voor problemen op organisatieniveau. Experimenten waarbij werknemers voor uitgaven tot


‘Je kunt je wel volledig op


je werk storten, maar dat leidt niet tot een


gelukkiger leven’


een bepaald bedrag tekenbevoegd zijn, laten zien dat het mes aan twee kanten snijdt: werknemers zijn gelukkiger en de manager kan zijn kostbare uren effectief besteden. Wat levensgeluk ook kan bevorderen, is het benadrukken van het positieve


in plaats van het negatieve. Denk aan het formuleren van positieve doelstel- lingen, zoals ‘zo veel mogelijk goed doen’, in plaats van ‘geen fouten maken’. Ook kunnen collega’s met elkaar de tijd nemen om te reflecteren op de vraag wat er goed is gegaan. In het algemeen adviseer ik om collega’s niet op hun gebreken, maar op hun kwaliteiten aan te spreken. Zelf probeer ik ook te focussen op


wat goed gaat en niet op wat ik mis. Ik ben blij dat ik in een welvarend land als Nederland ben geboren en leuk werk en een fijn gezin heb. Als ik mijn leven een cijfer zou moeten geven, zou dat een 7+ zijn, een waardering die overeenkomt met de geluksbeleving van de gemid- delde Nederlander. Maar ik kom net uit een periode waarin er zowel privé als professioneel van alles speelde. Achteraf gezien moet ik constateren dat ik in die periode te veel met mijn werk bezig was, waardoor ik zowel mijn gezin als mijn eigen lichaam heb verwaarloosd. In mijn naïviteit dacht ik eeuwig jong en gezond te blijven, maar dat bleek dus niet zo vanzelfsprekend. Dat is een belangrijke les geweest: je kunt je wel volledig op je werk storten, maar onder aan de streep leidt dat niet tot een gelukkiger leven. Voor zorgverleners die met zo veel passie hun vak uitoefenen en altijd klaarstaan voor hun patiënt, is het ook belangrijk dat zij hun privésituatie niet uit het oog verliezen.


ArtsenAuto december 2014 039





Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124