036 Interview
Tekst: Monique Bowman Beeld: De Beeldredaktie/Diederik van der Laan
‘We hebben een eed afgelegd, we móeten nu handelen’
Hij is wel wat gewend, als ‘Congo-veteraan’. Maar wat Steven van de Vijver in vluchtelingenkamp Moria op Lesbos aantreft, raakt de Amsterdamse huisarts diep in zijn hart. Door de COVID-19-pandemie dreigt er nu een ramp in het kwadraat. Dus luidt Van de Vijver de nood- klok voor de mensen op het Griekse eiland. “Níemand van ons kan later zeggen: ‘we hebben het niet gewe- ten’.”
“ V
orig jaar heb ik contact gezocht met de Stichting Bootvluchteling en zo belandde ik
in de winter van 2019 voor het eerst in kamp Moria op Lesbos. Op dat moment zaten er ruim zesduizend mensen. Toen ik er afgelopen maart opnieuw kwam, was hun aantal al gegroeid tot 22 dui- zend. Terwijl het kamp eigenlijk bere- kend is op drieduizend. Moria is een bizarre gewaarwording.
Want dit kamp bevindt zich niet ergens ver weg, maar op een Grieks vakantie- eiland, in ons eigen Europa. De plek op zich is al unheimisch, met hoge muren en overal prikkeldraad. De omstandig- heden waaronder de vluchtelingen er leven, tart alle beschrijvingen. Tijdens gesprekken met de kamp-
bewoners besef je: dit zijn mensen zoals jij en ik. Mensen die in veel gevallen met hun gezin op de vlucht zijn voor de Taliban. Vaak hoogopgeleid. Ik heb artsen ontmoet, architecten. Ik heb het
over van alles met ze gehad: muziek, politiek, voetbal. Soms zaten er verras- sende ontmoetingen tussen, zoals met een winnaar van de Afghaanse versie van Idols. Maar vaker hartverscheuren- de, zoals met de man die me vertelde dat hij onderweg naar Lesbos zijn kindje had verloren. Of met de monteur die me vertelde dat hij jarenlang voor de Ame- rikanen had gewerkt, maar desondanks geen visum voor de Verenigde Staten had gekregen. Bijna iedereen in Moria heeft schurft.
Patiënten met wonden adviseer je om die schoon te houden, maar tegelijker- tijd realiseer je je dat het een illusie is dat ze dat kunnen doen. Want er is amper water, laat staan schoon water. Echt het schrijnendst vond ik de vele
kinderen zonder ouders. Sowieso telt Moria relatief veel kinderen: 40 procent van de vluchtelingen is onder de 18. Als arts zie je veel automutilatie en kin- deren met suïcidale gedachten. Al die jongeren, die vol plannen en ambities zaten en die zo hoopten op een ander
leven, zijn na een paar maanden in kamp Moria geestelijk helemaal kapot. Dat vond ik, zelf vader van drie kinde- ren, zó heftig om te zien. Wie me ook bijblijven, zijn de tolken
die alle hulpverleners zo fantastisch bijstaan, ondanks dat ze zelf als vluchte- ling hun hoofd in het kamp boven water moeten zien te houden. Onder de tolken die mij bijstonden, bevond zich een Afghaanse huisarts met nog jonge kin- deren. Die gun ik het zó om in Neder- land een toekomst op te bouwen. Bang ben ik in Moria niet geweest.
Het zijn vooral de plek en de situatie die ik als dreigend en levensgevaarlijk heb ervaren, níet de vluchtelingen zelf. Moria heeft me vooral erg aan het den- ken gezet. Ziet onze toekomst er zo uit? Met volkeren die op drift zijn geraakt, weggestopt in kampen? Weer terug in Nederland is het even
schakelen. In professioneel opzicht lukt me dat prima, want ook als huisarts in Amsterdam zie ik angst en hoop. En mensen en hun persoonlijke verhalen
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76