search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
020 Loopbaankeuzes


Tamara Aipassana (35), fellow in- terventiecardiologie, Radboudmc & Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, getrouwd | twee zoons van 3 en 6


“Dokter worden voelt als een trein waar je op je achttiende instapt, terwijl je geen idee hebt waar je uiteindelijk belandt. Je komt al gauw terecht in een wedloop waarbij je telkens blij mag zijn als je ergens een plek krijgt. Nu ik vlak voor het afronden van mijn fellowship zit, bevind ik me in een bezinningsmoment waarop ik mezelf de vraag stel: wilde ik hier eigenlijk wel naartoe? Het specia-


‘Ik heb nu een bezinningsmoment’


lisme cardiologie voelt kloppend, die keuze ontstond heel natuurlijk tijdens mijn co-schappen. Maar mensen coachen en opleiden spreekt me ook heel erg aan, daarom denk ik na over hoe ik die behoefte in mijn rol als arts kan vervullen. Over de balans tussen werk en privé praat ik best vaak met collega’s. Ik wil graag met mijn gezin een


half jaar met een camper door Europa reizen. Dadelijk zit ik in een maatschap en dan kan dat niet meer. Geld interesseert me weinig, ik verdien liever wat minder in ruil voor meer vrije tijd. Ik heb de keuze voor dit mooie vak gemaakt en de diensten horen daar zeker bij, maar ik merk ook dat eens per maand een weekenddienst en eens per week een piketdienst me begint op te breken doordat we vanwege mijn tijdelijke contract in Eindhoven zijn blijven wonen. Die afstand is te ver om op tijd in het ziekenhuis te zijn. Ik overnacht daarom in een bed and break- fast waar mijn man en kinderen in de weekenden meestal ook langskomen. Dan kunnen we toch tussendoor samen eten of iets leuks doen.”


Tegelijkertijd heeft de generatie dertigers soms moeite met diensten omdat zij jonge kinderen thuis hebben, benadrukt Van der Linden. “Het is daarom heel belang- rijk dat de verschillende generaties met elkaar in gesprek gaan over het combine- ren van werk en leven. Iedereen moet een beetje water bij de wijn doen.” Kinderarts Genco herkent de discussie


over de verdeling van diensten. “Iedereen ziet het probleem, maar op het moment dat we afspraken willen concretiseren die invloed hebben op het inkomen of de werkbelasting, gaan de deuren dicht. Er is bijvoorbeeld gesproken over een gezamenlijk potje waarin een percen- tage van het honorariumbudget wordt gestort waardoor de drempel om minder diensten te draaien lager wordt. Maar de groep die het geen punt vindt om salaris in te leveren, zit daar niet op te wachten.”


Tijd om te sparren Volgens Van der Linden is het belangrijk dat er ruimte en tijd is om met elkaar te sparren. “Stel elkaar en jezelf dagelijks reflecterende vragen als: hoe was de dag, wat ging goed, wat kan beter? Als je dat structureel doet, leer je jezelf en je team steeds beter kennen. Dit kan tot beter passende keuzes leiden.”


Genco merkt dat er in vakgroepen steeds meer openheid komt om met elkaar te praten. “Iedereen leest over de stijgende burn-out-percentages onder dokters. Dat zorgt voor gespreksstof. Toch blijkt het in individuele gevallen moeilijk om het initiatief te nemen. Het plichtsgevoel richting andere collega’s komt dan naar boven, we bijten liever door en huilen thuis uit dan dat we ons uitspreken. Het ligt er ook heel erg aan of je in een praatgrage vakgroep werkt. Ontwikkel daarom tools om moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken, zodat het een vast onderdeel wordt van het werk. Al zie ik ook dat we in een overgangsfase zitten. De jongere genera- tie gaat hier al heel anders mee om. Dat collega’s elkaar binnen IFMS feedback geven was tien, vijftien jaar geleden nog niet denkbaar.” Loes van der Linden heeft een gouden


tip voor iedereen die twijfelt of hij wel op de juiste plek zit. “Kies waarvoor je in de wieg bent gelegd en laat je begeleiden door een loopbaancoach als je nog niet weet wat dat is. De gezondheidszorg is een veel te heftige sector om in te werken als deze niet goed bij je past. Er staat je dan geheid een burn-out te wachten, je weet alleen nog niet wanneer.”


<


Rogier Bokelman (47), fysiotherapeut, mede-eigenaar en docent, Orthopedisch-, Revalidatie- en Expertise Centrum OREC, alleenstaand | zoon en dochter van 14 en 17


“Het idee voor een eigen praktijk ontstond gaandeweg en werd concreet toen ik mijn jongere compagnon ontmoette. We deelden de behoefte om wetenschap toe te passen op de dagelijkse praktijk en nieuwe ontwikkelingen te stimuleren. Drie jaar ge- leden zijn we samen gestart als nieuwe compagnons bij de bestaande praktijk OREC. Inmiddels hebben we 22 mensen in dienst, inclusief een personeelsfunctionaris. Je kunt als eigenaar niet alle rollen op je nemen, het is fijn om een onafhankelijk persoon te hebben die op gelijke voet staat met de medewerkers. Binnen de praktijk geven we medewerkers veel ruimte voor creativiteit en om betrokken te zijn bij innovatieve ontwikkelingen. In het managementteam hebben we duidelijke afspraken over wie waarvoor verantwoordelijk is, rekening houdend met elkaars sterke punten. Ondernemer zijn kost veel tijd en energie, je moet creatief zijn om de balans tussen


‘Je kunt als eigenaar niet alle rollen op je nemen’


werk en privé goed te houden. Vooral de administratiedruk is heel hoog. Uit weten- schappelijk oogpunt moeten we data verzamelen, maar soms is het de vraag of we wel zinnige informatie registreren. Omdat we met een klein team zijn, is het belangrijk dat we goed kunnen samenwerken, daar letten we op als we iemand aannemen. Je wordt toch een beetje familie van elkaar.”


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92