search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Ziekten


Het ‘blauwe bloed’ van de adel berust vermoedelijk op de blauwe aderen die te zien zouden zijn on- der de lelieblanke huid van mensen die nooit onbeschermd in de zon kwamen. Historicus Ileen Montijn verdiepte zich in de traditionele beeldvorming van deze bevolkings- groep. Voor Arts en Auto belicht zij specifiek adellijke kwalen.


‘K


A kwalendellijke


en jij onder onze kennissen iemand die geen staal of middeltjes tegen overspanning nodig heeft? Bij


de volksvrouwen is het natuurlijk iets anders, die zijn te grof en te plat om onze zenuwen te kennen, maar een dame die niet een beetje lijdend is, is nou eenmaal niet denkbaar’, aldus freule Ottilie van Heemeren in de roman Hilda van Suylen- burg (1897) tegen een vriendin. In het verleden (nog niet eens zo lang geleden) was standsverschil een onwrik-


038 juni 2013 ArtsenAuto


baar gegeven. Daarbij hoorde de gedachte dat ‘hoog’ en ‘laag’ verschillende mensen- soorten waren, ook fysiek. Het verschil in opvoeding, kleding en levenswijze was zo hemelsbreed, dat die gedachte ook wel voor de hand lag. Zeker is dat leden van de bevoorrechte klasse dankzij hun betere voeding gemiddeld langer van stuk waren. Van dat feit is het nog maar een klein stapje naar het cliché van de ‘rijzige aristocraat’. Maar ook het idee dat de spijsvertering van een hooggeplaatste heer of dame veel delicater was, en zware werkmanskost helemaal niet zou kun- nen verdragen, was wijdverbreid – een


idee dat zelden of nooit op de proef werd gesteld, want wie rijk was, at nu eenmaal anders: meer vlees, wittebrood en verse groente, en niet de peulvruchten en het roggebrood waarmee ‘de kleine man’ het moest doen. Vrouwelijke zenuwzwakte, die zich


bijvoorbeeld uitte in flauwvallen of hysterische kwalen, was omstreeks 1900 een modekwaal in de hoogste kringen, zoals het citaat hierboven illustreert. De roman Hilda van Suylenburg, geschre- ven door jonkvrouw Cécile de Jong van Beek en Donk (een generatiegenoot van Couperus), speelt in Den Haag, de Neder-


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108