search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Bovendien zijn in een verpleeghuis ook artsen- zorg, een fysiotherapeut en een ergotherapeut inbegrepen. Om dat allemaal uit die 50.000 euro te betalen, dat gaat niet werken.” Er is nog een andere, meer beroepsmatige


reden waarom Vos twijfelt aan de haalbaarheid van het plan om mensen langer thuis te laten wonen: “Al die mensen die straks thuisblijven, gaan ook een groter beroep doen op huisartsen- zorg. Deze mensen vallen dan onder de zorg- verzekeraar, maar zorgverzekeraars gaan soms schandalig om met mensen. Niet de arts, maar verzekeraars bepalen welke medicatie patiënten mogen krijgen. Zij vergoeden in principe niet de medicatie die ik voorschrijf. Het is een groot pro- bleem dat de zorgverzekeraar vaak alleen naar kosten kijkt. Als arts mag ik bijvoorbeeld alleen de stof, maar niet het merk bepalen, terwijl er in sommige gevallen wel degelijk een verschil is tussen het ene en het andere merk.” Hoe dan ook, Vos zal het een stuk drukker


gaan krijgen. Verschillende ontwikkelingen wij- zen die kant uit: de huisartsenzorg krijgt steeds meer extra taken door verschuivingen van ggz, AWBZ en chronische ziekten naar de eerste lijn. “We kunnen als huisarts dit extra werk alleen aan als we ofwel extra personeel aan kunnen nemen ofwel de praktijken kunnen verkleinen. Maar het risico blijft bestaan dat er zo veel op ons bord komt te liggen, dat we het qua tijd niet meer redden.” Want wat Vos juist zo aanspreekt in haar werk is het totaalplaatje van de patiënt in de gaten houden: “Ik vind het frustrerend om patiënten ‘kwijt’ te raken. Een terminale patiënt uit mijn praktijk ligt nu in een hospice. Ik had haar graag willen blijven zien, maar doordat ze nu onder het AWBZ-potje valt, kan dat niet.”


Twitter Vos is moeder van twee jonge kinderen. Het combineren van werk, privé en nevenactiviteiten vindt ze een hele klus: “De crèche en naschoolse opvang stoppen om zes uur, maar mijn werk als huisarts meestal niet. Dat geeft weleens stress. Ik denk dat dit voor veel zorgverleners met kin- deren een issue is. Het ritme van kinderen past niet heel goed bij het ritme van zorg verlenen. Je hebt toch altijd het gevoel tijd tekort te hebben. Op momenten dat ik bergen administratie heb liggen, zeg ik heel rigoureus tegen mijn assistent: ik kies even voor mijzelf, wees maar even streng, alleen spoedgevallen mogen er doorheen.” Door haar optredens in de media en haar fana- tieke twittergedrag merkt Vos dat zij en andere


‘Het ritme van kinderen past niet heel goed bij het ritme van zorg verlenen’


artsen momenteel onder een vergrootglas van de samenleving liggen. “Als ik op Twitter klaag over de werkdruk versus het inkomen, reageren som- mige mensen direct door mij graaier te noemen. Dan denk ik: ik wou dat het zo was, maar het valt erg tegen. Serieus, dat mensen kritisch zijn naar artsen vind ik terecht. Ik zie dingen gebeuren in het ziekenhuis die echt niet goed zijn.” Vos vindt dat bijvoorbeeld de communicatie


nog steeds niet optimaal verloopt. “Ik moet heel vaak patiënten uit mijn praktijk die behandeld worden in het ziekenhuis uitleggen wat de medisch specialist nu precies gedaan heeft. Dan krijg ik vragen zoals: dokter, wat heb ik nou precies gehad, wat gaat er nu gebeuren, mag ik weer werken? Ik denk dat specialisten in het zie- kenhuis zich niet realiseren dat 20 tot 30 procent van de mensen, nadat zij bij de specialist zijn geweest, bij de huisarts komt met de vraag hoe het nu verder moet. Dat moet en kan echt beter.”


< ArtsenAuto juni 2013 013


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108