Interview
Ludo Hellebrekers (KNMvD) over de verantwoordelijkheid van de dierenarts
Zorg voor mens en dier
Het denken over de relatie tussen de domeinen diergezondheid, dierenwelzijn en volksgezondheid heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Volgens Ludo Hellebrekers, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, speelt de dierenarts een cruciale rol in het creëren van een goede balans tussen die domeinen. Maar hij kan dit nadrukkelijk niet alleen.
A
ls ergens wordt gediscussieerd over dierenwelzijn of als de volksgezondheid ter discussie staat in relatie tot de samen- hang tussen mens en dier, dan is de kans groot dat
Ludo Hellebrekers (57) aan het woord komt. Hellebrekers, dierenarts, hoogleraar veterinaire anesthesiologie en voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), vindt dit niet meer dan logisch. “Als dierenartsen horen wij te staan voor de positie van dieren over de domeinen heen, ook voor de niet-gehouden dieren dus. Ik vind het terecht dat de maatschappij verwacht dat wij ons daarover een mening vormen en dat we die inbrengen in het publieke debat. Maar laat ik één nuancering maken: het gaat hierbij wel om een door mijn beroepsgroep breed gedragen mening, het gaat niet om mijn persoon.” Met die niet-gehouden dieren verwijst Helle-
brekers bijvoorbeeld naar de discussie over de heckrunderen, konikpaarden en edelherten in
008 september 2012 ArtsenAuto
de Oostvaardersplassen, die te kampen hebben met een schrijnend voedseltekort. Een natuur- beheerder gaf aan de natuur zijn werk te laten doen, dus de dieren de hongerdood te laten ster- ven, maar in Pauw & Witteman stelde Hellebrekers voor een derde van de populatie te laten afschie- ten. “Het gaat om de vraag in hoeverre wij als samenleving zorgplicht hebben voor die dieren”, zegt hij. “In ons land hebben we te maken met grote concentraties mensen en wilde dieren, die dicht op elkaar leven. De limitering die wij deze dieren in leefruimte en leefomstandigheden opleggen, geeft ons naar mijn mening een plicht om in zekere mate voor hen te zorgen. Een deel van de populatie – de dieren die in zeer slechte conditie verkeren – afschieten om onnodig dierlijden te voorkomen, hoort daarbij en is naar mijn mening het compromis waarmee we het meest recht doen aan het standpunt van de natuurbeheerders én van degenen die zich om dierenwelzijn bekommeren.” Minder gelukkig is Hellebrekers met het ver- loop van het debat over het onverdoofd slachten.
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84