search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
ger naar de artsen te wijzen. Maar in het kader van de one health-gedachte is het wel logisch dat die kennis aan beide zijden verder wordt ontwik- keld. En dit is om veel meer redenen noodzake- lijk dan alleen om adequaat te kunnen reageren op dreigende zoönosen.” Een ander probleem waarbij sprake is van een


wederzijds belang is volgens Hellebrekers het antibioticagebruik bij dieren in relatie tot de ontwikkeling van resistentie. “Hoewel in weten- schappelijke kringen al langer werd gewezen op de problemen die samenhangen met antibiotica- beleid bij gehouden dieren, staat dit onderwerp pas de laatste jaren prominent op de agenda van de veterinaire en humane professionals. Dieren- artsen zitten met het dilemma dat wat goed is voor het dier, weleens heel nadelig kan zijn voor de volksgezondheid. Dit betekent dat het respec- teren van de belangen van zowel diergezondheid als dierenwelzijn én volksgezondheid hen in een spagaat kan brengen.”


Prijsconsequenties De oplossing kan niet van de dierenartsen alleen komen, stelt Hellebrekers. De dierhouderijen moeten hierin absoluut een rol spelen. “Maar niet alleen zij”, vindt hij. “Als je een goede balans wilt creëren tussen diergezondheid, dieren- welzijn en volksgezondheid, dan vraagt dat om structurele verandering in de dierhouderij. En die verandering is niet eenvoudig te bewerkstel- ligen in een economisch gedreven sector, waarbij mensen in hun rol van consument gericht zijn op prijsvoordeel maar tegelijkertijd als burger dierenwelzijn hoog in het vaandel hebben staan. De oplossing vraagt dus om betrokkenheid van alle partijen, ook van de burgers. En voor dier- houders zal dat inhouden dat ze gezamenlijk de dierhouderij verder moeten ontwikkelen, zodat de diergezondheid kan worden gewaarborgd zonder een zware anti-microbiële ondersteu- ning. Dat dit voor de consument prijsconsequen- ties zal hebben voor de producten die hij van die dierhouder betrekt, is zeker voorstelbaar.” De rol van de overheid ziet Hellebrekers vooral


als kaderstellend. “De overheid moet grenzen aangeven waarbinnen de professionele beroeps- groepen hun werkzaamheden kunnen verrich- ten. Ook speelt de overheid een cruciale rol in ondersteuning en handhaving. Maar de inhou- delijke aansturing van het veranderingsproces moet vooral vanuit het veld komen. De professio- nals moeten zorgen dat zij hun huis op orde heb- ben, zodat de overheid niet hoeft in te grijpen.”


De dierenarts dient dus een adviserende rol te spelen op het gebied van dierenwelzijn en volks- gezondheid. Plaatst dat Hellebrekers zelf niet in een ingewikkelde positie? “Jawel, maar geen on- mogelijke. Ik denk dat het kansen biedt, want de dierenarts is inhoudelijk en professioneel in staat om de belangen van diergezondheid, dierenwel- zijn en volksgezondheid in elkaars samenhang te


‘We moeten op nationaal niveau stappen zetten om problemen beheersbaar te houden’


zien en een advies te geven dat recht doet aan alle belangen. We zijn er als KNMvD voor om de die- renarts hierin te faciliteren, onder meer met het ontwikkelen van richtlijnen waarin het complex van belangen zijn juiste plek krijgt. Daarvoor heb- ben we ook als motto ‘Duurzame zorg voor mens en dier’ en als onderliggend thema de one health- gedachte. Samen met VvAA werken we dit uit en daarbij onderzoeken we ook welk bedrijfsecono- misch model de dierenarts het best in staat stelt om in deze ontwikkeling het verschil te maken.”


< ArtsenAuto september 2012 011


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84