search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Berichten uit Doorn 61


Donatie Bike2Honour


Vijfentwintig studenten van het Gilde Instituut voor Veiligheid in Roermond hebben in februari 2020 in het kader van 75 jaar bevrijding de Engelse soldaat Richard Sydney Huitt uit Hull geëerd. Huitt sneuvelde op 24 januari 1945 op twaalf kilometer van Roermond tijdens de bevrijding van de stad. Hij ligt begraven op de militaire begraafplaats in Nederweert. De tocht werd verreden onder de naam Bike2Honour.


Vanuit Hull legden de studenten de route af zoals de tankbemanning van Richard die in 1944–1945 ook volgde. Vanuit Caen in Frankrijk reden ze in teams in 24 uur tijd 620 kilometer op de mountainbike naar de begraafplaats in


Nederweert. De studenten zamelden op deze wijze geld in voor de overtocht van Richards zoon en vrouw. Die waren nog nooit in de gelegenheid geweest het graf te bezoeken. Na aftrek van alle kosten bleef er een aanzienlijk bedrag over, dat de studenten aan stichting Ondersteuning Veteranen Activiteiten (OVA) wilden schenken. Die belofte is op 24 mei ingelost bij het NLVi in Doorn.


V.l.n.r.: Initiatiefnemers Bike2Honour Raimondo Bogaars en Wouter Bruins, Hans Aarts, directeur van ROC Gilde Instituut voor Veiligheid, Christa Oppers-Beumer en directeur NLVi brigade- generaal Paul Hoefsloot.


De jonge veteraan Column


Filmset in Doorn


Een filmset in de bossen van Doorn. Dat was de situatie begin dit jaar, met als doel een nieuwe bedrijfsfilm voor het Nederlands Veteraneninstituut. De corporate video weerspiegelt de ambitie van het NLVi om een thuisbasis te zijn voor alle veteranen en hun partners.


BEKIJK ’M HIER:


Wie is dat? We spreken vanaf de Libanonmissie van ‘jonge veteranen’ als tegenhangers van de veteranen van voor 1962. Maar meestal bedoelen we toch gewoon de jonge veteraan in leeftijd, vaak nog actief dienend en niet echt bezig met die veteranenstatus. Je hoort dan dat ze zich geen veteraan voelen. Maar hoe voelt dat dan, veteraan zijn? Ondanks dat dit iets persoonlijks is en ons veteranenbestand even divers is als de Nederlandse bevolking, is er toch ook een gezamenlijkheid. Het zijn allemaal militairen (of WO II-koopvaardijpersoneel), die zijn ingezet voor vrede en veiligheid, hetzij in de oorlog, hetzij tijdens internationale missies. Hoewel de omstandigheden, lengte van inzet, locatie en het dreigingsniveau overal anders zijn geweest, zijn er ook overeenkom- sten. Trots iets te hebben betekend voor een betere wereld, voor de mensen die je moest beschermen, kameraadschap die je in moeilijke situaties erdoor- heen sleepte, saamhorigheid om in een complexe, vaak dreigende situatie je opdracht samen uit te voeren; doorgaan waar anderen stoppen. Deze gevoelens binden alle veteranen, jong en oud. Het grote verschil met tien jaar geleden is dat we tegen- woordig ook actief dienende veteranen hebben. Helaas is het beeld van de WO II- en postactieve veteraan, herkenbaar aan grijze pantalon en blauwe blazer met een baret vol pins, hardnekkig. Jonge mensen identificeren zich daar niet mee. Zonder onze oudere collega’s tekort te doen moeten we misschien iets doen aan die beeldvorming. Intussen missen we vaak de jonge veteraan in ons zichtbare veteranenlandschap. Instanties als het Nationaal Comité Veteranendag, de IGK, het VP, maar ook het NLVi, zoeken naar mogelijkheden om die jonge veteranen meer te betrekken, door hen bewust te maken van hun bijzondere status en te bezien waar zij als veteraan behoefte aan hebben op het gebied van erkenning, waardering en zorg. Misschien gaat het veteranengevoel wel pas echt spelen als je als militair in rustiger vaarwater komt, je schaapjes op het droge hebt, carrière gemaakt, kinderen uitgevlogen en leeft met herinneringen, die steeds belangrijker worden. Dan ontstaat de situatie om ook dat veteranengevoel meer ruimte te geven. Maar tot die tijd moeten we contact blijven zoeken met onze jonge collega’s.


Hans van Griensven Luitenant-generaal b.d. Voorzitter Vereniging Veteranen Platform


checkpoint


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108