32


Interview minister Ollongren


‘Transparantie over situaties in missiegebied is belangrijk’


van zeer grote waarde is, beschouwen we de aanwezigheid van Nederlandse troepen in Oost-Europa niet als inzet die leidt tot de veteranenstatus. De situatie lijkt wat dat betreft sterk op de Koude Oorlog, toen we ter afschrikking continu met militairen aanwezig waren in West-Duitsland. Op het moment dat het bondgenootschappelijk grondgebied daadwerkelijk zou worden aangevallen, is er sprake van oorlogsomstandig- heden en hoort daar wel de veteranen- status bij.’


Zou het veteranenbeleid meer gericht moeten zijn op integratie in de samenleving in plaats van op het uiten van waardering? Een deel van de veteranen voelt zich onbe- grepen en ervaart grote afstand tot andere burgers. Een onbedoelde ‘bijwerking’ van het geven van publieke waardering en erkenning aan bepaalde groepen veteranen kan zijn dat het hen sterkt in hun overtuiging dat ze ‘anders’ of zelfs ‘beter’ zijn dan burgers en dat het dus die afstand intact houdt en zo de integratie in de samenleving bemoeilijkt. ‘Het is belangrijk dat veteranen vanuit de samenleving erkenning en waarde- ring ervaren voor de missies die zij heb- ben uitgevoerd. Zij hebben hun werk gedaan in dienst van de samenleving en vaak onder zware en gevaarlijke omstandigheden. Dat maakt veteranen op dat punt bijzonder. Tegelijkertijd zijn veteranen ook ‘gewoon’ een onderdeel van de samenleving. Een mooi voorbeeld waar het gaat om inte- gratie in de samenleving is in mijn ogen


checkpoint


het Veteranen Search Team. Daarin zit de wederkerigheid besloten, veteranen voelen zich erkend en gewaardeerd door de samenleving en willen ook iets terugdoen. En zij doen natuurlijk fan- tastisch werk bij het ondersteunen van de politie bij het zoeken naar vermiste personen.’


Uit onderzoeken van het NLVi blijkt iedere keer dat een flink deel van de veteranen zich bij onjuiste beeldvorming of onheuse berichten in de media niet of weinig gesteund voelt door het ministerie. Dat geldt met name voor de Indiëveteranen en voor de DBIII-veteranen. Meer recent zijn de Slag bij Chora en het bombardement op de bommen- fabriek van IS in Hawija in de publiciteit geweest. Het waren met name Mart de Kruif (Hawija) en Hans van Griensven (Chora) die vierkant achter de militairen gingen staan. Defensie deed dit niet en verschool zich achter lopend onderzoek. Hoe gaat dat verbeteren? ‘Uiteraard staat Defensie achter haar militairen die op uitzending gaan. Als militairen onterechte verwijten krijgen, dan moet ik als werkgever voor ze staan en voor hen opkomen. Tegelijkertijd kunnen er situaties in het missiegebied zijn waarbij het vreselijk misgaat. Situaties die mogelijk in strijd kunnen zijn met het oorlogsrecht. Het is dan belangrijk dat we hier transparant over zijn en dat we meteen laten onderzoeken wat er precies is gebeurd. In het verleden is dat niet altijd gebeurd. Die transparantie is belang- rijk, omdat het ons juist kan helpen bij het verweren tegen onterechte beschul- digingen. Het betekent dat je tijdens een onderzoek nog geen conclusies kunt trekken. Dat is niet verschuilen, dat is zorgvuldigheid.’


Over Kajsa Ollongren


Kajsa Ollongren is op 10 januari 2022 benoemd tot minister van Defensie in het kabinet-Rutte IV. Daarvoor was ze, onder andere, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het kabinet-Rutte III, locoburge- meester en wethouder in Amsterdam en secretaris- generaal op het ministerie van Algemene Zaken. Ollongren is getrouwd, heeft twee kinderen en woont in Amsterdam.


HET HELE INTERVIEW LEZEN?


Scan deze qr-code.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108