849 | WEEK 51-01 21 DECEMBER 2016
849 | WEEK 51-01 21 DECEMBER 2016
OOK PASSAGIERSVAART KAN OPGAAN VOOR GOUD, ZILVER OF BRONS Green Award raakt ingeburgerd in binnenvaart
Award, die bovendien zonder winstoogmerk werkt. “Tel maar uit hoeveel je verdient met de certificering van 13 schepen per jaar. Het is amper kostendekkend. Het is de zeevaart die geld oplevert. Daar is de Green Award al in 1994 ingevoerd. Mede dank zij de invoering van de Green Award is de zeevaart veiliger, schoner en kwalitatief beter geworden”.
Voordelen Het scheelt natuurlijk dat Green Award sche- pen korting krijgen op havengeld, produc- ten en diensten. De binnenvaart krijgt kor- ting in de haven van de gemeente Meppel, de Eemshaven en de haven van Delfzijl, de Rotterdamse haven, Moerdijk, Zeehaven Dordrecht, de havens van Papendrecht, Zwijndrecht, Werkendam, Vlissingen en Terneuzen, Bergen op Zoom en Utrecht. Het Havenbedrijf Gent doet mee, evenals de ha- vens Zevenellen en Wanssum en Amsterdam.
Jan Fransen is een groot voorstander van gebruik van GTL brandstof. Foto Lida Saaij
Het Green Award programma voor de binnenvaart bestaat inmiddels zes jaar en mag genoeg- zaam bekend zijn bij de schippers en scheepseigenaren. Wie aan de vereisten van dit pro- gramma voldoet krijgt het milieukeur waarmee men herkenbaar wordt als schonere binnen- vaart. Als tegenprestatie zijn er havens en bedrijven, de zogenaamde incentives, die de Green Award schepen korting bieden. Hoe populair is dit keurmerk inmiddels? Hoeveel schepen en andere vaartuigen doen er aan mee? Hoe reageerden de huidige en toekomstige deelnemers op de invoering in 2014 van het bronzen, zilveren en gouden certificaat? En op de gewijzigde financiering, doordat het ministerie van Infrastructuur en Milieu de gedeeltelijke subsidiëring heeſt beëindigd? Directeur Jan Fransen geeſt uitleg.
buitenboordwater. Voor de verlichting is ge- bruik gemaakt van LED-lampen.
In juni 2011 ontvingen de eerste drie sche- pen een Green Award certificaat. Nu, ruim vijf jaar later staat de teller op 583 schepen. Het zijn veelal jonge schepen die zijn gecer- tificeerd. Het gros (487) is jonger dan 10 jaar. “Ook oude schepen kunnen in aanmerking komen voor een Green Award. Een goed voorbeeld daarvan is de Empresa, bouw- jaar 1963, met een motor uit hetzelfde jaar. Dit schip voldoet momenteel volledig aan de CCR2 eisen voor uitstoot na aanpassing van de motor door toepassing van het Brandstof Wateremulsiesysteem (FWE). Het schip heeſt nu de Green Award Gold”, aldus Fransen. Bij FWE wordt er water aan het verbrandingspro- ces van dieselmotoren toegevoegd. Dit levert een forse vermindering op van roetvorming in de motor, een aanzienlijke stikstofoxidereduc- tie en een besparing van brandstof.
Passagiersvaart De certificaten worden gevoerd door sche- pen in alle categorieën: tankers, droge la- ding, containers, beunschepen, autosche- pen, duwbakken, duwboten, een kraanschip, een patrouillevaartuig en één passagiers- schip. Dit is de gloednieuwe Z8 Zilvermeeuw die afgelopen zomer in de vaart is genomen. Het is momenteel het meest duurzame par- tyschip van Nederland, met name omdat het dieselelektrisch is, dus fluisterstil en voor- zien van nageschakelde techniek, hetgeen vrijwel geen emissie oplevert aan de uitlaat. Door gebruik te maken van restwarmte van de voortstuwingsmotoren wordt de salon verwarmd. Het sanitair wordt gespoeld met
Jan Fransen
DE AMERIKAANSE MOTOREN VOLDOEN NET NIET AAN DEZE EISEN MAAR ZIJN AL OP DE MARKT
Jan Fransen is trots op het feit dat de Z8 Zilvermeeuw al is gecertificeerd. “We de- den nog geen passagiersvaart. Het program- ma daarvoor wordt pas per 1-1-2017 openge- steld. Maar de eigenaren van dit schip hebben zelf het initiatief hiertoe genomen en we mo- gen dit schip als pilot gebruiken. Wij beoorde- len uitsluitend het technische deel, zoals we dat ook bij de binnenvaart doen. Voor de pas- sagiersvoorzieningen en het hotelgebeuren kunnen eigenaren van passagiersschepen zich wenden tot de Green Key, dat ook werkt met een brons, zilver en goud certificaat. Dat matcht erg goed met de Green Award”.
Internationaal De Green Award voor de binnenvaart begint ook buiten Nederland bekendheid te krijgen. Het merendeel van de gecertificeerde sche- pen (78 procent) behoort tot de Nederlandse vloot. De overige schepen zijn afkomstig uit België (5 procent), Duitsland (9 p
rocent),
Luxemburg (4 procent) en Zwitserland (3 pro- cent). Dat is verklaarbaar, want Nederland be- schikt over de grootste binnenvaartvloot bin- nen Europa.
Wijzigingen
In 2016 zijn er 13 schepen toegevoegd aan de lijst. Dat lijkt niet veel. Niettemin is Fransen hierover best te spreken. “We hadden ver- wacht dat het aantal zou halveren in verband met de aangescherpte eisen sinds juni 2015”. Er kwam meer aandacht voor nieuwe energie- besparende technieken, meer beloning voor schonere ( hulp)motoren, meer aandacht voor de veiligheid. Het programma werd in twee delen verdeeld; motoren en aanvullende ei- sen. En er kwam een verdeling naar niveaus binnen het programma, dus brons, zilver en goud. Daarnaast werd in 2016 de subsidie be- eindigd die het ministerie van Infrastructuur en Milieu gedurende de eerste vijf jaar ver- strekte. Deelnemers aan Green Award betalen nu het volledige bedrag van 720 euro voor de keuring voor een periode van drie jaar. Daarna volgt herkeuring. Desondanks is de belang- stelling normaal gebleven. Per 1 januari 2017 wordt dit bedrag verhoogd tot 735 euro. Fransen benadrukt dat de keuring bepaald geen melkkoetje is voor de organisatie Green
De banken ABN Amro, Rabobank Altena, Krimpenerwaard, Merwestroom en Oosterschelde en Zicht risico- en verzeke- ringsadviseurs dragen bij aan de certificaat- kosten van hun clientèle. Alphatron biedt tien procent korting op producten en diensten. Fransen: ”In het komende half jaar verwach- ten we drie nieuwe toeleveranciers en nog zes Nederlandse havens aan deze lijst te kunnen toevoegen. Daar blijven we ons continue voor inzetten”.
Stage V Hoewel het programma van eisen in 2015 al eens werd aangepast ontkomt de organisa- tie niet aan een nieuwe aanpassing. De Euro 5, ook wel Stage V motoren genoemd, ko- men er aan in 2019-2020. Die moeten vol- doen aan het niveau hoger dan dat van de Amerikaanse EPA-norm Tier 4, voor motoren groter dan 300 kW met daarbij een aanscher- ping voor de uitstoot van fijnstof (vanaf 2020): maximaal 1,8 gram NOx, 0,01 gram PM per kWh en een limiet van maximaal 1*1012 fijn- stof deeltjes (PN) per kWh. Het niveau con- form het EBU en Euromot voorstel, voor mo- toren tot en met 300 kW (vanaf 2019) mag dan maximaal 2,1 gram NOx en 0,11 gram PM (fijnstof)1 per kWh zijn. Daarnaast is de op- legging in Rotterdam van een gebiedsverbod in het jaar 2025 te verwachten, voor binnen- vaartschepen die niet voldoen aan de huidige CCR2 emissienorm.
De invoering van de Euro 4 motor haalde het niet omdat deze niet geleverd kon worden. Volgens Fransen wordt dit lastig voor de Stage V. “De Amerikaanse motoren voldoen net niet aan deze eisen maar zijn al op de markt. Waarschijnlijk willen we de PM waarde iets gunstiger stellen dan Stage V, omdat die an- ders niet te meten is. NOx blijſt echter wel vol- gens Stage V staan.
Jan Fransen
IN HET NIEUWE PROGRAMMA VAN EISEN VOOR DE GREEN AWARD WORDEN EXTRA PUNTEN GEGEVEN VOOR HET GEBRUIK VAN LNG EN GTL ALS BRANDSTOF
GTL Jan Fransen is een groot voorstander van ge- bruik van GTL brandstof. GTL is de afkorting van Gas to Liquid, ofwel van gas naar vloei- baar. Het is vloeibare brandstof die op syn- thetische wijze wordt verkregen uit aardgas. Het is een ultra schone brandstof volgens de producent. Fransen werd hierover vier jaar ge- leden door Shell benaderd. Op voorstel van Green Award is de brandstof getest op een Nederlands binnenvaartschip. Daarmee kon worden aangetoond hoe het werkt. Inmiddels varen er drie oudere schepen op GTL, die na meting door een erkende instantie een aan- toonbaar schonere uitstoot hebben en verge- lijkbaar of beter dan CCR2.
“In het nieuwe programma van eisen voor de Green Award worden extra punten gegeven voor het gebruik van LNG en GTL als brand- stof”, voert Fransen aan. Hij vindt dat er ook een rol is weggelegd voor de overheid op alle niveaus als men vindt dat de binnenvaart be- ter benut moet worden. “Geef ze dan bijvoor- beeld korting als ze GTL gebruiken. Het werkt echt. Het mts Novamente (bouwjaar 2005 - Green Award Zilver) vaart nu dankzij het ge- bruik van GTL schoner dan de geldende eisen voor een CCR2 motor. Brandstof moet concur- rerend zijn met de klassieke en meer vervui- lende brandstof. En dan heb ik het nog niet over alle technische aanpassingen die er no- dig zijn om een motor op klassieke brandstof schoner te laten varen”.
Meten aan de pijp Bonuspunten zijn er volgens Fransen ook te verdienen voor schepen die meedoen aan de Green Deal ‘Continue Aan-Boord Analyse en Diagnose’ (Cobald). In september is deze Green Deal eindelijk ondertekend. Cobald moet zorgen voor een betrouwbaar systeem om uitstoot direct aan de uitlaat te meten.
Wat zijn de voordelen? • De schipper krijgt een beter inzicht in het ef- fect van zijn vaargedrag.
• Binnenvaartondernemers kunnen zich met hun milieuprestaties profileren voor verladers.
• Verladers kunnen met feitelijke emissie- prestaties rekening houden bij de keuze van vervoerders.
• Havenbedrijven kunnen aan de hand hier- van de toegang van havens reguleren.
• En op langere termijn kan het de handha- ving verbeteren van emissies.
De Empresa, bouwjaar 1963, met een motor uit hetzelfde jaar voldoet momenteel volledig aan de CCR2 eisen voor uitstoot dit na aanpassing van de motor door toepassing van het Brandstof Wateremulsiesysteem (FWE), gerealiseerd door DBH Diesel Engines.
Werk aan de winkel De behaalde aantallen zijn mooi, maar er is ook nog veel werk te doen. Wie Rabobank Cijfers & Trends 2017 voor de binnenvaart er op naslaat leest dat de Nederlandse vloot ruim 7.500 geregistreerde vaartuigen telt met een totale capaciteit van circa 8,8 miljoen ton. De vloot bestaat uit 4.000 motorvracht- schepen, 1.100 vrachtduwbakken, 1200 mo- tortankschepen, 650 duwboten, 500 sleep- boten en 50 tankduwbakken. Daarbuiten zijn er ook nog flinke aantallen bedrijfsvoertui- gen, zoals patrouilleschepen en werkschepen die ook nog niet aan de Green Award normen voldoen.
51
19
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88