This page contains a Flash digital edition of a book.
849 | WEEK 51-01 21 DECEMBER 2016


849 | WEEK 51-01 21 DECEMBER 2016


net naroepen. Jochem hoorde haar niet want hij zat alweer op zijn fiets, op weg naar zijn vrienden. Rolf en Jeroen woonden allebei een paar straten verderop, ze waren praktisch bu- ren en Jochem was er dan ook binnen vijf mi- nuten. Buiten adem drukte hij op de bel van het huis waar Jeroen woonde. Toen het vol- gens hem iets te lang duurde voordat er werd open gedaan, bonsde hij op het raam. Een beetje geïrriteerd opende Jeroen de deur, Rolf stond naast hem. Jochem had goed gegokt toen hij dacht dat de twee samen huiswerk aan het maken waren. “Jongens, kom mee, ik heb iets vreemds ontdekt. Dat huiswerk komt vanavond wel, we hebben nu iets anders te doen”. Rolf en Jeroen keken elkaar aan, haal- den hun schouders op en besloten maar niets te vragen. Snel trokken ze hun jas aan, pak- ten hun fiets en binnen vijf minuten raceten ze met zijn drieën richting de rivier, ze hielden wel van een beetje avontuur.


Kerstvuil Al snel kwamen ze bij de eerste rode vuilniszak. Rolf en Jeroen waren al net zo verbaasd als Jochem toen ze die grote zak zagen staan. “Hoe is die hier gekomen”, vroeg Jeroen zich hardop af. “Dit ding is niet te tillen joh”. “Misschien heeſt iemand deze zak overboord gegooid, een schipper ofzo? Er varen hier wel veel schepen voorbij”, bedacht Rolf. Jochem schudde zijn hoofd. “Een schipper zou zoiets nooit doen”. Maar terwijl hij dit zei herinnerde hij zich plotseling de woorden van zijn vader, die altijd klaagde over die nieuwe huisvuilregels. Opeens konden de binnenvaartschippers niet meer overal hun afval kwijt. Om een vuilniszak kwijt te kunnen, hadden ze nu een speciale chip nodig om de huisvuilcontainers te openen. En die chip kostte natuurlijk geld. Toen Jochem dit aan zijn vrienden vertelde, keken zij hem vragend aan. “En willen de schippers die chip niet gewoon betalen dan?” Jochem legde vervolgens uit dat in een of ander oud verdrag geregeld is dat schippers niet hoeven te betalen voor het afgeven van huisvuil. Ze moeten namelijk ook al geld betalen voor het huisvuil in de gemeente waar het woonadres van de schipper is en dat is dubbelop. “Er zijn dus heel veel schippers die niet zo’n chip hebben omdat ze niet nog een keer willen betalen”, legde Jochem verder uit aan zijn vrienden. Rolf en Jeroen begonnen het probleem een beetje te snappen. “Maar waar moeten ze hun afval dan laten”, vroeg


Rolf vervolgens. “Tsja dat is een probleem”, zo wist Jochem van zijn vader. “Veel schippers brengen hun afval nu naar België, daar kunnen ze het wel kwijt”. “Ha daar zullen de Belgen blij mee zijn”, lachte Jeroen. “Nou niet echt hoor”, zei Jochem. Of die rode zakken hier iets mee te maken hadden, wist hij natuurlijk niet. De drie jongens waren behoorlijk nieuwsgierig geworden. “Zullen we deze eerste zak gewoon eens open maken”, stelde Jochem voor. Omdat deze zo groot was, was dat makkelijker gezegd dan gedaan. “Geef me eens een pootje Jeroen”, zei Jochem ongeduldig. Terwijl Jeroen klaarstond en met zijn handen een gootje vormde, zette Jochem hier voorzichtig zijn voet in. Met zijn ene hand steunde hij op Jeroens schouder, met de andere hand trok hij aan de strik waarmee de zak dicht werd gehouden. Voor ze het wisten rolden de jongens over de grond, met de inhoud van de zak over zich heen; honderden propjes inpakpapier, strikken, papieren bekertjes met restjes chocolademelk zo te ruiken. “Als ik er nog in zou geloven, zou ik haast denken dat dit het huisvuil van de kerstman is”, zei Jeroen. Rolf lachte hem uit. “Kom laten we de volgende openen”, stelde Jochem voor. De drie jongens fietsten zo snel ze konden naar de volgende zak. Ook deze zak kregen ze na een kleine klimpartij open. Gelukkig bleef de inhoud in de zak, die deze keer gevuld was met nog meer cadeaupapier maar ook lege eierschillen, melkpakken, heel veel lege chocolademelkpakken, een kapot


dat ik mijn volle vuilniszakken heel moeilijk kwijt kon. Het was al een tijd geleden dat ik op deze manier door dit kleine landje gleed, de afgelopen winters waren immers niet zo ijzig koud. De laatste winter dat dit kon, bracht ik mijn afval keurig naar zo’n container bij een sluis. Nu ben ik bijna geen vuilcontainers tegengekomen en daar waar er wel eentje stond, had ik een speciale chip nodig om hem te openen. Vreemd…. Heel vreemd vind ik dat’. “Zie je, ik zei het toch”. Jochem keek zijn vrienden triomfantelijk aan. “Toch iets met dat huisvuil”. Hij las verder: ‘Ik vroeg mij af hoe die schippers dat dan tegenwoordig doen. Zij moeten toch ook hun vuilnis kwijt? Welnu beste vinder van mijn vuilnis, ik heb uiteindelijk besloten mijn zakken op de kade neer te zetten in de hoop dat iemand deze brief zou lezen. Misschien kunt u helpen mijn vuilnis op te ruimen? En mocht iemand moeilijk doen, zegt u dan maar dat de kerstman erop staat dat het probleem wordt opgelost. Gegroet beste vinder, ik ga mijn reis vervolgen’.


Een grap “Dit moet een grap zijn”, zei Rolf terwijl hij zijn vrienden met grote ogen aankeek. “De kerstman, yeah right! Daar trappen we toch niet in? Dit is vast een actie van die schippers waar jij het over hebt”. Ook Jochem en Jeroen vonden het maar een raar verhaal, en even wisten ze niet zo goed wat ze moesten doen. “Die vuilniszakken moeten hier in ieder geval weg maar… hoe krijgen wat voor elkaar?


43


over te halen hem vanavond nog even de deur uit te laten gaan. Blijkbaar was dat Jeroen en Rolf ook gelukt want ook zij stonden om half acht bij de afgesproken plek. Vastberaden hun plannetje uit te voeren…….


Sensatie


‘Drie vrienden vinden mysterieuze vuilniszakken’, luidde de grote kop op de voorpagina van de dorpskrant de volgende ochtend. Er stond zelfs een foto bij van de drie vrienden, rondom een van de mysterieuze vuilniszakken. “Dus daarom was je zo laat thuis gisterenavond”. Jochems moeder was niet eens boos geworden toen hij gisteren pas om half tien kwam aanzetten. Hij moest wel direct door naar bed en had dus niet meer kunnen vertellen wat er allemaal gebeurd was. “Ja”, antwoordde Jochem. “Toen we die journalist vertelden wat we hadden gezien, wilde hij meteen naar die plek toe en wij moesten mee. Toen hij die vuilniszakken zag, heeſt hij ook meteen een fotograaf gebeld. Ik ben zo benieuwd wat er nu gaat gebeuren”. Hij had niet kunnen bedenken dat dat ene artikel in de dorpskrant zoveel reacties zou opleveren.


& Happy New Year


belletje dat niet meer rinkelde, gescheurde witte blaadjes met sierlijke letters. “Lieve Lisa, dit gedichtje is speciaal voor jou….”, las Rolf hardop terwijl hij een gescheurd stukje papier voor zich hield. De jongens maakten alle zakken open en ik elke zak zat ongeveer hetzelfde. “Misschien wist de kerstman ook niet waar hij zijn afval kwijt moest dit jaar”, zo verklaarde Jeroen de zakken. “De kerstman reist toch niet per schip”, voegde Jochem daaraan toe. “Misschien dit jaar wel, of…….” Opeens schoot Jochem iets te binnen. “Jongens ik weet het….. vandaag varen de schepen weer over de rivier, maar gisterennacht was deze rivier bevroren en spekglad; de perfecte snelweg voor een arren slee”. Voor even waren die ‘grote’ jongens, weer klein. Ze vergaten dat ze op de middelbare school zaten en allang niet meer in de kerstman geloofden. Hun wangen begonnen te gloeien, ondanks de kou, de pretlichtjes in hun ogen schoten aan. Alleen Rolf was nog niet helemaal overtuigd maar hij vond het daarom niet minder leuk. “We moeten de kerstman zien te vinden”, opperde Jeroen. “Ook al is hij de kerstman, hij kan toch niet zomaar zijn vuilniszakken op de kade gooien?” Plotseling viel Jochems oog op een envelop die was vastgemaakt aan de laatste vuilniszak. Bij het openmaken hadden ze deze helemaal over het hoofd gezien, daarom was hij ook een klein beetje gescheurd. “Hé jongens, moet je dit zien”, zei hij tegen zijn vrienden. “Ik heb een brief gevonden”. Meteen stonden Rolf en Jeroen om Jochem heen en voorzichtig maakte hij de envelop open. Gelukkig was de tekst, ondanks de scheur, nog goed leesbaar. ‘Aan de vinder van deze brief’, stond er in de aanhef. ‘Zoals u ziet, had ik wat problemen met het lozen van mijn afval. Terwijl ik met mijn arrenslee over die prachtige Nederlandse rivieren gleed, kwam ik erachter


& Happy New Year


Die dingen zijn hartstikke groot”, zei Rolf terwijl hij nog een rondje liep om de laatste vuilniszak die ze hadden geopend. “Ik heb een idee”, riep Jochem plotseling uit. “We gaan gewoon naar de krant, die maken er vast een mooi artikel over en dan komt de oplossing vanzelf. Hebben de schippers gelijk weer wat extra aandacht voor hun probleem”. Jochems vrienden vonden het een top idee en zo snel ze konden stapten ze op hun fiets om naar huis te fietsen. Het was inmiddels helemaal donker geworden en toen Jochem en zijn vrienden hijgend en puff end de keuken binnenstormden, stond zijn moeder hem met de handen in haar zij al boos op te wachten. “Zes uur thuis, had ik gezegd toch”, zei ze terwijl ze met een vinger op haar horloge tikte. “Het is verdorie halfzeven, ik was hartstikke ongerust. Waar was je? En moeten Rolf en Jeroen ook niet allang thuis zijn voor het avondeten?” Geschrokken keken de twee op hun horloge. “Chips, inderdaad”, zeiden ze in koor. “Vanavond half acht verzamelen bij de grote kerk, daar vlakbij zit de redactie van de dorpskrant”, riep Jeroen nog snel voordat hij wegstoof. Toen zijn vrienden vertrokken waren, had Jochem heel wat uit te leggen. Aan het eind van zijn verhaal keek zijn moeder hem ongelovig aan. “Dus jij denkt serieus dat die vuilniszakken van de kerstman zijn?” “Nou ja, dat weten we natuurlijk niet zeker, maar wat we wel zeker weten is dat het geen ‘normale’ zakken zijn, en dat ze daar niet horen te staan. Er moet dus hoe dan ook iets gebeuren en daarom gaan we naar de krant, daar houden ze wel van een beetje spanning en sensatie toch? En het is een goede manier om iedereen op de hoogte te brengen, misschien wordt er dan wel iets aan dat vuilniszakkenprobleem gedaan. Dat is dan toch mooi meegenomen?” Jochems woorden waren overtuigend genoeg om zijn moeder


Het nieuws over de vuilniszakken verspreidde zich als een lopend vuurtje en de zakken werden een bijzondere bezienswaardigheid. De hele dag stond de kade vol met mensen die ze met eigen ogen wilden zien. Een dag later haalde het nieuws zelfs de landelijke kranten en dat zorgde er weer voor dat zelfs de minister een kijkje kwam nemen. “Ik ben benieuwd of die zogenaamde kerstman de minister wel op andere gedachten kan brengen”, mompelde Jochems vader, die eindelijk weer thuis was gekomen na twee weken varen. Hij was erg trots op Jochem en zijn vrienden geweest, en blij dat er zo weer wat extra aandacht was voor het huisvuilprobleem. “Goed gedaan zoon”, zei hij dan ook terwijl hij met zijn hand door Jochems blonde krullen woelde. Na het bezoek van de minister werden de vuilniszakken een voor een weggetakeld. Zij vond dat ze er nu wel lang genoeg hadden gestaan. ‘Is dit het dan’, vroeg Jochem zich af. ‘De vuilniszakken zijn weg en wat nu? Het probleem is toch nog steeds niet opgelost’. Een paar dagen later, vlak voor de kerstdagen, kreeg hij antwoord op zijn vraag. In een off iciële persverklaring die werd uitgezonden tijdens het acht uur journaal, vertelde de minister dat alle huisvuilcontainers tijdens de kerstvakantie open zouden gaan. “Schippers, met en zonder abonnement, kunnen dan dus gratis en zonder chip hun huisvuil kwijt. Wel zo handig met al dat kerstafval. Ik wens u allen hele fijne feestdagen!” Jochem keek zijn vader aan, die niet erg tevreden leek met deze uitkomst. “Pff f, alleen tijdens de kerstvakantie nee dat is lekker. Wat hebben we daar nu aan”, mopperde hij. Jochem stelde hem echter gerust. “Wacht maar pap; wat de kerstman voor elkaar kan krijgen, kunnen mijn vrienden en ik ook”. Geheimzinnig lachend stond hij op, pakte zijn telefoon en maakte een WhatsApp groep aan. Hij voegde Rolf en Jeroen toe en tikte ‘morgenmiddag… half 5. Overleg bij de grote kerk..be there…’. Daarna nam hij een flinke teug van zijn warme chocolademelk. ‘Zo gemakkelijk komt u niet van ons af mevrouw de minister’, mompelde hij zacht. Maar nu eerst…. vakantie’.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88