search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Statistieken geven vertekend beeld van invloed


van vrouwen in de melkveehouderij inbreng die boerinnen hebben in de melk- veehouderij. In 2014 is de rol van vrouwen in kaart gebracht door Wageningen Economic Research (toen nog LEI) in samenwerking met het lectoraat familiebedrijven van Hogeschool Windesheim.


Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) registreerde in 2016 in totaal 339 melkveebe- drijven met een vrouw als bedrijfshoofd. Op een totaal van ruim 16.000 bedrijven is dat een aandeel van 2,1 procent. Deze cijfers zijn gebaseerd op de gecombineerde opgave. Sinds 2010 schommelt het percentage melk- veebedrijven met een vrouw aan het roer al rond de 2 procent. De cijfers voor de melk- veehouderij zijn duidelijk lager dan voor de rest van de land- en tuinbouw, waar het aan- deel vrouwelijke bedrijfshoofden met gemid- deld 5,3 procent overigens ook niet hoog is.


Twee derde werkt volop mee De statistieken van het CBS lijken echter een vertekend beeld te geven van de werkelijke


In de melkveehouderij is bijna de helft van de vrouwen volledig actief op het bedrijf. Dit wil zeggen dat ze geen betaald werk buitenshuis hebben en minstens tien uur per week in het bedrijf steken. Het grootste deel van deze vrouwen werkt tussen de tien en dertig uur per week op het bedrijf. Ongeveer een vijfde van de boerinnen besteedt naast een be- taalde baan nog eens tien uur of meer aan werk op de boerderij. In de melkveehouderij werkt slechts een derde van de vrouwen


minder dan tien uur op de boerderij. De grote meerderheid van deze groep heeft betaald werk buitenshuis.


Vrouwen strategisch sterk betrokken Als het gaat om het nemen van beslissingen is de invloed van vrouwen nog veel groter. In de totale land- en tuinbouw (hier is geen on- derscheid gemaakt naar sectoren) is slechts twaalf procent van de vrouwen niet of nauwe- lijks betrokken bij de strategische besluitvor- ming. Op meer dan zeventig procent van de bedrijven is de boerin als mede-onderneem- ster sterk of volledig betrokken bij het nemen van belangrijke beslissingen, zoals over be- drijfsontwikkeling, investeringen, fi nanciering en opvolging.


S TERKE VROUWEN


48


S TERKE VROUWEN


76


S TERKE VROUWEN


84


ANNEMIEK VEENKAMP:


‘Ik zou het geen goede zaak vinden als veearts een vrouwenberoep zou worden’


ISABELLE DE WISPELAERE:


‘Vroeger was het begeleiden van bedrijfsovernames nog vaak een onemanshow’


ERICA RIJNEVELD:


‘Ik had in het begin het gevoel dat ik me als vrouw meer moest bewijzen. Nu weet ik waar ik sta’


veeteelt DECEMBER 1/2 2017 9


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98