search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
BEDRIJFSREPORTAGE BASÍK


Milan Basík ziet de investering in biogas als een vorm van risicospreiding


Basík investeerde tien jaar geleden al in een robot


duceren van kwalitatief goed (ruw)voer voor de veesta- pel, om daarmee het hoge productieniveau van 12.000 kilo melk per koe te kunnen consolideren. Hoger hoeft niet zo nodig van Milan. ‘Zes jaar geleden waren we topmelker van Tsjechië met 13.500 kilo melk per koe. Maar de dieren moesten te veel op de tenen lopen. Sinds we het ruwvoer iets droger en langer oog- sten, is de productie per koe met 1500 kilo melk ge- daald, maar zijn de dieren een stuk gezonder. De meeste adviseurs vinden ons ruwvoer te grof, maar ik vind een goede penswerking belangrijk. De koeien nemen mis- schien iets minder voer op, maar de vertering is beter.’ Het totale rantsoen bestaat uit: maissilage (29 kg), gras- klavermix (20 kg), hooi (0,5 kg), extracted soja (1,1 kg), extracted raapzaad (2 kg), ontsloten graan (2 kg), pulp- brok (1 kg), melasse (0,5 kg) en mineralen.


Stro in de ligboxen


Het hogere aandeel structuur in het rantsoen had ook een gunstig effect op de klauwgezondheid. Mortellaro en stinkpoot kwamen eerder wel voor, maar het laatste jaar niet meer. De koeien gaan nu nog (maar) twee keer per jaar door het voetbad.


Milan Basík is zeer gebrand op de diergezondheid. Het mag zijn koeien aan niets ontbreken. Ze liggen in ruime met stro ingestrooide ligboxen. Door de toepassing van kalk blijft het celgetal (150.000) op een aanvaardbaar niveau. En in de fokkerij geeft hij niet toe op gezond- heidskenmerken. De verbeterde diergezondheid is in-


middels zichtbaar in het uitvalspercentage. Dat ligt met 25 procent op een verdienstelijk niveau. Dankzij deze lage veevervanging en minder kosten voor diergezond- heid is het verklaarbaar dat ook de directe kosten bij Basík aanmerkelijk lager zijn (–4,80 euro per 100 kilo melk) dan op een gangbaar Europees bedrijf.


Investeren in biogas


Het rendement op het bedrijf van Milan Basík mag dan reiken tot de Europese top (figuur 1), toch koos de melk- veehouder vier jaar geleden voor een investering in een neventak. In 2013 liet hij een biogasinstallatie bouwen met een vermogen van 250 kilowatt. De kleinste in zijn soort. Sindsdien is 40 procent van het bedrijfsinkomen afkomstig van biogas, 40 procent komt uit melk en de overige 20 procent uit akkerbouw. ‘Ik zie het als een vorm van risicospreiding. Maar we hadden ook proble- men met de opslag van mest en strengere regels voor het uitrijden van gier. Met de huidige werkwijze voldoen we aan de regelgeving en met de restwarmte uit de in- stallatie worden ook nog eens tien huizen verwarmd’, zegt Milan. Voor de dagelijkse arbeid rondom de biogasinstallatie heeft Basík een medewerker moeten aanstellen. De vee- houder heeft nu in elke tak in zijn bedrijf een medewer- ker lopen. En als het aan Milan ligt, groeit het aantal medewerkers in de toekomst. ‘Over tien jaar willen we hier 150 koeien melken. De eerste stap zetten we door het uitbreiden van de huisvesting voor het jongvee.’ l


Communisme zette 40 jaar een rem op familiebedrijf Een jaar later kwam Josef Basík weer vrij,


In 1948 vond er in het toenmalige Tsjecho- Slowakije een communistische staatsgreep plaats. Het land was vanaf dat moment een communistische dictatuur. Josef Basík, de grootvader van Milan, had een goedlopend landbouwbedrijf met voor die tijd moderne machines en apparatuur. Maar de nieuwe machthebbers onteigenden zijn bezit en in 1956 werd hij na een schijnproces in de gevangenis gezet.


52 veeteelt DECEMBER 1/2 2017


maar werd hij wel verbannen uit de regio waar hij woonde en werkte.


In 1967 werd de familie Basík gerehabiliteerd en mocht weer terugkeren naar Zárybničná Lhota. Het was een periode van kortston- dige liberalisering van het officiële socia- lisme, later bekend als de ‘Praagse Lente’. Josef Basík vestigde zich op een stuk land dat oorspronkelijk zijn bezit was. Het duurde


tot 1991 voordat de familie zich weer eige- naar mocht noemen van het land dat hun voorvaderen hadden bewerkt. In de lente van 1992 was het Josef Basík junior – Milans vader – die voor het eerst na bijna veertig jaar weer voor eigen rekening een stuk bouwland mocht inzaaien. Hij be- gon met een areaal van 32 hectare en kocht een veestapel van 40 melkkoeien. In 2004 nam Milan het bedrijf van zijn vader over.


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98