‘Gezonde dieren zijn de basis’
Haar achtergrond als verpleegkundige en de Q-koorts hebben ervoor gezorgd dat diergezondheid hét ding van Jeannette van de Ven is geworden. Als portefeuillehouder gezonde dieren bij LTO wil ze sectoren verbinden en dingen in perspectief plaatsen. TEKST FLORUS PELLIKAAN
I
n haar uppie het ouderlijk melkveebedrijf in Oirschot overnemen. Het was destijds te spannend, al had ze de liefde voor het vak. Jeannette van de Ven is trots op haar afkomst als boerendochter en samen met haar latere partner begon ze in 1995 op het toen al deels ontmantelde ouderlijk melkveebedrijf een melkgeitenhouderij. Ze startten met 220 lammeren en melken nu 1700 geiten.
Nadat ze regionaal bestuurswerk had ge- daan, werd Van de Ven in 2009 gevraagd als LTO-vakgroeplid geitenhouderij. Vrijwel direct stoomde ze door naar voorzitter. ‘Het sprak me aan om wat verder van het erf te komen en kennis te halen en te brengen.’ Op 1 september legde ze haar voorzitterschap neer en werd ze benoemd tot portefeuille- houder gezonde dieren bij LTO Nederland.
Waarom heeft u de overstap gemaakt naar diergezondheid?
‘Gezonde dieren zijn de basis van een veebe- drijf, dat spreekt me aan. Managementkwali- teiten vallen in het niet als de diergezond- heid niet op orde is. Ook mijn studie en werk als verpleegkundige hebben aan die interesse bijgedragen. In de thuiszorg heb ik daarnaast geleerd met mensen uit alle lagen van de samenleving een goede band op te bouwen. Dat heeft me geholpen in de heftige Q-koorts- periode en gaat me nu bij de overleggen met alle ketenpartners ook helpen. Ik ben een verbinder, geen harde onderhandelaar.’
Wat heeft u geleerd van de Q-koorts- periode?
‘Het heeft me een bestuurder gemaakt, want mijn start was bizar. Op 1 januari ben ik als
voorzitter geitenhouderij begonnen, op 5 januari is onze veestapel getaxeerd van- wege een Q-koortsbesmetting, op 6 januari zijn we geruimd en op 7 januari stond ik voor het eerst voor een groep van een paar honderd boze boeren het beleid te verdedi- gen. Na afloop dacht ik: als ik dit kan, dan kan ik alles. Mijn draagvlak heb ik daar verdiend. Ik was een van hen.’
Wat ziet u als belangrijkste taak binnen uw nieuwe functie? ‘Afzonderlijke vakgroepen kunnen voor een groot gedeelte prima hun eigen zaken rege- len, maar er zijn altijd onderwerpen die sectoroverschrijdend zijn. Wat kan samen worden opgepakt en waar liggen de conflict- situaties? Op dat gebied wil ik van invloed zijn. Want wil de landbouw als een serieuze partij gezien blijven worden – ondanks een dalend aantal boeren – dan moeten we zo veel mogelijk gezamenlijk hetzelfde geluid verkondigen. Binnen de rundveesector kan wat dat betreft de afstemming tussen melk- vee en de vleesvee- en kalverhouderij nogal wat beter.’
Zijn de groeiende veestapels een te groot risico voor de diergezondheid? ‘Bij de uitbraak van een dierziekte is er bij grote bedrijven natuurlijk sneller sprake van een domino-effect. Maar ik wil de grote be- drijven niet graag kwijt. Het zijn vaak bedrij- ven die heel professioneel gerund worden en waar veel innovatiekracht in zit. Dat heb je als sector nodig. De manier waarop een be- drijf wordt gerund, is belangrijker dan de vorm, de bedrijfsgrootte. De zwakste schakel in groeiende bedrijven is de ondernemer
zelf. Heeft die de capaciteit voor een groot bedrijf? Dat is de belangrijkste vraag.’
Hoe doet de melkveehouderij het op het gebied van gezondheid? ‘Ik ben het eens met het rapport van de NVWA dat de gezondheidsrisico’s vrij klein zijn vanwege het gesloten karakter van de bedrijven. Er is veel ketenregie op het gebied van voedselveiligheid en imago. Aan de an- dere kant is het met de bedrijfshygiëne vaak nog matig gesteld.’
‘Ook moet de melkveehouderij zich realise- ren dat ze vanwege onder andere de weide- gang in de maatschappelijke etalage staat. Binnen het Vertrouwensloket Welzijn Land- bouwhuisdieren, waar ik ook voorzitter van ben, komen daardoor relatief veel meldin- gen over melkvee binnen.’
De consumenteneis lijkt richting de veehouderij onverzadigbaar. Hoe moet daarmee worden omgegaan? ‘De markt gaat mee in de waan van de dag en de verwerkende industrie gaat daar soms te snel in mee. Boerenbestuurders moeten hierop toezien. Belangrijk is dat er relative- ring in de discussies is. Ik hoorde een pluim- veehouder onlangs reageren richting bur- gers over de verhoogde concentratie fijnstof rondom stallen. Hij gaf aan dat door de con- sumentenvraag naar scharreleieren er een tien keer hogere uitstoot van fijnstof is.’ ‘Ook aan bijvoorbeeld weidegang of antibio- ticareductie kleven keerzijden. Maar wie schetst die? De primaire sector moet veel meer de aanjager zijn van de volledige afwe- gingen. Niet om alles af te wijzen, maar wel om een goed afgewogen gezamenlijke keuze te maken.’
Hoe moet het verder met het ibr/bvd- dossier?
‘Bewust blijf ik op dat terrein aan de zijlijn staan tot mijn bijdrage wordt gevraagd. Ik ga nu dus ook niet oordelen. Maar in een be- stuurlijk proces gebeuren dingen in geza- menlijk overleg en bij voorkeur collectief. Dan is de kans op succes groter. Voor zover ik op de hoogte ben, is op inhoud dit proces vlot te trekken, maar het hangt af van men- sen en of er voldoende tijd is.’ l
veeteelt DECEMBER 1/2 2017 21
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98