Marcel Rijkers: ‘Drogestofopname soms 15 kg per koe’
Elke dag krijgen de droge koeien van melk- veebedrijf Koepon uit Feerwerd een rant- soen van 28 kg voer per koe met 50 procent droge stof. En het gaat schoon op; via het reken- en weegprogramma Dairytuner houdt bedrijfsleider Marcel Rijkers de opname nauwkeurig in de gaten. ‘We zaten al op een opname van 13 kg droge stof per koe, maar sinds we het nieuwe Premium Transitie-rant- soen voeren, is het een kilo gestegen. Soms vreten ze zelfs 15 kg droge stof per dag.’ De hogere drogestofopname dankzij een smakelijk rantsoen resulteert op Koepon in minder koeien met melkziekte en minder
koeien die aan de nageboorte staan. Ook de biestkwaliteit verbeterde. ‘De eerste biest- productie is lager, maar heeft wel hogere waarden aan immuunglobulinen.’ Rijkers moest naar eigen zeggen wel een knop omzetten om het nieuwe rantsoen in te voeren. ‘We hebben gras genoeg en het melkvee krijgt al relatief weinig mais. Toch hebben we het maisaandeel in het melkvee- rantsoen nog wat teruggeschroefd om mais in te kunnen zetten in het droogstandrant- soen. Daarnaast zijn we gestopt met het voeren van natuurhooi en moesten we duur- der bewerkt stro aankopen. Maar doordat de
koeien nu elke dag hetzelfde rantsoen krij- gen en de opname structureel hoger ligt, zien we dat al die investeringen zich wel terugverdienen.’ Rijkers werkt met twee groepen droge koei- en en houdt de koeien rondom afalven extra in de gaten. ‘In het verleden gaven we alle vierdekalfskoeien en oudere dieren een preventieve behandeling tegen melkziekte. Maar nu zien we aan de gemeten herkauw- activiteit, de voeropname en eigen waarne- ming dat dat bij heel veel koeien niet meer nodig is. De koeien starten veel gezonder op en we zien een hogere piekproductie.’
periode betekent volgens Knook een inves- tering van 15 tot 30 euro per koe. Maar hij is ervan overtuigd dat het meer melk en minder werk oplevert wanneer de koe een- maal gezond heeft afgekalfd. ‘Dit nieuwe concept is niet voor iedere veehouder weg- gelegd. Het is voor bedrijven die al een dag- productie van dertig kilogram melk per koe halen, maar die een stap verder willen zet- ten. En als je je aan de spelregels houdt, zien we op bedrijven die er al mee werken, opmerkelijke resultaten.’
Een van de spelregels betreft de bezettings- graad. ‘Er mag geen overbezetting zijn bij de groep droge koeien. Vijf tot tien procent overbezetting zorgt voor een lagere droge- stofopname van één tot twee kilo’, zo weet Knook. En het hele voerconcept draait juist
om de maximale opname van droge stof in de droogstand. Daarom moeten droge koei- en ook het smakelijkste voer uit de kuil krijgen. Dus niet voer van de kuilrand, maar van onderin, uit het midden van de kuil, waar geen broei plaatsvindt. Het rant- soen heeft daarnaast een stevig aandeel snijmais, om zo het grasaandeel zo klein mogelijk te houden. ‘Veel te vaak zie je dat droogstandsrantsoenen variëren. De be- langrijkste oorzaak is dat de kwaliteit van de kuil in het rantsoen steeds wisselt. Mais is een constanter product.’ Mais is niet alleen een stabiele factor, maar mengt ook nog eens goed, zeker als ook bierbostel voor de eiwitaanvulling wordt toegevoegd. ‘Samen met gehamerd stro krijg je dan een perfect smakelijk rantsoen.’
Gehamerd stro in het droogstandsrantsoen is een opmerkelijk ingrediënt. ‘We kiezen bewust niet voor graszaadhooi of natuur- gras, ook dat kan te veel schommelen qua voerderwaarden’, zo legt Knook uit. Geha- merd stro is stro dat door een zogenoemde ‘haybuster’ is bewerkt. Het is overdwars geraakt door hamers, waardoor de waslaag is verwijderd. ‘Gewoon stro neemt een koe niet graag op, maar dat geldt niet voor ge- hamerd stro’, zo is de ervaring van Knook. De veehouders die het nieuwe transitiecon- cept toepassen, kopen het behandelde stro uit Spanje.
Consequent werken ‘Verdun’ het rantsoen met gehamerd stro Geef dagelijks vers voer
Het droogstandsrantsoen met maximaal 4 kilo droge stof gras, minimaal 3,5 kilo droge stof snijmais, een op maat gemaakt eiwit- en mineralenmengsel en gehamerd stro moet elke dag vers worden gevoerd. Dat bevordert de voeropname en Knook stelt dat het ook op kleinere bedrijven pri- ma kan. ‘Het gaat om consequent werken. De koeien moeten iedere dag hetzelfde, het meest smakelijke voer krijgen. Pas dan lukt het om meer dan 12 kilogram droge stof per dag in de koe te krijgen.’ Het rantsoen wordt zo samengesteld dat het ongeveer 800 vem en een ruweiwitgehalte van 120 gram per kilo droge stof bevat. De resultaten zijn volgens Knook al snel af te lezen aan de biestkwaliteit. De koeien starten met minder, maar kwaliteitsvollere biest. ‘We inventariseren nu op de referen- tiebedrijven de koebehandelingen en ook de gevolgen voor de productie’, aldus Knook. ‘Maar wat we nu al waarnemen, is dat koeien beter opstarten en de negatieve energiebalans korter is. Het bevestigt ons vermoeden dat een goede gezondheid in de lactatie start bij een hoge drogestofopname in de droogstand.’ l
veeteelt DECEMBER 1/2 2017 55
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98