search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Column


Checkpoint Barry


Love kills


kinderen, maar als ik ze zou hebben, zou ik ze dan aan- of afraden om in dienst te gaan? Voor een ouder in die positie zou je het bijna een gewetens- vraag kunnen noemen. Je wilt je kind beschermen, maar je wilt ook niks verbieden; als je dat al kan. Tenminste, zo stel ik me dat voor. En hoe ga je daar mee om als je zelf militair bent en de volgende generatie dient zich aan? Ik zou mijn kind er niet van weerhou- den. Denk ik. Ik zou in ieder geval een goed gesprek met hem of haar voeren over wat zo’n beslissing inhoudt. Het mag dan iemands gedroomde baan zijn, de inzet is in principe je leven. Er zullen genoeg mensen zijn die zullen beweren dat diegene daar dan zelf voor kiest, maar dat is niet de keuze die je maakt. Je kiest voor een beroep, een zinvolle levensinvulling en misschien is het wel een droom die waarheid wordt, maar niemand wordt militair om te sterven en er is niks glorieus aan een ouder die zijn kind ten grave draagt. Mijn pa heeft ook in dienst gezeten, bij de MP. Hij ziet er goed uit in zijn uniform op die oude zwart-witfoto’s. Ik heb ook een oudere neef die in de jaren tachtig bij de marine zat en een zeer oud geworden oom van mijn vader was hoefsmid in het leger. Die heeft wel eens verteld hoe hij zijn eigen hoef- nagels sloeg van stukjes roodgloeiend ijzer. Niet dat deze voorbeelden in mij enige ambitie aanwakkerden om ook militair te worden, maar als jochie maakte het wel degelijk indruk op me. Het heeft een zekere romantiek en de romantiek van het legerleven is iets wat een hoop jongens zal aanspreken. Wie heeft er als kind niet gedagdroomd bij


I


n dienst gaan betekent heden ten dage dat je met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wordt uitgezonden. Ik heb geen


Foto: Birgit de Roij


Barry Hofstede maakte van november ’92 tot mei ’93 als dienstplichtig chauffeur deel uit van het 1e NL/BE VN Transportbatal- jon in Centraal-Bosnië, waarna hij tien jaar nodig had om die periode enigszins een plek te geven. Sinds 2002 ontplooit hij zich als (toneel)schrijver. Hij schrijft over uiteen- lopende zaken, maar oorlog en veteraan zijn in Nederland zijn terugkerende thema’s in zijn werk. In 2013 verscheen zijn eer- ste boek NL-Peacekeeper. Daarnaast is hij hartstochtelijk muziekliefhebber. Hij denkt nog iedere dag aan wat hij heeft gezien en meegemaakt tijdens zijn uitzending.


Er is niks glorieus


aan een ouder die zijn kind ten grave draagt


het lezen van oorlogsboeken? Wie heeft er al spelend niet de meest spannende avonturen beleefd en ontelbare aantal- len Duitsers neergeschoten zonder met zijn ogen te knipperen? Je had goed en


fout, net als in die oude cowboyverha- len waarin de schurk een zwarte en de held een witte hoed droeg. Het leven was overzichtelijk. Tien tellen dood en dan mocht je weer opstaan. Inmiddels weet ik dat je niet aan de goede kant van een geweerloop kan staan. Doden of gedood worden, op zijn eigen manier is het allebei even vrese- lijk. Generaties militairen hebben voor generaties veteranen gezorgd en gene- raties veteranen maken geen enkel verschil zolang generaties leiders ten oorlog blijven trekken. Hoezeer we de prestaties van onze veteranen ook vieren en hoeveel onderscheidingen we ze ook toekennen, iedere onder- scheiding en iedere oorlogsveteraan is een bevestiging van de menselijke onmacht. Hoezeer militairen en hun prestaties ook boven alles en iedereen kunnen uitstijgen. En als je oorlog als natuurverschijnsel beziet, dan is het een eindeloos draaiende mallemolen. Een molen waar we niet vanaf kunnen of durven springen. Soms zou je denken dat de mensheid bang is voor vrede. Maar generaties veteranen en dan ook nog binnen het gezin. Hoe meer ik er over nadenk, hoe meer het me duizelt. De ene gedachte roept de andere op, als een rij dominostenen die omvalt. Het is een ongrijpbaar idee, groots en grotesk, dat mij tegelijkertijd hartstikke roman- tisch in de oren klinkt. Een voor allen en allen voor een, in dienst van het koninkrijk. En dan denk ik aan de mensen die ach- terblijven. Want er blijven altijd men- sen achter. Tijdens iedere uitzending. Na iedere oorlog. Het thuisfront, dat soms eveneens uit meerdere generaties bestaat binnen één gezin. Opoffering kent vele gedaantes. Het is de hoogste vorm van liefde.


januari-februari 2017 25


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65