search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Tim wijst ook op de opvang na afloop van zijn missies. “Wij kregen goede nazorg en konden er goed over praten.” Dat was voor Indië- veteranen wel anders, reageert zijn opa: “Er was geen enkele opvang, niet bij gemeentes, niet bij de over- heid. Het is al die jaren gewoon stil geweest. Indiëgangers moesten hun eigen weg maar zien te vinden, kijken of ze bij de oude baas terecht- konden. In 1985 hebben een paar mensen de pers benaderd, omdat er onder Indiëveteranen toch heel veel problemen waren, ook psychisch.” In de daaropvolgende jaren werden onder meer het Veteranen Platform en de Stichting Dienstverlening Veteranen opgericht, voorloper van het in 2000 geopende Veteranenin- stituut.


Militair virus Van die ontwikkelingen kreeg Tim toen nog niks mee, hij was in 2000 pas 11 jaar. Maar hij wist al wel heel zeker dat hij militair wilde worden. Zijn opa vertelt: “Tim had samen met een ander jongetje een krans gelegd bij de herdenking in Rotter- dam en na afloop stelde ik ze voor aan generaal-majoor Klop, de toen- malige commandant van het Korps Mariniers. Tim zei: ‘Generaal, ik wil marinier worden.’ Waarop generaal Klop zei: ‘Jongeman, dan moet je beginnen met je handen uit je zak- ken te halen.’” Tim: “Dat was mijn eerste kennismaking met het Korps Mariniers!” Samen moeten ze er nog steeds hard om lachen. Tim logeerde als klein jongetje bijna ieder weekend bij zijn opa en oma. “Ik vond de baret die opa droeg heel mooi. En oorlogje spelen vond ik als kleine jongen natuurlijk super. Samen met opa maakte ik geweren van pvc met hout. Op een gegeven moment ging ik me wat meer ver- diepen in de Tweede Wereldoorlog, in Indië, in wat opa daarover zei. Ik ging vaak naar militaire musea.” Opa Ger onderbreekt hem: “En in hoeveel dumpshops zijn we niet geweest?” Tim reageert: “Ik had een heel PGU (persoonsgebonden uit- rusting; red.) boven bij opa en oma liggen!” Nadat het militaire virus een gene- ratie had overgeslagen, sloeg het bij Tim keihard toe. In eerste instan- tie via zijn opa en toen door twee mariniers die bevriend waren met zijn ouders. Maar na een bezoek


aan de Wereldhavendagen wist hij het zeker: hij wilde bij het Korps Mariniers. “Ik zag die jongens uit een helikopter parachutespringen, ik zag ze duiken, ik zag ze eigenlijk alles doen, heel allround. Ik vond dat geweldig.” De sportieve, maar ook gedisciplineerde Tim had maar één doel en kwam op zijn 16e dan ook probleemloos door de keuring. “Qua fysiek, qua gewrichten, qua koppie was ik helemaal super. Maar vanwege mijn leeftijd moest ik nog een jaartje wachten.” Tim was net 18 toen hij de opleiding had afge- rond en zich ‘eindelijk’ marinier mocht noemen. Hij wijst op een foto op opa’s werkkamer. “Dat was tij- dens de opleiding, daar was ik nog 17. Tien jaar geleden.” Opa knikt instemmend en samen moeten ze lachen bij die herinnering.


Herkenning “We hebben veel contact”, vertelt zijn opa. “Als Tim is weggeweest, komt hij altijd bij mij zijn verhaal vertellen. Hoe het gegaan is, hoe de actie was. Want, zegt hij: opa, jij weet het en die anderen, die snap- pen er niets van.” En ook al zit er meer dan een halve eeuw tussen de missies van opa en kleinzoon, ze herkennen veel in elkaars verhalen. “De spanning bijvoorbeeld”, vertelt opa. “En hoe ze de acties uitvoeren. Ik weet hoe dat in elkaar zit.” “Tac- tisch”, vult Tim aan. Zijn opa knikt en vertelt: “Zij hadden natuurlijk wel een ander soort oorlog dan wij. Wij hadden geen grote wapens, tanks of wat dan ook. Bij ons was het echt een guerrilla van groepen.” Tim weet veel over de Indiëtijd van zijn opa. Dat komt niet alleen door de open en eerlijke gesprekken die ze samen hebben, maar ook door het boek dat zijn grootvader schreef en aan hem opdroeg. Opa Ger: “In dat boek heb ik mijn Indiëverhaal vast- gelegd en alles wat ik daarna in de veteranenwereld heb gedaan.” Toen het boek klaar was, heeft hij zijn documenten, waaronder patrouille- rapporten en foto’s, afgestaan aan het Nederlands Instituut voor Mili- taire Historie (zie Checkpoint 8-2010). Zijn archief van de 7 december divisie en van alle monu- menten in Nederland waaraan hij een bijdrage heeft geleverd heeft hij een paar maanden geleden overge- dragen aan Bronbeek. Maar het materiaal dat hij tijdens diverse


januari-februari 2017 21


veteranendagen exposeerde, heeft hij nog bewaard. “Als Tim een keer een tentoonstelling in wil richten voor de veteranendag in Ridderkerk, dan mag hij dat gebruiken.” En zo draagt opa Ger ook dit stokje over aan een nieuwe generatie: zijn eigen kleinzoon Tim.


Ger de Jong in Nederlands-Indië, van boven naar beneden uiterst rechts, achter het stuur en uiterst links. Foto: privécollectie Ger de Jong


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65