MARINEFAMILIE AAN BOORD uit te leggen thuis’
Veteraan Erik Kraft begon op zijn 17e bij de Koninklijke Marine. Tijdens zijn uit- zending met
Zr.Ms. Rotterdam naar de wateren van Somalië meldde zijn oudste dochter Liliana, toen 19, zich ook bij de marine. Ook zij ging op antipiraterijmissie en toen stond haar vader ineens op de steiger om haar uit te zwaaien. “Dan gaat de tros los en denk je: ik sta aan de verkeerde kant. Een aparte en mooie ervaring. Natuurlijk ben ik trots.”
Door: Linde van Deth Foto’s: Birgit de Roij
D
e familie Kraft mag met recht een marinefamilie genoemd worden. Adju- dant Erik Kraft (47), nu
chef technische dienst op
Zr.Ms. Karel Doorman, dient al dertig jaar bij de marine en “zwierf over de hele vloot”. Aan boord van de Poolster leerde hij zijn vrouw kennen. “We hebben twee jaar samen gevaren. Maar zij ging de dienst uit toen ze in verwachting raakte van onze oudste dochter Liliana”, vertelt Erik. Liliana (23) ging op haar beurt op haar 19e bij de marine en is nu als matroos 1 LDV nog geplaatst op de Johan de Witt. Een aantal jaar geleden voer zij toevallig een paar weken op de Doorman en leerde daar haar vriend kennen. Ze verwachten een kindje, dus ze zal de komende jaren een walplaatsing krijgen. En ook haar jongere zus heeft inmiddels een relatie met een marineman. Zijn eerste plaatsing was geheel toevallig ook op de Doorman. “Tja, en als je het haar heel eerlijk zou vragen, wil
ze eigenlijk ook bij de marine”, zegt Erik. “Maar de afspraak is dat zij eerst haar horecaopleiding afmaakt.”
Missie Erik ging in 1987 in dienst bij de marine als matroos wapentechni- sche dienst en na twee jaar korpo- raalsopleiding werd hij technisch specialist communicatiesystemen. Hij voer onder meer op de Pool- ster, de Van Galen, de Rotterdam, de Evertsen en nu dus op de Karel Doorman. Hij heeft varende plaat- singen altijd afgewisseld met plaat- singen aan wal waar hij lesgaf als instructeur technisch specialist. In 2008 werd hij met
Zr.Ms. Evert- sen uitgezonden naar de wateren bij Somalië. Het fregat begeleidde daar voedseltransporten voor het World Food Programme van de Verenigde Naties. In 2012 ging hij opnieuw voor vijf en een halve maand naar dat gebied, ditmaal met de Rotterdam in het kader van een antipiraterijmissie. “Toen is er een
schietincident geweest met piraten. Speciale eenheden aan boord stuit- ten op een gekaapte vissersboot. De kapers openden toen het vuur. Ze zijn opgepakt en berecht. Ik heb daar zelf toen weinig van meegekre- gen. Ik was chef wapentechnische dienst. Aan boord ben je vooral gericht op je eigen taak. Je ziet niks, je hoort niks, je bent met je eigen werk bezig.” Voor Liliana waren deze uitzen- dingen niet anders dan de andere reizen van haar vader. “Ik ben niet anders gewend dan dat mijn vader afwisselend aan het varen of thuis was. Mijn zus en ik zijn ermee opge- groeid. Bij deze reis weet je dat het een onveilige omgeving is, maar dat hoort bij je werk. Dat is nu eenmaal anders dan als je in de burgermaat- schappij werkt. Ik sta daar vrij nuchter in. Hij heeft voor dit beroep gekozen en hij wordt er blij van. Natuurlijk laat je een traan als hij weggaat, maar des te leuker is het als hij weer thuiskomt.”
januari-februari 2017 13
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65