Majoor Gijs Tuinman, samen met zijn tweelingbroer Joost een begrip in de commandowereld, wordt op 4 december 2014 tot Ridder MWO geslagen door koning Willem-Alexander.
dat vijftien procent van de broers en zussen hetzelfde vakgebied kiest. Voor tweelingen is dat zelfs 25 pro- cent. Dan is het eenvoudig schakelen naar de eeneiige commando-twee- lingbroers Gijs (Ridder MWO) en Joost Tuinman. De ‘Tuinmannetjes’ zijn een begrip in de commando- wereld. De broers zitten nooit samen in dezelfde compagnie. Uit principe niet. Wel volgden ze elkaar één keer op in Afghanistan. Het was routine dat de oude en nieuwe commando- ploegen samen een operatie uitvoer- den. “Toen hebben we bewust geko- zen niet samen in een voertuig te zitten”, verduidelijkte Gijs Tuinman. “Stel er gebeurt wat. Dat konden we onze familie niet aandoen.” Even opvallend is het verhaal van de Zeeuwse broers Pieter en Joost Dourlein. Beiden ontvingen begin jaren vijftig de Militaire Willems- Orde. Joost is naamgever van de marinierskazerne op Texel. Nog opvallender, de bescheiden Adrie Dourlein weigerde zijn Willems- Orde. Anders zou het gezin niet minder dan drie ridders geteld hebben! Een kijktip ten slotte is de NCRV-productie Een lang gevecht.
Deze documentaire volgt vader, zoon en kleinzoon Rietdijk. Zij dien- den in respectievelijk Korea, Liba- non en Bosnië.
Kruiwagens Als kinderen van militairen zelf een carrière bij de krijgsmacht ambiëren, komt al snel het krui- wagenfenomeen bovendrijven. Zo ook toen de latere Commandant der Strijdkrachten (CDS) generaal Dick Berlijn in 1969 aan zijn opleiding begon. Berlijns grootmoeder was de bekende cabaretière Sophie Stein. Zijn vader Dick Berlijn senior en zijn broer Peter schopten het ook tot opperofficier bij de luchtmacht. Op de KMA werd Dick Berlijn nog wel eens herinnerd aan zijn fami- lieafkomst. “Gebeurde er iets posi- tiefs, dan werd er gezegd: ‘Dat komt omdat hij het zoontje van de gene- raal is’”, aldus Berlijn. “Deed ik iets juist niet goed, dan zeiden ze: ‘Hij is toch aanmerkelijk minder dan zijn vader.’” Berlijn bevestigt verder het belang van de thuisomgeving. Berlijn senior dwong zijn zoon niet tot een militaire carrière. “Maar ik denk dat je als kind onbewust wel
een klap van de molen meekrijgt. Ik zag dat hij gelukkig was in dat uniform.”
Ordinaire mond Ten slotte nog enkele hints voor wie onderzoek wil doen naar eventuele militaire voorouders. Een eerste stap is de website
wiewaswie.nl. Mili- taire bronnen – vooral de militie- registers 1811-1940 en de stamboe- ken – geven veel informatie. Denk bijvoorbeeld eens aan het signale- ment, mocht u zich een beeld willen vormen van het uiterlijk van uw militaire voorouders. Zoals ‘een blozend aangezicht, een laag voor- hoofd, blauwe ogen, een kleine neus, een ordinaire mond, een ronde kin en bruin haar en wenkbrauwen.’ Voorouders die tussen 1797-1814 in Franse dienst traden, zijn opspoor- baar in de betreffende database van het Nederlands Instituut voor Mili- taire Historie (
www.defensie.nl/ nimh). Neemt daar gerust eens een kijkje. Bijvoorbeeld als u wilt ont- dekken of een van uw voorouders meetrok met Napoleon tijdens de rampzalige veldtocht naar Moskou in 1812. Ben benieuwd.
januari-februari 2017 11
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65
