This page contains a Flash digital edition of a book.
Door mr. Alexander Strack-van Schijndel, bedrijfsjuridisch adviseur van de Koninklijke Metaalunie


voorbehoud is een afwijking van het wette- lijke kader, dat inhoudt dat de eigendom bij levering overgaat, ongeacht of er betaald is of niet. Is er geen eigendomsvoorbehoud afgesproken, dan kan daar dus ook geen beroep op worden gedaan!


Zijn er zaken geleverd en is in de over- eenkomst of de bijbehorende algemene voorwaarden een eigendomsvoorbehoud opgenomen, dan kunt de ondernemer hierop een beroep doen en de zaken terug- vorderen. Een beroep op het eigendoms- voorbehoud is echter niet meer mogelijk als de door geleverde zaken reeds (door) verkocht of verwerkt zijn.


Het kan van belang zijn om te weten dat het te boek stellen van een schip in aan- bouw op naam van de klant niet per defi ni- tie een eigendomsoverdracht inhoudt. Wel is voorzichtigheid geboden met het maken van afspraken op dit vlak, omdat er zo min mogelijk aanknopingspunten gegeven moeten worden voor het vermoeden van de eigendomsoverdracht.


Retentierecht


Zijn zaken al wel verkocht, maar nog niet geleverd, of bezit de ondernemer zaken van de failliete klant om een andere legi- tieme reden, dan kan een beroep worden gedaan op het retentierecht. Afgifte van de zaak kan daardoor worden opgeschort tot de vordering is voldaan en werkt ook buiten faillissement. Bij faillissement heeft de curator mogelijkheden om de zaken op te eisen, maar het retentierecht geeft dan wel voorrang op de opbrengst van die zaak. Ook kan de curator, als dat in het belang van de boedel is, deze vordering bij voorrang uit de boedel betalen en de zaak daarna tot zich nemen.


Lopende opdrachten


Lopende, nog niet zijn voltooide, op- drachten, gaan door het faillissement niet automatisch teniet. In zo’n geval is het verstandig contact met de curator op te nemen en te vragen of met deze opdracht moet worden doorgegaan. De boedel kan er in sommige gevallen namelijk belang bij hebben dat zij ontvangt wat de onderne- mer voor de klant aan het maken/bewerken was.


Indien die wens bij de klant/de curator inderdaad bestaat, is het raadzaam om zekerheid voor betaling te verlangen in de vorm van een bankgarantie of een per- soonlijke garantie van de curator. Hetzelfde geldt ingeval de ondernemer nog voorraad gereed product in zijn bedrijf heeft. Uiter-


aard kan dan ook tegen contante betaling worden geleverd.


‘Gewone’ ontbinding


Als de klant failliet is, zal deze doorgaans zijn betalingsverplichtingen niet kun- nen nakomen. Is de betalingstermijn al verstreken, dan kan door een schriftelijke verklaring, gericht aan de klant/curator, de met gesloten overeenkomst buitenge- rechtelijk worden ontbonden en de zaken terugvorderd.


Als de (overeengekomen) betalingstermijn nog niet verstreken is, is een ingebrekestel- ling (‘aanmaning’) nodig. Daarin vraagt de ondernemer de curator om binnen een redelijke termijn alsnog te betalen. Na het verstrijken van die termijn zonder dat beta- ling heeft gevolgd, kan de overeenkomst worden ontbonden en de zaken terug- gevorderd. Ook hier geldt dat de klant de door de ondernemer geleverde zaken niet (door)verkocht of verwerkt mag hebben; in die situatie is terugvordering van zaken niet meer mogelijk.


Recht van reclame


Door middel van een schriftelijke verklaring kan een beroep worden gedaan op het recht van reclame. Hiervoor moet aan de volgende eisen voldaan zijn. - De roerende zaak is verkocht en geleverd aan de klant;


- De geleverde zaak is niet door de klant verwerkt of (door)verkocht;


- Er is voldaan aan de eisen voor een gewone ontbinding, te weten een tekort- koming die de ontbinding rechtvaardigt;


- Het recht van reclame moet ingeroepen worden binnen één van de twee onder- staande termijnen: of binnen zes weken nadat de koopsom opeisbaar is geworden (oftewel de factuur is vervallen); of binnen zestig dagen nadat de zaak door de klant is opgeslagen.


Normaal gesproken wordt op het moment waarop de hier genoemde schriftelijke verklaring de klant heeft bereikt, de koop ontbonden. Dat geval is onder het kopje ‘gewone ontbinding’ al besproken. Het recht van reclame heeft nog een extra, nogal technisch, voordeel. Het inroepen van het recht van reclame heeft namelijk ten opzichte van het ontbinden van de overeenkomst ook het zogenaamd goede- renrechtelijk effect. Dat wil zeggen dat de eigendom van de zaak weer bij de onderne- mer terugkomt.


Theoretisch nadeel


Bij een gewone ontbinding is dat niet het geval. De ondernemer wordt niet weer


eigenaar maar heeft alleen persoonlijk recht tot teruggave. Met name ingeval van een faillissement kan dat verschil nuttig zijn. Om van dit recht gebruik te kunnen moet een simpele schriftelijke verklaring bij de curator worden ingeroepen. De curator wordt schriftelijk bericht met betrekking tot welke zaken dit recht wordt ingeroepen. Een theoretisch nadeel kleeft er ook aan het recht van reclame. Omdat de failliete klant de overeenkomt niet meer kan nako- men, wordt normaal gesproken de schade die dat oplevert ook als vordering bij de curator ingediend. Bij het inroepen van het recht van reclame kan echter geen schade- vordering worden ingediend. In geval van een faillissement is dat evenwel vaak alleen maar een theoretisch bezwaar, omdat vorderingen tot schadevergoeding in een faillissement bijna nooit voldaan worden. De boedel heeft er vaak simpelweg geen geld meer voor. Als er een keuze bestaat, is het daarom in veel gevallen verstandiger het recht van reclame te gebruiken.


Terugvordering btw


De btw met betrekking tot aan de klant verstuurde facturen is inmiddels reeds afgedragen c.q. verrekend. Die btw kan van de fi scus worden teruggevorderd. In het geval van een faillissement van een klant en eventueel een doorstart, met alle gevolgen van dien, zal dit waarschijnlijk echter enige tijd in beslag gaan nemen. Normaliter is btw pas terugvorderbaar op het moment dat zekerheid bestaat dat geen, of geen volledige, uitkering plaats zal vinden op een vordering. In geval van een faillissement kan de Belastingdienst worden verzocht alvast in te stemmen met de terugvordering of verrekening van de btw. Deze terugbetaling of verrekening zal dan voorwaardelijk zijn.


Een faillissement is een beroerde nega- tieve situatie, waarbij lang niet iedereen er zonder kleerscheuren van af komt. Er zijn echter ook mogelijkheden om de verliezen als leverancier zo veel mogelijk te beper- ken, als slim en tijdig belangen worden veiliggesteld.


61


-verenigingsnieuws


Jachtbouw Nederland 5


oktober 2012


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70