This page contains a Flash digital edition of a book.
Door Wim Lones, bedrijfsadviseur Floating Grocer


en gedegen analyse op basis van kasstromen is de beste manier om een goed onderbouwde investe- ringsbeslissing te nemen. In ieder geval zal elke financier (privé of bank) blij zijn met de uitgevoerde analyse.


Investeren? Cash is King! E


Terugverdientijd


Investeringen worden op veel verschillende manieren beoordeeld. De terugverdientijd (TVT) is één van die manieren. Laten we


een voorbeeld nemen: een investering van € 1.200 levert een jaarlijkse cash flow op van € 515. De TVT is dan zo’n 2 jaar en 4 maanden.


Boekhoudkundige resultaten zijn nodig om een jaarverslag op te stellen en om de resultaten van bedrijven met elkaar te kunnen vergelijken. Winst is daarbij de uitkomst van ingewikkelde rekenpartijen en rekenregels voor bijvoorbeeld afschrij- vingen. Voor de dagelijkse besturing van een onderneming is het fysiek binnenko- mende en uitgaande geld, van belang, de kasstromen oftewel cash flow. Tenslotte kun je alléén met harde euro’s een kist wijn kopen. Cashflow is het verschil tussen de uitgaande en binnenkomende kasstroom in een onderneming. Omdat afschrijving wel bij kosten is meegerekend maar geen uitgave is moeten deze afschrijvingen weer bij de winst worden opgeteld om de cashflow te bepalen: cashflow = winst ná belasting + afschrijvingen. Bij het beslissen over het doorgaan van een investering is diezelfde cash flow het uitgangspunt.


Het voordeel van deze methode is de een- voud. Maar er zijn ook nadelen: • Binnenkomende cashflows na de terug- verdientijd blijven buiten beschouwing. En het maakt natuurlijk verschil uit of er na het tweede jaar nog duizenden euro’s bin- nenkomen of niet. • De verdeling van de cashflows binnen de terugverdientijd blijft buiten beschouwing. Stel er zijn twee investeringen met beiden een terugverdientijd van 3 jaar. Bij investe- ring A komen de cashflows direct binnen en bij investering B helemaal aan het eind van de periode. Investering A is dan gun- stiger. Het geld komt eerder binnen en kan meteen weer worden belegd.


Ik geef de voorkeur aan de methode waarbij de Netto Contante Waarde (NCW) van alle geldstromen (cash flows) die uit die investering volgen wordt berekend. Het begrip Contante Waarde* wordt uitgelegd in het kader.


Hetzelfde voorbeeld met een afschrijvings- termijn van 4 jaar en een rendementseis van 6% ziet er als volgt uit:


Toepassingsmogelijkheden


De NCW-methode kan worden gebruikt bij de beslissing om al dan niet te investeren in een nieuw jacht of een nieuw model. Het kan ook worden toegepast om te bepalen in welk project het schaarse geld moet worden gestopt als er keuze is tussen een nieuw jacht en de modernisering van de jachthaven. De NCW van die twee investe- ringen wordt dan met elkaar vergeleken om de beste te selecteren.


Een model geeft de best mogelijke inschat- ting weer van de toekomst. Het resultaat is dan ook geen absolute waarheid maar een uitstekende manier om er achter te komen welke ontwikkelingen bepalend zijn voor succes of falen van een investering: • Zit dat in de ontwikkeling van materiaal kosten of personeelslasten?


• Wat is het effect als de eerste verkoop een jaar later begint of wanneer de prijs omlaag moet omdat de concurrent met een vergelijkbaar, maar goedkoper, jacht komt?


• Als er niet één maar twee jachten per jaar worden verkocht?


45


Zorg ervoor dat u weet waar de draaiknop- pen zitten om een investering te laten renderen!


* Contante Waarde


Duizend euro van vandaag is meer waard dan diezelfde € 1.000 over een jaar. Die van vandaag kan immers metéén worden gebruikt om rendement te maken, bijvoorbeeld door het op een bankrekening te zetten. Wat is dan de waarde van die toekomstige € 1.000 op dit moment? Die waarde noemen we de contante waarde. Daarvoor moet het bedrag gecorrigeerd worden met een disconteringsfactor: . De r staat voor het rendement dat een geldschi- eter eist voor één jaar uitgestelde betaling, hij mist immers het rendement van zijn investering in het internetbedrijf. Bij een vereist rendement van 6% is de contante


De investering heeft een positieve NCW en levert dus meer op dan het vereiste rendement van 6%. Het mooie van de me- thode is dat ook een eventuele restwaarde van de investering kan worden meebere- kend (inkomende kasstroom) én dat de methode rekening houdt met effecten van de investering op de vennootschapsbelas- ting (bijvoorbeeld investeringsaftrek, in dit voorbeeld niet meegenomen).


waarde van de € 1.000 van over een jaar € 1.000,- * = € 943,40. Komt de duizend euro pas over twee jaar terug, dan is de


Foto www.rensgroenendijk.nl


waarde nog maar € 1.000 * = € 890. Geld in een oude sok stoppen levert dus voor een belegger (of werfeigenaar) niet veel resultaat op, er zal rendement gemaakt moeten worden. Maak de som dus omgekeerd: ik wil alléén € 1.000 investeren in een project of nieuw ontwerp als dat over een jaar € 1.000 * 1,07 = € 1.070,- oplevert! Dat is namelijk € 10 méér dan op mijn spaarrekening met 6% rente. Nou is 6% rente op een spaarrekening tegenwoordig utopisch, maar het rendement op een stapel aandelen Google komt veel beter in de buurt.


Jachtbouw Nederland 5


oktober 2012


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70