Schuldeiser kan slim en tijdig belangen veilig stellen Faillissement: wat nu?
60
e meeste ondernemers krijgen er helaas een keer mee te maken: een klant gaat failliet en kan niet meer betalen. Kosten zijn er dikwijls al gemaakt en de winstmarge dreigt de neus van de ondernemer voorbij gaan. Maar is een faillissement altijd aanlei- ding om een vordering maar af te boeken en over te gaan tot de orde van de dag? Hieronder wordt eerst besproken wat een faillissement eigenlijk is, daarna komt een aantal aspecten aan bod die de schuldeiser mogelijk voordeel bieden.
D
Een schuldenaar die, zoals de wet het noemt, verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, kan failliet worden verklaard. Met andere woorden: een faillissement houdt in dat iemand niet langer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Het faillissement kan worden aangevraagd door de schuldeisers of door de schuldenaar zelf. Is het faillissement uitgesproken, dan ontstaat een soort alge- heel beslag op het vermogen ten behoeve
van de gezamenlijke schuldeisers. Mogelijk al bestaande beslagen van schuldeisers vervallen door het faillissement. Er wordt ook een curator aangesteld. Zijn taak is om het in de failliete boedel aanwe- zige vermogen (waaronder bijvoorbeeld machines, voorraad, vorderingen, goodwill etc.) te gelde te maken en uit te keren aan de schuldeisers. Op deze wijze wordt ge- tracht alle schuldeisers die op het moment van de faillietverklaring een vordering heb- ben, voor zover mogelijk, verhaal te bieden. Daarbij geldt grofweg de volgorde: • Seperatisten (schuldeisers met een zakelijk zekerheidsrecht, zoals een pand- of hypotheekrecht) kunnen hun vordering op de gezekerde zaken rechtstreeks innen en staan dus vooraan in de rij. Vaak zal de bank een seperatist zijn.
• Boedelschuldeisers, dat wil zeggen schuldeisers van ná het faillissement die door toedoen van de curator zijn ont- staan. Denk aan huur van een bedrijfs- pand na faillissementsdatum, maar ook het salaris van de curator is boedelschuld.
• Preferente schuldeisers (de belasting-
dienst en het UWV) worden betaald vóór de concurrente schuldeisers.
• Concurrente schuldeisers, de laatste categorie. Daarin horen de ‘normale’ schuldeisers, zoals leveranciers. In de meeste gevallen zijn er echter onvol- doende fi nanciële middelen om uiteinde- lijk een uitkering aan alle schuldeisers te kunnen doen. Ook in gevallen waar dat wel kan, is het uitkeringspercentage vaak (zeer) gering.
Vooroordeel
Het bovenstaande leidt bij ondernemers nog wel eens tot het vooroordeel dat een faillissement nooit iets oplevert. Hoewel dat dus helaas vaak het geval is, heeft een schuldeiser wel een aantal mogelijkheden om zijn positie te verbeteren. Een eigendomsvoorbehoud houdt in dat een ondernemer zich de eigendom van de door hem geleverde zaken voorbehoudt tot de klant aan zijn verplichtingen heeft vol- daan. Een eigendomsvoorbehoud kan wor- den opgenomen in de overeenkomt met een klant en staat vaak ook in algemene leveringsvoorwaarden. Het eigendoms-