mensen in ruim 17.000 full time banen in deze markt.
Uit de ons vertrouwelijk verstrekte markt- gegevens blijkt dat de markt nog altijd ‘minimaal’ is. Er zijn maar weinig werkelijk al verkochte stalen boten in aanbouw. Het gaat nog steeds slecht met de typisch Ne- derlandse stalen jachtbouw. Sinds mensen- heugenis is het motto in deze branche ‘al- leen ga je harder’. Het wordt tijd dat motto te veranderen in ‘alleen ga je misschien wel harder, maar samen kom je verder’.
Waarde schip daalt
Iemand koopt pas een boot van € 100.000 of meer als hij dat geld écht vrij beschik- baar heeft of kan lenen vanuit de reële veronderstelling dat dit op korte termijn kan worden afgelost. De banken zijn niet meer happig op het uitlenen van geld voor de aankoop van een boot. Was het vroeger zo dat na enige tijd varen de waarde van het schip minstens dezelfde was, nu is die handelswaarde bij het verlaten van de werf direct tenminste 20% lager. Het gaat er niet alleen maar om of iemand het geld nu vrij beschikbaar heeft, maar ook of met enige zekerheid gesteld kan worden dat dit ook op langere termijn het geval is. En daar zit ‘m de kneep. De onzekerheid van de ontwikkelingen is funest. Alles wat wij vroeger bij de studie ‘economie’ leerden, lijkt niet meer geldig te zijn. En de onderwerpen die ‘vandaag’ de economie beheersen, waren ‘gisteren’ nog onbekend.
Wie durfde te voorspellen dat de prijs van olie zich zo zou ontwikkelen, wie had het een jaar geleden over de prijs van grond- stoffen die de wereld ging beheersen, wie heeft iets voorzien over de gang van zaken in het Midden-Oosten? En waar hebben wij het over een jaar over? Allemaal factoren die niet uitnodigen om hele grote bedragen nu uit te geven, met daarbij de wetenschap dat de waarde van het gekochte direct ernstig daalt.
Tweedehands markt
Een volgend probleem voor de jacht- bouwindustrie doemt direct op: ‘Je koopt pas een boot als je de huidige boot hebt verkocht’. Boten van 100.000 euro en meer worden over het algemeen niet als ‘eerste boot’ gekocht. En dus zal eerst de huidige boot verkocht moeten worden. Want kon een botenbouwer het zich vroeger permit- teren om tijdens de bouw van het nieuwe schip het vorige te verkopen, nu is het risico dat hij opeens langdurig twee dure boten heeft, veel te groot. Ook de markt voor gebruikte boten is nog altijd totaal van slag.
Nederland ligt vol gebruikte schepen. Volgens* de HISWA Vereniging liggen er 105.000 vaartuigen op de wal die niet gebruikt worden en waarvoor geen nieuwe schippers te vinden zijn. De potentiële kopers vinden de vraagprijs te hoog. Een deel van de vloot gebruikte schepen omvat natuurlijk ook boten die onverkoopbaar zijn omdat zij letterlijk en figuurlijk afge- schreven zijn.
Deze enorme berg gebruikte schepen beperkt in hoge mate de economische speelruimte voor bouwers en importeurs. Om de doorstroming, zowel in de twee- dehands markt als de nieuwbouwmarkt weer een beetje op gang te krijgen, zijn de prijzen van gebruikte boten inmiddels structureel met 30% gedaald.
Afschrijving Vroeger kochten watersporters een boot en gebruikten die. En als ze een andere boot wilden kopen was het doorgaans een ge- geven dat de ‘oude’ boot niet of nauwelijks in prijs was gedaald. Dat was natuurlijk een vreemde situatie, maar wel de realiteit. Een bijzonder kenmerk van de markt, waardoor de jachtbouw kon floreren. Dit is nu definitief van de baan, alleen aanvaardt de consument dit nog niet. De huidige eigenaren hebben niet meegekregen dat zij net als op hun auto evengoed op de boot moet afschrijven. De branche moet zich instellen op deze nieuwe omstandigheid. Deze rekening ligt om te beginnen bij de consument. Het zal nog wel even duren voordat hij deze kan voldoen.
De ontsnapping die de consument zoekt, is zijn boot bij de werf ter inruil aanbieden, maar dan wel tegen de prijs zoals die een paar jaar terug berekend werd. Menige werf kan zo orders noteren, maar wel onder de bezwarende titel van de inruil van een schip. De prijs die de klant verlangt, slokt meestal de marge volledig op. Dit plus het liquiditeitsbeslag en het
prijsrisico doet de werf aan het kortste eind trekken. Dus ‘No Deal’, met als gevolg geen productie, geen omzet, maar wel doorlopende vaste kosten voor de werf.
CONCLUSIE
De markt is definitief veranderd. Vooral door het nieuwe fenomeen van ‘afschrij- ving’ is feitelijk de prijs van de nieuw te bouwen boot met tientallen procenten ge- stegen. Want dat is het verschil geworden met de gebruikte boten. En daar ligt nog een enorme vloot van.
Velen dachten of hoopten dat de markt na twee jaar wel weer zou aantrekken. Helaas moeten wij nu vaststellen dat dit niet juist is. Slechts mondjesmaat komen werkelijke orders tot stand. Het risico dat dit nog veel langer gaat duren is levensgroot. En wil- licht moeten wij dan zelfs vrezen voor het verdwijnen van zo iets typisch Nederlands als de Stalen Motorboot. ‘Kunststof’ kan de prijs laten dalen door grotere aantallen te maken, de prijs van ‘staal’ zal alleen maar stijgen. Als de branche niet in staat is de meerprijs van ‘Staal Varen’ te vertalen naar meerwaarde, dan is de branche in groot gevaar.
De NJI is doende de handschoen op te pak- ken voordat het te laat is. Gesprekken met belanghebbenden op alle gebieden vinden plaats. Mogelijkheden worden onderzocht hoe de NJI, samen met de Nederlandse Staalbouwers en andere partijen, waar- onder de HISWA Vereniging, het tij kan helpen keren.
In het volgende nummer van Jachtbouw Nederland mag u een volgende bijdrage verwachten. Uw suggesties en input daarbij worden op voorhand zeer op prijs gesteld.
*Bron: HISWA Vereniging in de ‘Toekomstvisie Waterrecreatie 2025’ van de Stichting Recreatietoervaart Nederland.
23
Jachtbouw Nederland 2
april 2011
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44