Uitstoot door scheepsdiesels D
e verschillende stoffen of emissies die vrijkomen bij de verbranding van de huidige scheepsbrandstoffen, geproduceerd uit aardolie kunnen worden onderverdeeld in broeikasgassen, verzurende gassen en overige emissies. Een handig overzicht.
Broeikasgassen
De belangrijke broeikasgassen die bij verbranding van scheepsbrandstoffen vrijkomen zijn koolstofdioxide CO2 en gehalogeneerde koolwaterstoffen.
10
CO2 , koolstofdioxide, is in wezen een onschuldig gas dat van nature in de lucht voorkomt en maakt deel uit van een na- tuurlijke kringloop. Zolang deze kringloop in evenwicht is, bestaat er geen probleem voor het broeikaseffect. Er is echter een overschot aan CO2 ontstaan door een overmaat van de volledige verbranding van fossiele brandstoffen zoals aardolie, aardgas en steenkolen.
Koolwaterstoffen, HC, waaronder de voor de scheepvaart relevante CFK’s, Chloor Fluor Koolwaterstoffen en halonen. Deze stoffen ontstaan door een onvolledige verbranding van fossiele brandstoffen. Naast CFK’s zijn er ook HFK’s, Waterstof Fluor Koolwaterstoffen. Deze bevatten wel fluor, koolstof en waterstof, maar geen chloor.
Ozon is een stof die ontstaat uit een che- mische reactie in de atmosfeer tussen VOS en NOx onder invloed van zonlicht. Het is dus niet een direct reactieproduct van de verbranding van fossiele brandstoffen, maar kan indirect ontstaan. Blootstelling aan te hoge concentraties kunnen bij mensen leiden tot gezondheids- problemen en aantasting van de natuurlijke omgeving.
Vluchtige organische stoffen, VOS, komen vrij bij verdamping van aardolieproduc- ten en andere organische stoffen en bij onvolledige verbranding. Benzeen is een van de beruchtste VOS. Het is een vluchtig bestanddeel toegevoegd om de kwaliteit te verbeteren van benzine en diesel. VOS reageren onder invloed van zonlicht met onder andere stikstofoxiden, waarbij
het schadelijke ozon O3 vrijkomt dat bij zonnig en windstil weer kan leiden tot smog.
In de zeescheepvaart is VOS-emissie afkomstig van verbrandingsgassen uit de scheepsmotoren en uit smeerolie van de cilinders, maar het grootste deel van de uitstoot van vluchtige organische stoffen vindt zijn oorsprong in de verdamping van de scheepslading van olietankers.
Verzurende gassen
Een tweede categorie van schadelijke stoffen voor het milieu zijn de verzurende stoffen. Voor Nederland zijn twee typen depositie van belang: droge en natte depo- sitie. Bij droge depositie worden de stoffen direct geabsorbeerd door bodem en andere oppervlakten zoals bladeren en takken van planten. Natte depositie is ‘zure regen’. Stikstofoxiden, NOx is de verzamelnaam voor verbindingen tussen zuurstof en stik- stof. De voornaamste zijn stikstofmonoxi- de, NO en stikstofdioxide NO2 die ontstaat bij de verbranding van de brandstof in de motor door het overschot aan de toege- voerde lucht. Hoe hoger de temperaturen in de motor, hoe meer NOx er ontstaan. Doordat NOx reageren met andere stoffen, kan dit ook leiden tot smogvorming in de troposfeer. NOx heeft een verblijftijd van circa dertig uur in de atmosfeer, wat bete- kent dat de NOx-emissies van schepen op zee vaak het land bereiken voordat de NOx neerslaat en worden daarom gezien als een wereldwijd probleem en niet als een lokaal probleem. Zwaveloxide, SO2 is een tweede belang- rijke verzurende stof, die ontstaat door een chemische reactie van de zwavel in de brandstof met zuurstof uit de lucht. De emissie van SO2 in de scheepvaartsector is voornamelijk afhankelijk van het zwavelge- halte in de gebruikte brandstoffen en na- tuurlijk de hoeveelheid gebruikte brandstof. De inzet van laagzwavelige brandstof heeft geleid tot een forse verlaging van de zwa- veldioxide uitstoot in Nederland. Verder kan er uit zwaveldioxide, stikstofoxiden en ammoniak samen fijnstof ontstaan maar de hoeveelheid fijnstof die ontstaat op deze manier is erg laag.
Overige emissies
De overige emissies die ontstaan bij de verbranding van de hedendaagse scheeps-
Bron: ‘Welke emissies worden er geproduceerd.pdf’/
www.pon-cat.com
brandstoffen zijn: • Koolstofmonoxide, CO • Fijnstof, PM • PAK’s • Benzeen • Metalen
Koolmonoxide CO ontstaat bij onvolledige verbranding van methaan.
Fijnstof of PM, ‘particulate matter’, is een verzamelnaam voor allerlei kleine deeltjes in de lucht zoals roet. Fijnstof ontstaat door de onvolledige verbranding van fos- siele brandstoffen, vooral diesel. Fijnstof kan ook ontstaan door reacties tussen verschillende gassen in de lucht, SOx. PM geeft de diameter van de stofdeeltjes aan. PM10 zijn deeltjes met een doorsnede
van 10 micrometer, μm. Bij PM2,5 is dia- meter maximaal 2,5 μm. Fijnstof van 2,5 μm is nog fijner dan PM10, hierdoor zijn deze bijna niet zichtbaar,
maar kunnen verder in de longen door- dringen waardoor ze nog schadelijker zijn. Ruim de helft van de fijnstof in Nederland is van natuurlijke oorsprong. Fijnstof is of primair stof, rechtstreeks in de lucht gebrachte stofdeeltjes, of secun- dair stof. Dit wordt door omzettingsproces- sen in de lucht gevormd uit zwaveldioxide, SO2, stikstofoxiden, NOx en ammoniak NH3.
PAK’s staat voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen, teerachtige stoffen die ontstaan bij onvolledige verbranding van koolstofhoudende stoffen zoals fossiele brandstoffen, hout, tabak en voedsel. Voor de scheepvaart zijn 22 typen PAK’s en nitro-PAK’s van belang bij emissies naar de lucht. PAK’s zijn persistent dat wil zeggen dat ze in de natuur slechts langzaam af- gebroken worden. Benzeen is een vluchtig bestanddeel van benzine en diesel.
Voorbeelden van metalen die vrijkomen bij verbranding van scheepsdiesel zijn: arseen, cadmium, koper, nikkel, vanadium en zink. Door opeenhoping in het milieu komen er steeds hogere concentraties van deze metalen terecht in de voedselketen.
Jachtbouw Nederland 2
april 2011
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44