This page contains a Flash digital edition of a book.
Met staal comfortabel snel varen Drie maal is scheepsrecht voor Tryvia


Door Hannes van de Stadt


anaf het begin is het uitgangs- punt een snelvarend stalen schip met relatief gering vermogen en standaard gewicht te bouwen. Het heeft even wat tijd en investeringen gekost, maar het is Heerke Posthumus met zijn Tryvia gelukt.


V


Over innovatie in de jachtbouw wordt veel gesproken en nagedacht. Er zijn allerlei initiatieven die de branche trachten op een hoger plan te brengen. Het komt ons echter voor dat de werkelijke impact van het innovatieve karakter van het ‘snelva- rend staal’, zoals wij het verhalen, door de branche onvoldoende onderkend wordt. Snelvarende stalen schepen bestaan niet, is het algemene beeld. Maar één ding is wel zeker, de hele branche zoekt naar deze Heilige Graal.


16


De strijd tussen ‘polyester’ en ‘staal’ kennen we. Beide materialen hebben hun toepassingsvoordelen. Maar één ding leek zeker, een zware stalen boot kan alleen snel varen met extreme vermogens. Daarom is in ons Grote Buitenland, waar ‘snelvaren’ de norm is, nauwelijks een stalen motor- boot te vinden.


Een relatieve nieuwkomer in de watersport zoekt een snelvarend schip. Hij wil geen polyester, maar staal en stoot daarom op iedere beurs bij iedere werf zijn neus. Heerke Posthumus van Tryvia Jachten


claimt te weten hoe het tóch mogelijk is, snel varen met een stalen schip.


Het is medio oktober 2008. Een enkel in de primer gezet casco van een prototype wordt te water gelaten voor de testvaart. Met gevulde watertanks als ballast wordt het schip op het gewicht van 9 ton ge- bracht. De Steyr motor, waar Posthumus bij zweert en die zo’n belangrijke rol speelt in dit concept, komt tot leven. En jawel: voor het eerst vaart een 12 meter stalen schip van 9 ton, licht gemotoriseerd, bijna twee keer de rompsnelheid, dik 25 kilome- ter per uur.


Bij oplevering weegt het schip 12,5 ton. Het schip vaart dan nog wel 22 kilometer per uur, maar doet dit alleen op 100% vermogen en ook anderszins met een vaar- gedrag waarvoor je niet direct warm loopt. Toch wordt de prestatie van deze eerste poging herkend en vervolgplannen worden gesmeed.


Patent verleend


Al snel wordt aan een octrooi gedacht. Nu zijn octrooien op de vorm van onderwater- schepen een zeldzaamheid. Meest recent is de romp van de Greenline 33, Boot van het Jaar. Het eerste wat onderzocht wordt door het Internationale Octrooiagentschap is of een geclaimde noviteit inderdaad


niet eerder gebouwd is. Het mag dus niet al bestaan of gebouwd zijn. Na eerste publicaties over dit onderwerp in dit blad, pretendeerden verschillende werven wel degelijk eerder een snelvarend stalen schip op het water te hebben gebracht. Dit werd uiteraard uitgebreid en diepgaand onder- zocht door het Octrooibureau. De noviteit van Tryvia werd zonder voorbehoud erkend en het octrooi is verleend.


Opmerkelijk daarbij is dat ook de oproep in Jachtbouw Nederland aan de werven die claimden hetzelfde te kunnen en het met een varende stalen boot te onderbouwen, op geen enkele wijze is gehonoreerd.


Met het patent in de hand zijn verschil- lende verbeteringen in het ontwerp aangebracht, waaruit Tryvia GT nummer twee is gebouwd. Het resultaat was bijna perfect. Het schip doet alles wat het moet doen, alleen met de beperking dat het vaarwater minstens acht meter diep moet zijn. En omdat de marktkansen voor een dergelijk schip vooral op de Duitse markt liggen, moesten juist ook de rivieren, in de zomer gemiddeld zo’n vijf meter diep, snel stroomopwaarts bevaren kunnen worden.


Glijvaart Het streven naar perfectie heeft zich


Jachtbouw Nederland 2


april 2011


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44