Gezien het gewenste suikergehalte in aardbeiplanten kan het beter zijn in november te rooien of in te pakken. Het vereiste aantal koude-uren kan dan echter ontoereikend zijn. De vraag is of die mismatch te compenseren is met een passende be- waarmethode.
mede daardoor de laatste jaren beperkt gebleven. Toch vragen de ontwikkelingen naar hoogwaardige productiesystemen, deels in andere teeltperiodes, om her- nieuwde aandacht, juist ook voor de be- waarmethode. Tijdens de bewaring is het doel het plantmateriaal volledig in rust te brengen. Dat gebeurt voornamelijk door de juiste temperatuurinstellingen. Bij an- dere gewassen wordt de productactiviteit nog verder tot rust gebracht met CA (Con- trolled Atmosphere). Bij aardbeiplanten is CA-bewaring beperkt gebleven tot onderzoek. Al in 2000 werd aangetoond dat CA-bewaring van wacht- bedplanten bij Elsanta een positieve in- vloed heeft op de productie en kwaliteit. De fysiologische verklaring is simpel: door het verder remmen van de plantactiviteit tijdens de bewaring, blijft meer energie over voor uitgroei van de plant.
Vragen Uit gesprekken met plantenkwekers, te- lers en koelspecialisten blijkt het belang van verbeteringen en inzicht. Vragen gaan over de benodigde aanpassingen voor de bewaarmethode, als door het veranderen-
de klimaat minder planten in het juiste stadium verkeren op moment van rooien. Is voor planten met weinig koude-uren een hogere inslagtemperatuur nodig? Wat betekent dat dan voor de bewaarduur? En welke bewaarcondities geven voor welke planteigenschap en bewaarduur de beste productie en kwaliteit? Steeds meer planten worden langer be- waard voor najaars- of winterteelten. Is de genoemde CA-bewaring voor wachtbed- planten ook zinvol voor de langere bewa- ring van trayplanten? Inmiddels zijn bij di- verse producten ook met CA-bewaring grote stappen gemaakt richting interac- tieve bewaring, wellicht is dit ook bruik- baar voor aardbeiplanten. Andere discussieonderwerpen zijn zaken als inkoelsnelheid, de ondergrens voor de producttemperatuur en de snelheid waar- mee de inkoeling moet verlopen. Vraag is dan of het verloop van het inkoelen voor elke planttype en ras gelijk is. Tot op he- den lijken de effecten van bewaartempe- raturen in de range van -0,8 tot -1,8 gra- den voor de middellange bewaring beperkt, maar geldt dat ook voor de lang- ste bewaring? De verschillen in bewaar-
conditie tussen planten op diverse posi- ties binnen een cel zijn immers vaak groot. Zowel door de positie op de pallet als de positie van de pallet binnen de cel. Hier- mee verschilt niet alleen de afkoelings- snelheid, maar ook het temperatuurtra- ject. Zijn deze ervaringen bruikbaar voor de keus voor een optimaal bewaarregime en geldt dit voor elke bewaarduur?
Aanpak De sector kent een zekere competitie maar werkt ook veel samen, zelfs interna- tionaal. Zowel in de teelt, de vermeerde- ring en de bewaring, maar ook in het ad- vies en onderzoek hebben partners aangegeven open te staan voor meer aan- dacht voor de bewaring van plantmateri- aal. Binnen de Nederlandse onderzoek- structuur wordt voor praktisch onderzoek naar bovenstaande vragen gebruikge- maakt van PPS-projecten met overheidsfi- nanciering, samen met de private sector. Vanuit de ervaringen bij diverse product- groepen met verbeteringsprocessen van bewaartechnologie lijken er voldoende mogelijkheden voorhanden voor het ver- beteren van het resultaat.
▶ GROENTEN & FRUIT | 21 mei 2021 35
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48