TEELT ▶▶▶ AARDBEI ▶▶▶ UITGANGSMATERIAAL
Mismatch tussen koude en koudebehoefte
Voor een goed bewaarresultaat moeten aardbeiplanten voldoende suikers aanmaken en worden blootgesteld aan voldoende koude-uren. Door de hogere (najaars)temperaturen duurt het echter steeds langer voordat die koudesom is bereikt. Tijd voor bezinning op de bestaande manier van bewaren.
VAK | door Frank van de Geijn en Josianne Cloutier, Wageningen UR
D
e teelt van aardbeien wordt steeds complexer, met een groot aantal aspecten dat het eindresultaat beïnvloedt, zoals
de eigenschappen van het plantmateriaal en de manier van bewaren van dat plant- materiaal. Desondanks zijn de bewaarme- thoden voor aardbeiplanten al jaren het- zelfde. Vanwege de effecten door de klimaatverandering, is het moment aan- gebroken om de bewaarcondities eens goed tegen het licht te houden. Voldoet de huidige aanpak nog, of zijn er redenen om het anders te gaan doen?
Optimaal rooimoment Voor een succesvolle productie van kwali- tatief goede aardbeien is het belangrijk dat het plantmateriaal op het moment van rooien in het juiste stadium verkeert. Belangrijk zijn onder andere het suikerge- halte in de plant en het aantal koude-uren waaraan de plant is blootgesteld. De be- nodigde hoeveelheid koude-uren (het aantal uren onder 7 graden) is rasafhanke- lijk, en dient om de planten in winterrust te brengen én vervolgens te doorbreken. Voor een goed verloop van dit hormonaal gestuurde proces wordt vaak de drempel van 600 koude-uren aangehouden. Onder de huidige, veranderende klimaatomstan- digheden blijkt dit minimaal benodigde
34
aantal uren steeds later bereikt te worden. Afgelopen najaar bijvoorbeeld was (in Ne- derland) dat pas begin december het ge- val. Echter: gegeven het suikergehalte in de plant zou het juist beter zijn om de planten al in november te rooien. Dat komt door- dat de plant door de te hoge temperaturen actief blijft, en daarvoor zijn suikervoor- raad aanspreekt. Het aantal koude-uren kan in november nog ontoereikend zijn om aan de genoemde koudedrempel te voldoen. Steeds vaker ontstaat hierdoor een mismatch (onvoldoende overeen- stemming) tussen het moment dat aard- beiplanten voldoende koude-uren hebben gehad en het moment dat het suikergehal-
te in de wortel al op peil is voor een opti- male bewaring.
Optimaal aantal koude-uren Het optimale aantal koude-uren is rasaf- hankelijk en is vaak hoger dan de ge- noemde 600 uur. Zo heeft het ras Mag- num gemiddeld 700 koude-uren nodig, en een ras als Opera 900 à 1.000 uren. Elsanta vraagt 1.000 tot 1.600 koude-uren en Sonata zelfs 1.600. Te veel koude-uren versterkt de vegetatieve groei waardoor het aantal vruchten afneemt. Een tekort aan koude-uren kan resulteren in een slechte kwaliteit stuifmeel, vruchtmisvor- ming en (dus) productiederving. Het vin- den van een passende bewaarmethode voor plantmateriaal dat is blootgesteld aan een te klein aantal koude-uren lijkt daarom logisch.
Controlled Atmosphere De resultaten van de huidige bewaarme- thoden lijken voldoende, de aandacht voor dit onderdeel van het productieproces is
Een ras als Magnum heeft gemiddeld 700 koude-uren nodig, Opera 900 à 1.000 uren. Elsanta vraagt 1.000 tot 1.600 koude-uren en Sonata (foto) zelfs 1.600
▶ GROENTEN & FRUIT | 21 mei 2021
FOTO’S: JOOST STALLEN
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48