922 | WEEK 42-43 16 OKTOBER 2019
Organisatie EOC Traditionele Schepenbeurs is op zoek naar verhalen
weten. “Veel liefde en tijd wordt gestoken in het onderhouden van schepen die soms we- reldoorlogen hebben overleefd, die gered zijn van de ondergang en weer terug in oude glo- rie hersteld zijn of uit de vergetelheid weer op- gericht. En al deze mensen doen dit, omdat zij onderdeel zijn van de reis die het schip maakt.
De beursorganisatie doet daarom een oproep: “Vertel ons uw verhaal van uw schip. Welke reis heeſt uw schip gemaakt, en ook, welke reis heeſt ú misschien wel met uw schip ge- maakt! Stuur ons uw verhalen en wij publi- ceren deze door de weken heen tot aan de beurs. U kunt foto’s sturen, video, tekst of te- keningen; alles is welkom! Uw reis en verhaal worden gepubliceerd op onze website en so- cial media. Bij voldoende animo wordt zelfs getracht de verhalen gedrukt te krijgen in een eigen magazine of klein boekje”.
DEN HELDER De vierde editie van de EOC- Traditionele Schepen Beurs op 8, 9 en 10 november staat in het teken van het schip en haar reis. Ieder schip heeſt een verhaal te vertellen over de reis die zij door de tijd heeſt gemaakt of de reis die zij over de we- reld heeſt gemaakt. Nu of in de verleden tijd. En de organisatie is op nog zoek naar zulke verhalen.
“Want zo veel mensen zijn betrokken bij het behoud van onze traditionele schepen in Nederland, groot en klein”, laat de organisatie
Kaartverkoop De kaartverkoop is dinsdag 8 oktober begon- nen. Toegangsbewijzen zijn online te bestellen of te koop aan de deur. De entreeprijs is 9 euro per persoon, zowel aan de deur als online. Een kaartje is het hele weekend geldig en wordt aan de deur ingewisseld voor een armbandje. Hiermee kan men het gebouw in- en uitwan- delen, maar ook een bezoekje brengen aan het Reddingmuseum en de Marinemuseum, die zich binnen 10 minuten wandelen op Wil- lemsoord bevinden.
De winnaars staan op het podium. Extra pijpleidingen voor een duurzamer havenbedrijf
TERNEUZEN Inzetten op groene waterstof, duurzame elektriciteit en het vervangen of nieuw aanleggen van een flink aantal pijp- leidingen in het uitgestrekte havengebied North Sea Port. Dat zijn de voornaamste aanbevelingen die het CUST-studieproject (Clean Underground Sustainable Transport) voor het havenbedrijf hebben opgeleverd.
In dit grensoverschrijdende havengebied van Vlissingen tot aan Gent is onderzoek verricht naar de mogelijke uitrol van een grootschalige pijpleidinginfrastructuur voor transport van
COLUMN
Recht in zicht
Ynke Ooijkaas
E
ynke.ooijkaas@boonkvanleeuwen.com T 010 2811 815 I
www.boonkvanleeuwen.nl
CO2, waterstof, synthetische naſta en warmte. Die leidingen worden van belang om in de ko- mende vijf tot dertig jaar de CO2-uitstoot in het havengebied van jaarlijks bijna 22 miljoen ton te verminderen. En om de transitie naar een klimaatneutrale industrie tegen 2050, in overeenstemming met de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs, waar te maken. De studie levert een aantal aanbevelingen op om dit te kunnen realiseren.
Afvangen Om CO2 te hergebruiken en te verminderen,
wordt het noodzakelijk die bij bedrijven af te vangen en in te zetten als grondstof (Carbon Capture and Utilisation - CCU). Om die CO2 op de plaats van bestemming te krijgen, is de aanleg van pijpleidinginfrastructuur nodig. CCU is – in de verschillende scenario’s – niet altijd meteen haalbaar. Als overgangsmaatre- gel zal de opvang en de opslag van CO2 daar- om nodig zijn: Carbon Capture en Storage - CCS. De studie is daar duidelijk over.
Om de opvang en opslag van CO2 (CCS) te kunnen beperken tot enkele miljoenen
tonnen, zal er sterk moeten ingezet worden op de productie van groene waterstof op ba- sis van elektriciteit. Tot 200 kton in 2030 en een exponentiële groei daarna. Deze groene waterstof zal ingezet worden ter vervanging van de huidige waterstofconsumptie (op ba- sis van fossiele brandstoffen) en voor nieuwe, innovatie productieprocessen. Een belang- rijk voorbeeld hiervan is het Steel2Chemicals- project, waarbij de restgassen van de staal- fabriek van ArcelorMittal worden ingezet als grondstof bij het chemische bedrijf Dow Chemical.
Waterbouwprijs voor idee onderzeese energieopslag
DEN HAAG Annemarie Punter en Rens van der Meijden van de Avans Hogeschool hebben met hun afstudeerscriptie de Waterbouwprijs 2019 gewonnen in de ca- tegorie HBO. De eerste prijs in de catego- rie academici ging naar Sjoerd Warringa van de TU Delſt. De prijzen zijn 3 oktober op de Waterbouwdag uitgereikt door Niels de Vos, winnaar van de Waterbouwprijs 2018 in de categorie HBO.
Punter en Van der Meijden - beiden afgestu- deerd aan de Avans Hogeschool - wonnen met hun afstudeerproject ‘Opslaan overtollige windenergie’. Energieopslag is één van de groot- ste uitdagingen van deze tijd en ook binnen de
waterbouw zijn er al diverse ideeën voor ont- wikkeld en getest. De winnaars hebben hiervoor echter een geheel nieuw idee onderzocht: de mechanische opslag van windenergie in overtol- lige (gas)pijpleidingen op de zeebodem. Deze studie is door de jury unaniem beloond met de eerste prijs.
Kabellegger Sjoerd Warringa, afgestudeerd aan de TU Delſt, won met zijn afstudeerproject ‘Subsea Cable Trencher Performance on Sand Dunes’. Warringa heeſt onderzoek gedaan naar het optimaliseren van de zogenoemde remotely operated vehicles (ROV’s) die gebruikt worden bij het leggen en begraven van offshore kabels in de zeebodem.
33
Alimentatie gaat van twaalf naar maximaal vijf jaar
Jaap (50) en Joke de Vries (45) hebben al twin- tig jaar een bedrijf in de binnenvaart en nu de kinderen ‘uit huis’ zijn, realiseren ze zich dat de liefde een beetje over is en besluiten ze uit el- kaar te gaan. Ze willen dat zonder al te veel ge- doe regelen, maar omdat ze zoveel nare verhalen horen, wenden ze zich tot hun advocaat mr. Lex Specialis. Die legt uit dat wat er privé en zakelijk allemaal geregeld moet worden én dat partnerali- mentatie voor elk ex-koppel verschillend is en af- hankelijk is van allerlei factoren. Op dit moment zou Jaap nog twaalf jaar alimentatie moeten be- talen, maar zoals het er nu naar uitziet wordt dat vanaf 1 januari 2020 maximaal vijf jaar. Hoe zit het precies?
Partneralimentatie is de bijdrage die iemand moet betalen aan zijn of haar ex-partner na een echtscheiding of het ontbinden van een samenle- vingscontract. Dat is alleen aan de orde wanneer er een groot verschil aan inkomen is waardoor hij of zij in de nieuwe situatie niet (helemaal) in het eigen levensonderhoud kan voorzien. Veel mensen vinden een alimentatieduur van twaalf niet meer van deze tijd. Daar wordt al jaren over gesproken en op 21 mei jongstleden stemde de Eerste Kamer in met de Wet herziening partnerali- mentatie. Die treedt waarschijnlijk 1 januari 2020 in werking.
De alimentatieduur wordt dan de helſt van de duur van het huwelijk met een maximum van 5
jaar. Gerekend vanaf de datum dat de echtschei- dingsbeschikking van de rechtbank is ingeschre- ven in de registers van de burgerlijke stand.
Er zijn wel wat uitzonderingen op de hoofdregel van maximaal vijf jaar. Wanneer er kinderen on- der de twaalf jaar zijn, heeſt de alimentatieont- vanger, omdat ‘zorg en arbeid’ dan wat lastiger te combineren zijn, recht op alimentatie tot het jongste kind twaalf jaar is.
Ook voor ouderen gelden andere termijnen. Mensen die voor 1 januari 1970 geboren zijn en op het moment dat het verzoek tot echtschei- ding bij de rechtbank wordt ingediend, langer dan tien jaar getrouwd zijn geweest, hebben volgens de Wet herziening partneralimentatie recht op tien jaar alimentatie. Dat geldt ook na een huwelijk van vijſtien jaar waarbij de ontvan- gende partij binnen tien jaar na de scheiding de AOW-leeſtijd bereikt.
In bijzondere en schrijnende gevallen kan de rechter overigens, net als nu het geval is, altijd afwijken van de regels.
De invoering van de nieuwe wet heeſt géén
gevolgen voor bestaande alimentatieverplich- tingen. Daar blijſt de twaalfjaarstermijn gelden. Al kunnen ex-echtgenoten, als de situatie sinds de scheiding veranderd is, altijd nog een keer met elkaar om tafel of desnoods naar de recht- bank voor aanpassing van de termijn en/of het alimentatiebedrag.
Mr. Specialis adviseert Jaap en Joke te overleg- gen of ze onder de ‘oude’ of de ‘nieuwe’ wet wil- len scheiden. En daarna samen naar een me- diator of advocaat te gaan om te kijken wat er allemaal geregeld moet worden, die afspraken op papier (in een convenant) te zetten dat ver- volgens naar de rechtbank wordt gestuurd. Zo kun je voorkomen dat het, met elk een eigen ad- vocaat, uitloopt op een ‘vechtscheiding’. Voor het bepalen van de hoogte van de partner- alimentatie wordt in alle gevallen gekeken naar het netto gezinsinkomen tijdens het huwelijk, de draagkracht van de betalende partij, de be- hoeſte van de ontvangende partij en de vraag of die al dan niet in staat is (meer) te gaan werken. Uitgangspunt is daarbij dat elk van partijen zo veel mogelijk voor zichzelf moet (kunnen gaan) zorgen. Het recht op alimentatie is een vangnet, geen hangmat.
Ynke Ooijkaas is advocaat bij Boonk Van Leeuwen Advocaten te Rotterdam en gespecialiseerd in vervoers-, binnenvaart- en handelsrecht. Ynke heeſt vrijwel haar hele werkzame carrière in een op scheepvaart gerichte werkomgeving doorgebracht en geeſt juridische ondersteuning aan diverse binnenvaartorganisaties als ook aan de zogenaamde ‘bruine vloot’.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64