017
breekt. Verder heeft de minister van VWS de schone taak om de organisatie en financiering van de zorg te versimpelen. We hebben te lang beleid op beleid gestapeld en het systeem zo veel te ingewikkeld ge- maakt. Een van de grondleggers van de Nederlandse bestuurskunde, Roel in ’t Veld, sprak jaren geleden al van de Wet van de beleids accumulatie. Oftewel: naarmate een beleidssysteem langer functioneert en complexer wordt, neemt de effectiviteit af. Ik hoop dus dat minister Agema, in dialoog met het veld, ook regels en wetten durft te schrappen.”
Wat is hierin de rol van de zorgsector zelf? “Binnen en buiten de SER voel ik – bij stakeholders en professionals in de zorg – een groot urgentie- besef. De bereidheid om stappen te maken is er. Maar ik zie ook dat partijen tegen beleidsmatige en financiële grenzen aanlopen. Er is moed nodig om de boel toch in beweging te brengen. Het mag in ieder geval nooit zo zijn dat vooruitgang stokt als gevolg van inconsistent beleid.”
Waar ziet u kansen? “De zelfsturing in de zorg kan altijd beter. Bijvoor- beeld als het gaat om regionale samenwerking. Tussen zorgverleners, maar ook domein overstijgend. Onlangs was ik op bezoek in de regio Eindhoven, waar de uitbreiding van ASML mogelijk tot 70.000 nieuwe banen leidt. Al die mensen moeten wonen en reizen, en onderwijs en gezondheidszorg krijgen. Dat lukt alleen met een regionaal maatwerkplan waarin alle betrokken sectoren samen optrekken. Ook zorginstellingen hebben veel te winnen bij zo’n domeinoverstijgende aanpak. Als er voldoende kwa- litatieve en betaalbare woningen in een regio zijn, zal zorgpersoneel minder snel wegtrekken. We moe- ten dus vaker over de grenzen van de eigen sector heen kijken en de krachten finan cieel en organisato- risch bundelen. In de politiek en in het veld.”
In zijn afscheidsrede als directeur van het SCP stelde Putters dat de intentie van beleid goedbe- doeld is, maar dat het in de uitvoering vaak vast- loopt omdat beleidsmakers een verkeerd beeld heb- ben van wat burgers willen of kunnen. “Veel beleid doet een beroep op eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid”, aldus Putters in zijn rede. “Dat werkt prima voor mensen die zichzelf redden of een lichte hulpvraag hebben, maar niet voor een eenza- me oudere met meerdere ziektes, of een jongere in de jeugdzorg die opgroeit in armoede.” De SER-voor- zitter pleit daarom voor meer maatschappelijke dialoog: echt luisteren, beleids oplossingen toetsen, kijken of ze werken en bijsturen waar nodig.
U bent een groot pleitbezorger van burger- participatie. Hoe kan de zorg daar beter vorm aan geven? “Om de juiste beleidsafwegingen te maken, moet je in verbinding staan met de samenleving. Die
‘We hebben te lang beleid op beleid gestapeld’
verbinding wordt versterkt door alle belanghebben- den samen om tafel te zetten. Vanuit de SER hebben we hier afgelopen jaren veel energie in gestoken. Zo hebben we een participatiewijzer ontwikkeld met daarin allerlei vormen van inspraak, van een dialoogtafel tot een focusgroep en van een enquête tot een burgerberaad. Het bijbehorende afwegings- kader helpt ons per adviestraject de juiste vorm te kiezen. Op die manier nemen we een grote ver- scheidenheid aan invalshoeken, kennis en ervaring mee. Dat vergroot het draagvlak, de relevantie en de kwaliteit van onze adviezen. Ook in de zorg wordt veel in participatie geïnvesteerd. Maar ik denk dat op dit terrein nog een wereld te winnen is. Neem de discussie over inzet van mantelzorgers in de verpleeghuiszorg. Zo’n aanpak werkt alleen als je er een open dialoog over voert. Niet iets opleggen omwille van kostenbesparing, maar zoeken naar een vorm waar iedereen baat bij heeft. Want alleen als alle betrokkenen zich gezien en gehoord voelen, kan beleid een succes worden.”
<
De brochure SER Participatiewijzer, met daarin een overzicht van verschillende vormen en methoden van participatie, is te vinden op
ser.nl.
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100