search.noResults

search.searching

saml.title
dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
016 Interview


gezondheidskloof in ons land. Dat doet hij ook in zijn huidige rol. “Gemiddeld genomen beho- ren Nederlanders tot de rijkste en gelukkigste mensen ter wereld”, zegt Putters. “Tegelijkertijd zijn de onderlinge verschillen groot. De kloof is het meest onrechtvaardig als het gaat om levensverwachting en gezondheid. Zo worden hoogopgeleiden gemiddeld vijf jaar ouder en leven zij gemiddeld veertien jaar langer in goede gezondheid dan praktisch geschoolden. Wat mij betreft moet het nieuwe kabinet deze ongelijk- heid echt aanpakken. Geen advies de deur uit, geen wet in het Staatsblad zonder aandacht voor het verkleinen van sociaal economische gezond- heidsverschillen. De kloof tussen winnaars en verliezers móet gedicht.”


Waar komt uw passie voor dit onderwerp vandaan? “De zorg heeft me van jongs af aan gefascineerd. Die gaat over leven en dood. Daarin is dit dossier uniek. En ook in het feit dat alle Nederlanders er vroeg of laat mee te maken krijgen. Ik heb me er altijd voor willen inzetten dat iedereen toegang heeft tot goede zorg. Als bestuurskundige doe ik dat door mee te denken over organisatie en beleid. Mijn proefschrift schreef ik bijvoorbeeld over ondernemerschap van ziekenhuizen. Gaandeweg ben ik me er steeds bewuster van geworden dat gezondheid over zo veel méér gaat dan alleen leefstijl en zorg. Hoe je opgroeit, waar je woont, wat je financiële situatie is: het heeft allemaal invloed. Andersom heeft de gezondheid van mensen direct impact op de sociaalecono- mische en maatschappelijke stabiliteit van ons land. Bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt, waar we al grote tekorten zien. Vandaar dat we nu echt werk moeten maken van het dichten van de gezondheidskloof.”


Uw pleidooien ten spijt is die kloof de afgelopen decennia alleen maar groter geworden. “Die treurige conclusie klopt helaas. Daar zijn allerlei redenen voor. Het heeft bijvoorbeeld te maken met hoe we mensen opleiden: met vooral aandacht voor het eigen werkterrein, en vaak te weinig voor de wereld eromheen. Ook politiek jojo-beleid speelt een belangrijke rol. De afgelopen jaren is er gelukkig veel meer aandacht voor preventie. Maar verschillende kabinetten hebben op dit terrein verschillende keuzes gemaakt, zowel qua organisatie als qua financiering. Die onvoorspelbaarheid en grilligheid zijn funest. We hebben een lange termijnaanpak nodig om de focus te verleggen van zorg naar gezondheid. Dat heeft de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 onlangs nog onderstreept. Ter voorbereiding op een veranderende en oudere bevolking móet de politiek keuzes maken op het gebied van ruimte en wonen, economie en


CURRICULUM VITAE


Kim Putters (1973) geboren in Hardinxveld-Giessendam


1991-1996


studie bestuurskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) 1996-2001


promotieonderzoek ma-


nagement ziekenhuiszorg, EUR


2002-2012


gemeenteraadslid 2003-2008


universitair (hoofd)docent, EUR 2003-2013


lid en ondervoorzitter Eerste Kamer 2008-2013


hoogleraar Management van Zorginstellingen, EUR 2011-2014


raad van toezicht Rijnstate Ziekenhuis


2013-heden raad van advies


Nationale Jeugdraad 2013-2022


directeur Sociaal en


Cultureel Planbureau (SCP) 2013-2022


hoogleraar Beleid en sturing van de zorg in de verande-


rende verzorgingsstaat, EUR 2014-2022 columnist


Het Financiële Dagblad 2015-heden


maatschappelijke adviesraad NWO 2016-heden


vicevoorzitter Oranje Fonds 2017-2022


kroonlid SER 2019-heden


bestuurslid Nationaal Comité 4 en 5 mei 2022-heden voorzitter SER 2022-heden


universiteitshoogleraar Brede welvaart, Tilburg University 2024


informateur


Afgelopen voorjaar werd Putters aangesteld als informateur. Op 14 maart bracht hij zijn eind- verslag uit. Daarin adviseerde hij een program- kabinet met een akkoord op hoofdlijnen tussen de fracties van PVV, VVD, NSC en BBB. Hij stond hiermee mede aan de basis van het kabinet Schoof, dat op 2 juli werd beëdigd. “Er moet me iets van het hart”, zei Putters


tijdens de persconferentie over zijn eindverslag. “Mensen verwachten terecht dat er snel een kabinet komt dat maatschappelijke vraagstuk- ken effectief gaat aanpakken. Een kabinet dat het als opdracht ziet om continu te werken aan het vertrouwen tussen mensen en hun overheid, en dat vanaf de start oog heeft voor de uitvoering van beleid (…). Een kabinet dat betekenisvol con- tact zoekt met de mensen voor wie de plannen bedoeld zijn, waardoor burgers zich gehoord en betrokken weten. In mijn ogen zou dat het vertrekpunt moeten zijn van iedere vruchtbare politieke samenwerking.”


Als u zelf in het kabinet had plaatsgenomen, had u actief kunnen meebouwen aan het her- stel van dat vertrouwen. “Een ieder heeft zijn rol. Als SER-voorzitter kan ik partijen bij elkaar brengen, en de politiek kritisch bevragen en adviseren. Die taak past me goed.”


Waar moet VWS-minister Agema concreet mee aan de slag? “Zoals gezegd met het aanjagen van de transitie van zorg naar preventie. Vandaar dat ik graag had gezien dat er een minister van gezondheid was benoemd. Iemand met een eigen budget, die overstijgend verantwoordelijk is voor de syste- mische aanpak van de transitie. En die andere bewindspersonen, met name die voor bestaans- zekerheid, onderwijs en wonen, kan aanspreken op hun verantwoordelijkheid hierin. Nu ligt de taak een beetje bij iedereen in het kabinet. Het gevaar daarvan is dat niemand de handschoen oppakt, of dat de samenhang in het beleid ont-


publieke voorzieningen, met samenhangende afwegingen voor de lange termijn.”


Welke rol speelt de SER hierin? “Een heel belangrijke, omdat onze Raad – in tegenstelling tot het kabinet of het parlement – minder aan een zittingstermijn gebonden is en dus ver vooruit kan kijken. Bovendien zijn onze adviezen breedgedragen. Door werkgevers, werknemers en kroonleden, maar ook door jongeren, gemeenten, wetenschappers en maatschappelijke organisaties. Net zo goed in de zorgsector. Beleidsmakers weten kortom: als we SER-adviezen overnemen, gaan de betrokken partijen er 100 procent voor.”


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100