031
Peltzer verfoeit het als mensen een stempel krijgen waardoor ze volgens hem niet meer ‘voor vol’ worden aange- zien. Ze moeten vanwege hun hersen- schade anders benaderd worden, vindt hij. “Deze mensen reageren meer vanuit emotie en minder vanuit cognitie. Wij zitten op een ander level dan iemand met dementie. Dat vertel ik ook tijdens trainingen aan mantelzorgers. Ik hou ze een spiegel voor. ‘Wil je koffie of thee?’ is eigenlijk al een moeilijke vraag voor een dementerende. Je stelt hen dan voor een keuze en dan moeten ze nadenken. Maar dat nadenken is juist moeilijk.” Nieuwe dingen zijn ook vaak moeilijk
voor mensen met dementie. Peltzer vertelt het verhaal van een man die alleen nog maar foto’s uit de jaren zestig herkende. “Het geheugen werkt als een filmrol met plaatjes. Wij kunnen met onze hersenen de beelden oproepen als ‘levende’ herinneringen. Nou wilde die man zich niet scheren. Dat kwam omdat hij zijn nieuwe, moderne scheerappa- raat niet als scheerapparaat herkende. Ik vroeg aan zijn vrouw: ‘Heeft u nog ergens een oud apparaat?’ En ja hoor, op zolder lag nog zo’n oude, blauw met beige en een krulsnoer. We gaven hem aan meneer en hij begon zich meteen zonder probleem te scheren.” Zelf is Peltzer niet bang om dementie
hij was zich met slootwater aan het was- sen. Op een dag zijn we gaan koffiedrin- ken in een verzorgingshuis, gewoon om te kijken. Hij vond het er leuk en wilde er wel wonen. Dat is dan ook gebeurd.” Peltzer nam vaker iemand mee in de
auto. Zijn motto: als je verantwoord iets doet, dan moet je van de regels kunnen afwijken. Zo nam hij ooit een kapotte scootmobiel van een cliënt mee naar de reparateur. “De eigenaar kon niet meer naar de McDonalds waar hij altijd ge- zellig koffiedronk. Dus ik zorgde ervoor dat het voertuig gerepareerd werd. Ach, ik hou nou eenmaal van out of the box denken.” Op BreinPlaats traint Peltzer allerlei zorgprofessionals en mantelzorgers. Hij
een prettige en veilige plek’
houdt daarbij het gedachtegoed van zijn moeder in het hoofd. Het wrange is dat zijn moeder momenteel zelf kampt met forse geheugenproblemen. “Ze woont nu gelukkig op een prettige en veilige plek waar gewerkt wordt volgens haar eigen ideeën. Dat is fijn. Ze herkent me en we kunnen nog goed met elkaar praten.”
‘Mijn moeder woont nu op
te krijgen. Daar denkt hij ook niet echt over na. Het werk houdt hij vol omdat hij het leuk en afwisselend vindt. Boven- dien heeft hij een mooie uitlaatklep: hij is al twintig jaar brandweerman. Dat geeft hem voldoening en energie. Verder wandelt hij graag in het bos met de hond en gaat hij met zijn vrouw regelmatig naar de sauna. Peltzer: “Je moet vooral bezig zijn en
blijven. Héél belangrijk. Ik pleit ervoor om mensen met beginnende dementie zo lang mogelijk datgene te laten doen wat ze goed kunnen. Stel dat iemand als vrijwilliger altijd koffie serveert in een tehuis of bij een vereniging. Dat is een geautomatiseerde handeling die die persoon dus nog lang kan blijven doen, ook als hij dementeert. En daarmee blijft hij zinvol bezig en voelt hij zich gewaardeerd.”
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84