Vierdaagse
Ook oud-fysiotherapeut Roland van Reijsen (77) uit Malden loopt het liefst alleen, in zijn eigen tempo. Hij doet dit jaar voor de 50ste keer mee. In 1959 haalt hij zijn broer binnen en wordt hij gegrepen door de gezellige sfeer op de Annastraat in Nijmegen. Hij houdt van sporten: hockey, voetbal en basketbal, maar met wandelen heeft hij niets. Toch schrijft hij zich in 1960 in. Van Reijsen: “Als voorbereiding liep ik van Utrecht naar De Bilt en weer terug (10 km), maar ik kreeg een blaar. Omdat die eerst moest genezen, kon ik niet verder trainen. Toen de Vierdaagse begon, was de blaar nog niet weg, dus ik kreeg een enorme bloedblaar. Met veel pijn en moeite haalde ik na vier keer 55 km de eindstreep. Na die zware beginjaren ben ik wel meer gaan trainen; niet te veel, vanwege mijn werk was daar geen tijd voor. Inmiddels is de kwaliteit van wandelschoenen sterk ver- beterd. En ik woon dicht bij de start. Na het wandelen kan ik op de fiets naar huis, staat er een pilsje voor me klaar en zorgt mijn vrouw voor het eten. Dus voor mij is het goed te doen.” Peter Dormans traint ook niet veel. “Je leest wel over mensen
die al in februari starten met wandelen, je zou 1000 km in de benen moeten hebben. Maar ik begin eind mei met trainen. Ik red het wel op 200 km. Kennelijk heb ik goede benen. Ik ben ook naar Santiago gelopen, dat was ruim 1600 km in 56 dagen. De training is gewoon onderweg, je wordt elke dag beter.” Tijdens alle Vierdaagsen die hij loopt, heeft Dormans maar
één keer echt als arts opgetreden: “Een mevrouw was gevallen en zat aan de kant van de weg. Ik zag direct dat ze haar pols had gebroken. Maar ze wilde per se doorlopen, ze had eindeloos getraind. Toen moest ik de slechte boodschap brengen en even mijn pet als arts opzetten.” Van Reijsen helpt af en toe mensen onderweg: “Als fysiothe-
rapeut weet ik misschien iets meer van looptechniek. Als ik iemand zie die moeilijk loopt, ga ik er weleens naast lopen. Ik dring me niet op, maar geef wel advies. Het is belangrijk dat je technisch goed blijft lopen, ook als je spierpijn of blaren hebt.
Hele happening Wat er zo leuk is aan de Vierdaagse, krijgt Peter Dormans vaak als vraag: “Het is een prestatietocht, je wilt bewijzen dat je het kunt. Dat geldt eigenlijk voor elke sporter. En het is natuur- lijk een hele happening onderweg. Vroeger was het meer een wandelfestijn. Kun je je voorstellen dat de route toen nog over de rijksweg ging? Nu zijn het meer de Vierdaagsefeesten. De wandelaars zijn niet veranderd, maar het publiek wel. Ik baal soms van de luide muziek langs de route, je loopt dan van de ene geluidsbox in de andere. Waar ik wel erg van kan genieten, zijn de doedelzakspelers. Die hoorde ik voor het eerst op de Vier- daagse, die muziek sleept je door de moeilijke momenten heen.” Roland van Reijsen ervaart ook de toegenomen drukte: “Ik
vind de sfeer veranderd. Je bent al blij als je een vierkante meter voor jezelf hebt. Dat maakt mensen soms wat kribbig. Dat was in de beginjaren echt anders. De saamhorigheid toen vond ik geweldig; ik liep helemaal achterin en iedereen hielp elkaar door de moeilijke momenten heen. Het ging mij ook wel om de prestatie, maar dat speciale gevoel van verbonden- heid was de drijfveer om ieder jaar weer mee te doen. Tijdens
032 juli/augustus 2016 ArtsenAuto Oud-fysiotherapeut Roland van Reijsen doet voor de 50ste keer mee
het lopen ontstaat de ideale maatschappij. Na een halve dag is alle decorum verdwenen en is iedereen gelijk. Die eerste jaren hebben de meeste indruk op me gemaakt. Ik moest echt alles uit de kast halen om het uit te lopen. Het feit dat je aan het einde van je krachten bent en dan toch doorgaat, dat was heel bijzonder.” Voor Peter Dormans zit het hoogtepunt niet in het wande-
len: “Begin jaren negentig ontmoette ik op de eerste dag van de Vierdaagse in Elst een meisje, Melanie. We babbelden wat en liepen een stuk samen op. Op de laatste dag zag ik haar weer, ze had last van haar been. Ik heb haar toen een hart on- der de riem gestoken en we hebben de hele dag samengelopen. Het klikte tussen ons, ze had mijn dochter kunnen zijn. We hebben altijd contact gehouden. Dat is ook het leuke van de Vierdaagse. Ik loop graag alleen, in mijn eigen tempo. Maar als je een babbeltje wilt maken, heb je altijd aanspraak. Zeker na al die jaren, ik zie altijd wel bekenden.” Voor hoofd medische dienst Ernst-Paul van Etten zijn er ver-
schillende hoogtepunten: “Eigenlijk is iedere wandelaar die zonder klachten de finish haalt een succes. Maar die mensen zien wij niet. Ik vind het mooi als mensen na een medische behandeling de Vierdaagse toch af kunnen maken. De spirit van de wandelaars is trouwens opvallend. Ze willen per se die finish halen. Ik heb weleens iemand met een hartinfarct moeten overreden om de ambulance in te gaan. En al die 80-plussers die meedoen, zo kras als wat! Dat sterkt me in mijn overtuiging dat wandelen heel gezond is. Niet voor niets is onze leus dit jaar: ‘Wie wandelt, wordt 100’.”
<
<
FOTO: DE BEELDREDAKTIE/PIROSCHKA VAN DE WOUW
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100 |
Page 101 |
Page 102 |
Page 103 |
Page 104 |
Page 105 |
Page 106 |
Page 107 |
Page 108 |
Page 109 |
Page 110 |
Page 111 |
Page 112 |
Page 113 |
Page 114 |
Page 115 |
Page 116 |
Page 117 |
Page 118 |
Page 119 |
Page 120 |
Page 121 |
Page 122 |
Page 123 |
Page 124