search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Interview


‘Er zou een keurmerk moeten komen voor sites en apps’


voelde me te jong en te onervaren om iemand bij de grote problemen van het leven te helpen.” Na haar studie belandde ze bij Stimezo Ne-


derland, landelijke organisatie voor abortuskli- nieken, waar ze zich bezighield met de abortus- registratie. “Ik wilde niet alleen beschrijven – welke mensen komen er in abortusklinieken? – maar ook begrijpen en verklaren, om vervolgens met die kennis iets te doen in beleid of prak- tijk.” Ze promoveerde met een onderzoek naar preventie van ongewenste zwangerschappen bij jongeren in Nederland. “Van mijn 25ste tot mijn 42ste is seksuele gezondheid mijn thema geweest. Toen bedacht ik: ik wil me verder en breder ontwikkelen. Tijd voor een ander terrein.” Na een uitstapje naar het onderwijs bij het


Curriculum vitae Jany Rademakers (1960) geboren in Roosendaal


1978-1985 ontwikkelings- en klinische psychologie, Universiteit Utrecht 1985-1992 onderzoeks- coördinator Stimezo Nederland, Den Haag 1991 promotie tot doctor in de sociale wetenschappen, Universiteit Utrecht 1992-2002 onderzoeker en afdelingshoofd, Nisso (nu: Rutgers), Utrecht 2002-2007 coördinator Kwaliteit, ontwikkeling en onderzoek, Directie Onderwijs & Opleidingen, UMC Utrecht 2007-2009 programmaleider themagebied ‘Vraaggestuur- de zorg’, Nivel, Utrecht 2009-heden afdelingshoofd en lid managementteam Nivel, Utrecht 2015-heden hoogleraar Gezondheidsvaardigheden en patiëntparticipatie, CAPHRI, Universiteit Maastricht


014 juli/augustus 2016 ArtsenAuto


UMCU kwam ze bij het Nivel terecht, waar ze zich mocht richten op ‘Zorg vanuit patiëntperspec- tief’. Ze was er betrokken bij de ontwikkeling van de CQ-index, de methodiek om patiëntervaringen in de zorg te meten. Inmiddels is Rademakers al enige tijd hoofd van een van de onderzoeksafde- lingen van het Nivel en sinds augustus vorig jaar is ze bijzonder hoogleraar Gezondheidsvaardig- heden en patiëntparticipatie aan de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences (FHML) van de Universiteit Maastricht. “Voor een onderzoeker is hoogleraar het mooiste ambt dat je kunt bekle- den. Er is niet voor iedereen een plekje, dus ik ben heel dankbaar voor deze leerstoel.”


Nieuwe definitie De afgelopen jaren ziet Rademakers dat zorg- verleners, verzekeraars, patiëntorganisaties en de overheid steeds meer verlangen van patiënten. Ze wijst op de nieuwe definitie van gezondheid, in 2011 ontwikkeld door arts en onderzoeker Machteld Huber, waarin eigenschappen als zelf- redzaamheid en veerkracht centraal staan. In haar rede somt ze de ontwikkelingen op


die volgens haar hebben geleid tot de massale omarming van ‘de actieve patiënt’. De eerste: de opkomst van emancipatiebewegingen in de jaren zestig en zeventig. “Tot die tijd was de arts de autoriteit en de patiënt het object. Patiëntenrechten kregen in die periode voor het eerst betekenis.” In 1995 werden die rech- ten wettelijk vastgelegd in de Wet op de Genees- kundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Met de komst van internet in diezelfde periode


kreeg ‘de actieve patiënt’ helemaal een boost. “We wisten vroeger niets van verschillende behandelmogelijkheden”, herinnert Radema- kers zich. Door internet, social media en apps is medische informatie bereikbaar geworden voor iedereen. Patiënten bereiden zich beter voor en gaan vanuit een gelijkwaardiger positie het gesprek met een zorgverlener aan.” Een positieve ontwikkeling, oordeelt Rademakers, maar met een schaduwkant. “Het is moeilijk het kaf van het koren te scheiden. Wat is betrouwbare infor- matie en wat niet? Op fora worden de engste din- gen geroepen. In mijn ogen zou er een keurmerk moeten komen voor betrouwbare sites en apps.” Ook bij eHealth plaatst de hoogleraar een


kanttekening. “eHealth is alleen geschikt voor mensen die ermee kunnen omgaan. En dat geldt niet voor iedereen met een tablet of smartphone. Wie kan Facebooken is niet ook meteen in staat via een app zijn medicijngebruik bij te houden.” Als derde ontwikkeling die ervoor zorgt dat ‘de


actieve patiënt’ tegenwoordig zo centraal staat in zorg en beleid, noemt Rademakers de toename van het aantal chronisch zieken, dat samen- hangt met de vergrijzing. “Het merendeel van de tijd brengt een chronisch zieke patiënt thuis, op school of op het werk door, waar hij zelf de regie voert over zijn ziekte.” En ten slotte hebben de Zorgverzekeringswet en de Wet Marktordening Gezondheidszorg in 2006 ‘de actieve patiënt een extra duw in de rug gegeven’. “Patiënten werden ineens consumenten op de zorgmarkt. Ze moesten een zorgverzekeraar kiezen, waarbij niet alleen naar de prijs van de polis zou worden gekeken, maar ook naar de kwaliteit van zorg die door de verzekeraar werd ingekocht.” Uit een onderzoek van het Nivel dat Rademakers heeft begeleid, blijkt deze aanname onjuist. “Een zorgaanbieder is geen mobieltje met voor- en nadelen. Mensen kiezen in de regel voor het dichtstbijzijnde ziekenhuis en voor zorgverleners die ze kennen. Vertrouwdheid en bekendheid spelen een belangrijker rol dan kwaliteitsindica- toren op sites als KiesBeter. Hoewel ze er weinig gebruik van maken, ervaren patiënten de moge- lijkheid te kunnen kiezen overigens wel als posi- tief. Die keuzevrijheid mag daarom nooit worden ingeperkt door verzekeraars of de overheid.”


Health literacy De titel van Rademakers’ rede luidt ‘De actieve patiënt als utopie’. Ze stelt dat veel mensen geen actieve rol kunnen, willen of durven spelen op het gebied van zorg, ziekte en gezondheid. “Er wordt in beleidsdocumenten uitgegaan van de mondige, rationele patiënt, maar niet elke


<


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48  |  Page 49  |  Page 50  |  Page 51  |  Page 52  |  Page 53  |  Page 54  |  Page 55  |  Page 56  |  Page 57  |  Page 58  |  Page 59  |  Page 60  |  Page 61  |  Page 62  |  Page 63  |  Page 64  |  Page 65  |  Page 66  |  Page 67  |  Page 68  |  Page 69  |  Page 70  |  Page 71  |  Page 72  |  Page 73  |  Page 74  |  Page 75  |  Page 76  |  Page 77  |  Page 78  |  Page 79  |  Page 80  |  Page 81  |  Page 82  |  Page 83  |  Page 84  |  Page 85  |  Page 86  |  Page 87  |  Page 88  |  Page 89  |  Page 90  |  Page 91  |  Page 92  |  Page 93  |  Page 94  |  Page 95  |  Page 96  |  Page 97  |  Page 98  |  Page 99  |  Page 100  |  Page 101  |  Page 102  |  Page 103  |  Page 104  |  Page 105  |  Page 106  |  Page 107  |  Page 108  |  Page 109  |  Page 110  |  Page 111  |  Page 112  |  Page 113  |  Page 114  |  Page 115  |  Page 116  |  Page 117  |  Page 118  |  Page 119  |  Page 120  |  Page 121  |  Page 122  |  Page 123  |  Page 124