Een ander voorbeeld waar Van Dijk zich over ver- baast is de 24-wekengrens waarbinnen abortus mag worden uitgevoerd. “Die regel is inge- voerd om ongeboren kinderen te beschermen, maar doet soms precies het tegenovergestelde. Vrouwen hebben bij 20 weken een echo en bij eventuele geconstateerde ernstige afwijkingen bij de baby zijn er dus nog vier weken om voor een abortus te kiezen. Soms is die grens te krap en willen vrouwen extra tijd, omdat de ernst van sommige aandoeningen pas later duidelijk wordt. Maar door die naderende grens van 24 weken komt er ineens ontzettend veel druk op de ketel, bij zowel de vrouw als de arts. Daar- door worden er soms te snelle, overhaaste beslis- singen genomen en kiezen vrouwen het zekere voor onzekere. Zonder die regel zouden vrouwen een zorgvuldiger besluit kunnen nemen.”
Zingevingsvraag Van Dijk heeft de rol van de arts de afgelopen decennia flink zien veranderen. “Vroeger was er een duidelijke arbeidsverdeling tussen artsen en geestelijken. Door de secularisering zijn men- sen met zingevingsvragen steeds vaker bij hun arts gaan aankloppen. Dat stelt nieuwe eisen aan artsen, want als arts moet je wel in staat zijn met dergelijke vraagstukken om te gaan. En je moet ook weten dat veel vragen naar medi- sche zorg in feite zingevingsvragen zijn. Hoe moet ik met mijn laatste levensfase omgaan?, is zo’n vraag. Het is voor de handliggend om op dergelijke vragen een medisch antwoord te geven. Maar als je als arts in staat bent te her- kennen dat het eigenlijk een zingevingsvraag is, verdwijnen veel medische vragen als sneeuw voor de zon. Dat kan ook leiden tot minder vraag naar medische zorg. Maar hoe minder tijd een arts heeft, des te groter wordt de kans dat de patiënt met een recept de deur uit loopt.” Volgens Van Dijk moet in de laatste levensfase
de vraag ‘Welke behandeling wilt u?’ vervan- gen worden door de vraag ‘Wat is voor u nog belangrijk?’. “Dat stelt nieuwe eisen aan artsen. Zij moeten in staat zijn dat soort gesprekken te voeren. Veel geneeskunde is tegenwoordig oude- rengeneeskunde en mede daardoor is het echt een praatberoep geworden. Ik sprak laatst een oncoloog die aangaf dat hij er veel tijd in steekt om mensen af te raden door te gaan met behan- delingen. Goed dat daar dus ook een vergoeding voor komt.” De ruimte voor de individuele afweging geldt in het bijzonder voor het euthanasievraagstuk
‘Geneeskunde wordt steeds meer een praatberoep’
dat een onverminderd heet hangijzer is. Van Dijk, zelf lid van de regionale Toetsingscom- missie euthanasie, is positief. “De huidige euthanasiewet biedt een open kader waarbin- nen maatschappelijke opvattingen zich kun- nen ontwikkelen. De bron van het lijden is niet bepalend voor de ernst daarvan en wat precies ‘ondraaglijk lijden’ is, wordt in de wet niet omschreven. Huisartsen zien euthanasie steeds meer als een normaal onderdeel van hun werk. Dat komt doordat er meer aandacht voor is in de opleiding en doordat artsen niet meer hebben meegemaakt dat euthanasie illegaal was.” Toch blijven er lastige situaties denkbaar.
“Wat doe je als een gezonde patiënt heeft ver- klaard in geval van dementie te willen sterven, maar eenmaal dement niet zichtbaar lijdt en ook niet meer dood wil?”, vraagt Van Dijk zich hardop af. “Ik kan me goed voorstellen dat de arts dan van euthanasie af wil zien. Dit zijn dilemma’s die zich niet lenen voor algemene waarheden, maar juist vragen om ruimte voor een individuele afweging.”
< ArtsenAuto juni 2014 015
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100