‘Meer transparantie en minder administratie zijn twee krachten die elkaar tegenwerken’
voorstellen dat allochtone studenten daar soms meer begrip voor hebben. Van Dijk verbaast zich over de worsteling in de
zorg over het begrip kwaliteit, waarbij overheid en samenleving om het hardst roepen dat de kwaliteit van zorg transparanter moet, maar waarbij niemand kan aangeven wat kwaliteit nu precies is. “Daardoor worden in het systeem prik- kels ingebouwd waarbij het niet zeker is of deze de kwaliteit bevorderen. Ziekenhuizen worden tegenwoordig afgerekend op sterftecijfers: een la- ger sterftecijfer zou een betere kwaliteit beteke- nen. Maar daar kun je vraagtekens bij plaatsen. Neem een ziekenhuis waar artsen veel overleg- gen met hun patiënten en er goede palliatieve zorg is. Het is bekend dat patiënten in die situatie vaak minder agressieve behandelingen kiezen. Daardoor zijn de sterftecijfers in dat ziekenhuis misschien hoger, maar hoeft er geen sprake te zijn van kwalitatief mindere zorg.”
Curriculum vitae Gert van Dijk Geboren 10 mei 1960
2010-heden lid/ethicus regionale Toetsings- commissie euthanasie 2007-heden ethicus ErasmusMC 2007-heden ethicus artsenfederatie KNMG 2005-2007 hoofd weten- schappelijk bureau D66 1988-1993 doctoraal filosofie Universiteit van Amsterdam
014 juni 2014 ArtsenAuto
Afwachten Ook een korte periode tussen diagnose en behan- deling wordt vaak als indicator gezien voor goede zorg. Niet altijd terecht, meent Van Dijk. “Als die behandeling bijvoorbeeld een operatie inhoudt, kan het óók betekenen dat de arts toewerkt naar een operatie, terwijl dat kwalitatief gezien niet per se de beste behandeling hoeft te zijn. In som- mige situaties, zoals bij bepaalde vormen van borst- of prostaatkanker, is het een reële optie om af te wachten hoe de ziekte zich ontwikkelt. Zo kan een prikkel die bedoeld is om de kwaliteit te bevorderen, een prikkel worden om tot agressie- ve geneeskunde over te gaan. Het is zeer de vraag of de patiënt daar altijd bij gebaat is.” Sowieso is het ontwikkelen van deugdelijke
kwaliteitsindicatoren in de zorg een lastig punt, meent Van Dijk. “Je kunt kwaliteit in zijn alge- meenheid niet uitdrukken in een cijfer. Tegelij- kertijd: hoe meer indicatoren, des te groter de administratieve last voor de zorgprofessional. Dat is de paradox: iedereen wil meer inzicht in kwaliteit, maar dat betekent tegelijk dat zorgver- leners domweg meer papieren moeten invullen.
Meer transparantie en minder administratie zijn twee krachten die elkaar tegenwerken.” Van Dijk wijst op het belang voor individuele
patiënten om samen met hun arts een juiste afweging te maken. “Sommige patiënten kiezen liever voor een korter leven met betere kwaliteit dan een langer leven met minder kwaliteit. Bij prostaatkanker vinden mannen soms behoud van continentie en potentie belangrijker dan de lengte van hun leven. Die individuele ruimte voor een eigen afweging van de patiënt is ontzet- tend belangrijk. Maar een te grote focus op over- levingskansen dwingt patiënten een bepaalde kant op. Artsen moeten soms de moed hebben om van de richtlijn af te wijken.”
Wantrouwen Terwijl de patiëntenpopulatie verandert, wordt ook de achtergrond van zorgverleners diverser, hetgeen leidt tot nieuwe issues. “Zorgverleners kunnen persoonlijke overtuigingen koesteren die de professionele uitoefening van hun vak in de weg staan. Neem een antroposofisch arts die zich weigert te laten vaccineren tegen mazelen. Of vrouwelijke studenten met een christelijke achtergrond die zich tijdens hun opleiding niet willen laten onderzoeken door een mannelijke student. Voor mij is belangrijk of mensen zich tot goede professionals kunnen ontwikkelen en of zij de dingen doen die van zorgprofessionals verwacht mogen worden. Een zorgverlener die zich niet wil laten vaccineren, kan dat dus niet, want die brengt patiënten in gevaar. En studen- ten, die later alle patiënten moeten onderzoe- ken, zullen de eventuele gêne over het eigen lichaam moeten overwinnen.” Van Dijks stelregel is dat alle eenvoudige
antwoorden moeten worden gewantrouwd. “Of het nu over sterftecijfers of over abortus gaat, de praktijk van alledag is altijd ingewikkelder dan je denkt. Neem de discussies over abortus. Abor- teren vanwege een schisis zou moeten worden verboden, hoor je weleens zeggen. Ik ken een casus waar veel vraagtekens waren bij de ouder- schapscompetenties van de aanstaande moeder vanwege psychiatrische problemen. Iedereen hoopte dat ze zou kiezen voor abortus omdat zij niet in staat was het kind op te voeden. Toen duidelijk werd dat het ongeboren kind een schi- sis had, was iedereen stiekem opgelucht omdat dit eigenlijk de beste oplossing was. Dan kun je zeggen: ‘dat is fout’, maar de werkelijkheid blijkt dus veel complexer dan je op het eerste gezicht denkt.”
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100