Tekst: Paulien Spieker Beeld: De Beeldredaktie/Nick Francken
Uitgewerkt
Internist/intensivist Guus Verheul (72) werkt sinds zijn pensionering als freelance repatriëringsarts voor onder meer de ANWB en Eurocross België.
Waarom bent u in België gaan werken? Ik ben destijds vanuit Leiden naar de Gelderse Vallei gegaan omdat daar een nieuw ziekenhuis zou komen, maar die plan- nen werden afgeblazen. Een van de hartchirurgen uit Leiden werkte in Aalst en die vroeg mij op zijn afdeling te komen.
Was er sprake van een cultuurshock? Je moet je niet als een ‘Ollander’ gedragen, dus niet assertief zijn en geen grote mond hebben. Ik heb geleerd om niet op zere tenen te trappen. Het heeft bijvoorbeeld lang geduurd voor ik daar les mocht geven. Ook is de maatschappij heel anders georganiseerd dan in Nederland en waren er taal- problemen. We zijn er blijven wonen omdat we Nederland een beetje ontwend waren en omdat de prijzen van de huizen in België indertijd lager lagen. Bovendien bouw je in België een zorgverzekering op, dus het was fi nancieel niet aantrekkelijk terug te keren.
Waarom repatriëringsarts? Ik ging met tegenzin met pensioen, voelde me nog jong en fi t. Mijn opvolger in Aalst was daarvoor parttime repatriërings- arts. Ik nam het van hem over, ging op 1 januari met pensioen en was op 5 januari al op weg naar Mexico.
Hoe gaat dat repatriëren? Dat is afhankelijk van de toestand van de patiënt en de af- stand. Je kunt repatriëren per ambulance en soms moet er op de ambulance een arts bij zijn. Daarnaast is er repatriëring per lijnvliegtuig. Meestal is de patiënt dan al gestabiliseerd. Soms wil de verzekering dat er een arts bij is. Voor ernstige gevallen zijn er ambulancevliegtuigen. Dat vervoer is erg duur. En er is één maatschappij, Lufthansa, die een speciale IC-eenheid in drie kwartier in een vliegtuig kan inbouwen. Daar zit alles in, maar dat is erg kostbaar, tot wel 100.000 euro per vlucht.
Is het hectisch? Voor een ervaren arts in de acute zorg is het routinewerk, want de patiënt is meestal gestabiliseerd. Soms moet je ook de niet al te gezonde partners van de patiënt begeleiden, je voelt je dan meer een soort reisleider. Je moet veel regelen, zelfs functioneel boos worden. Een enkele keer heb je proble- men vanwege de spullen in je tas. Zoals in Jeruzalem, waar ik me van de security zelfs moest uitkleden.
Guus Verheul (1939) groeit op in Velp. In 1957 gaat hij genees- kunde studeren in Utrecht. Hij stopt enkele jaren, pakt zijn studie weer op en studeert in 1970 af. In 1977 gaat hij als internist/ intensivist Algemene Heelkunde IC werken in Academisch Ziekenhuis Leiden, waar hij later hoofd Thorax IC wordt. Na een tussenstop in de Gelderse Vallei gaat hij in 1991 aan de slag in Aalst, België. In 2005 gaat hij met pensioen.
‘Je voelt je soms meer een soort reisleider’
ArtsenAuto juni 2012 041
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100