Tekst: Daan Marselis
E
xtreme sporten zitten in de lift; spor- ten zoals golfsurfen, mountainbiken, klimmen, raften, wildwaterkanoën, duiken en off-piste skiën. Soms gaat
het mis en valt er bijvoorbeeld een bergbeklim- mer naar beneden. De sporters zelf, maar ook (para)medici weten dan vaak onvoldoende wat ze moeten doen. Nederlandse cijfers over (de kosten van) calami-
teiten blijken moeilijk te achterhalen. Zorgverze- keraars kennen de oorzaak van het letsel niet. De stichting Consument & Veiligheid inventariseert alleen verwondingen en blessures waarmee sporters zich op een Nederlandse SEH melden, de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Ver- eniging (NKBV) is afhankelijk van meldingen van leden, en voor de alarmcentrale van de ANWB vormen verwondingen door extreme sporten een te kleine groep om apart te registreren. Daphne de Wit, woordvoerder van alarmcen-
trale Eurocross die buitenlandse ziekenhuiszorg en repatriëring van Achmeaverzekerden afhan- delt, houdt het vanuit ‘persoonlijke interesse’ wel bij. Ze mailt gegevens over de periode van 2009 tot 2012; het is nadrukkelijk een ‘schatting’. In die periode handelde Eurocross per jaar vijf tot tien meldingen over bergbeklimmen af. Het letsel na een klimongeval is vrijwel altijd ernstig als de klimmer al niet overlijdt aan zijn verwon- dingen. Ter vergelijking: het aantal meldingen over verwondingen na bergwandelingen is met 25 tot 35 dossiers per jaar hoger, maar het letsel is minder ernstig. Van de hoogte naar de diepte: jaarlijks krijgt
Eurocross ook ongeveer vijftien tot twintig mel- dingen van duikers die in een decompressietank moeten verblijven. De Wit: “Duiken wordt overal ter wereld aangeboden, maar mensen zijn zich niet altijd bewust van de gevaren.” Dat geldt ook
voor quadrijden, dat in de ongevalsstatistieken van Eurocross duidelijk aan een opmars bezig is. Jaarlijks krijgt de organisatie tien tot dertig meldingen over deze sport binnen. Een quad wordt volgens De Wit als veilig gezien, maar de alarmcentrale beschikt over een aantal dos- siers van jonge mensen die zijn overleden na een quadongeval in Egypte. De meeste meldingen die bij Eurocross bin-
nenkomen, betreffen fi etsongevallen (mountain- biken en toerfi etsen). Zo’n vijftig tot zeventig mel- dingen per jaar. Het is een sport die men overal ter wereld beoefent, vaak zonder begeleiding. In veel gevallen lopen fi etsers ernstig letsel op.
Enthousiastelingen “Het klopt dat beoefenaars van extreme spor- ten vaak slecht zijn voorbereid op medische calamiteiten”, zegt Joost ten Brinke. Hij is een van de initiatiefnemers van de stichting Dutch Expedition & Wilderness Medical Society ofwel Outdoor Medicine. De organisatie is opgericht door zes enthousiastelingen, jonge dokters met een passie voor de buitensport. “Ze kwamen elkaar toevallig tegen in het buitenland, bij cur- sussen op het gebied van expedition medicine”, zegt Ten Brinke. “Samen met een collega werd ik gevraagd om
een vrijwilligersproject in Nicaragua te begelei- den”, vertelt hij, “maar bij de voorbereiding bleek al snel dat er in Nederland weinig informatie was over wilderness medicine. De informatie die er is, beperkt zich tot het vaccinatiebeleid, maar wij wilden ook weten wat je moet doen als iemand ziek wordt of een been breekt.” Outdoor Medicine haalde daarom de cursus
Advanced Wilderness Life Support (AWLS) naar Nederland. Die systematiek is in 1997 ontwikkeld door Richard Ingebretsen, een arts
Gezondheidsrisico’s
In 2000 publiceerde de Journal of the Royal Society of Medicine een artikel over de risico’s van deelname aan een expeditie naar afgelegen gebieden. Volgens auteur Sarah R. Anderson werd haar enquête door 246 expeditie- leiders ingevuld. In totaal meldden zij 835 incidenten. Het blijkt dat een
derde van de medische problemen gastro-intestinaal van aard is (275 incidenten). Vaak gaat het om diarree en overgeven als gevolg van een bacteriële besmetting of voedselvergiftiging. In de meeste gevallen hielpen simpele EHBO- maatregelen, maar gedurende de looptijd van het onderzoek werd het
gebruik van antibiotica populairder. Na de gastro-intestinale problemen volgde trauma (104 gevallen) door bijvoorbeeld valpartijen, maar ook brandwonden. Hoogteziekte werd relatief vaak gemeld, met 58 geval- len. Elf personen moesten vanwege ernstig hersenoedeem worden geëvacueerd.
ArtsenAuto juni 2012
017
<
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100