Het dilemma
Een ziekenhuisapotheker merkt verschil- lende keren dat een collega onzorgvuldig is geweest. Ook het gedrag van deze collega lijkt de laatste tijd veranderd. De collega ontkent dat er iets aan de hand is.
Lieke van der Scheer is filosoof/ethicus. Zij schrijft deze beschou- wing afwisselend met filosoof/ethicus Arko Oderwald.
Twee ziekenhuisapothekers (A en B) werken al meer dan tien jaar in dezelfde apotheek. Ze zijn er min of meer tege- lijkertijd gekomen en de samenwerking is ronduit goed te noemen. Ze kunnen blindelings op elkaar vertrouwen en maken vaak dezelfde keuzes. Bij gelegenheid vertellen ze elkaar wetenswaardigheden over hun privéleven. Heel af en toe komen ze bij elkaar over de vloer. Maar dan – ongeveer een half jaar geleden – verandert
de situatie langzamerhand. Er doen zich verschillende incidenten voor waarbij apotheker A interacties over het hoofd ziet. Eén daarvan heeft ernstige gevolgen. Apotheker A ontkent haar aandeel en legt de schuld neer bij de assis- tenten. Eenmaal geeft ze het computersysteem de schuld. Buiten deze incidenten met medicatie bemerkt apothe-
ker B ook dat zijn collega er met haar hoofd niet meer bij is. Zo is ze een paar keer overduidelijk onvriendelijk tegen patiënten. Via via hoort hij dat zijn collega twee keer verzuimde om medisch specialisten te adviseren over een nieuw middel waarover zij vragen hadden gesteld. Apotheker B informeert op enig moment bij zijn collega
of er wat aan de hand is. Ze ontkent met klem dat er iets is en lijkt niet bereid tot een gesprek. Apotheker B probeert door te vragen. Tevergeefs. Hij laat het er voor nu bij, maar heeft nog steeds geen goed gevoel bij haar doen en laten. Zeker niet als apotheker A ook nog vaak laat op het werk verschijnt en tussendoor geregeld even weg is. Apotheker B maakt zich ernstige zorgen. Zijn er privéproblemen waar- door ze steken laat vallen? Zou ze verslaafd kunnen zijn? Hij besluit met een andere collega over zijn zorgen te
praten. Deze had ook al gemerkt dat er iets met de betref- fende collega aan de hand lijkt te zijn, maar is niet bereid een gesprek met haar aan te gaan. Wat moet apotheker B nu doen? Wachten op het volgen-
de incident? Wederom informeren of er iets aan de hand is? Of zijn twijfels bij de ziekenhuisleiding neerleggen?
Fouten kunnen ernstige conse- quenties hebben. Als apotheker B opmerkt dat zijn collega A haar hoofd niet bij haar werk heeft, on- vriendelijk is tegen patiënten en steken laat vallen, is het logisch dat hij zich afvraagt wat hij met deze indrukken moet doen. Apotheker A heeft interac-
ties over het hoofd gezien, met ernstige gevolgen. Maar ze wil hier geen verantwoordelijkheid voor nemen, ze wil er zelfs niet over praten. Dat maakt het nog verontrustender. We kunnen rustig zeggen dat hier – in termen van het Model Reglement Mo- gelijk Disfunctionerend Medisch Specialist (Orde van Medisch Specialisten, 2009) – sprake is van een disfunctionerende zie- kenhuisapotheker. Collega’s zijn vaak de eersten
die merken dat iemand niet goed functioneert. Zij kunnen actie ondernemen om te voorkomen dat patiënten gevaar lopen. Dat dit lang niet altijd gebeurt, is wat zorgen baart in casussen als deze. Soms loopt het werkelijk uit de hand en worden we opge- schrikt door horrorscenario’s zo- als van de Twentse neuroloog die jarenlang mensen ten onrechte met Alzheimer diagnosticeerde. Altijd blijkt in dergelijke geval-
len dat collega’s allang op de hoogte waren. Waarom grijpen zij niet – eerder – in? Zij hebben toch ook het beste voor met patiënten? Maar er is ook nog zoiets
Wilt u een dilemma aan dit panel voorleggen? Stuur dan een mail naar:
redactie@artsenauto.nl o.v.v. dilemma. Wij nemen contact met u op.
020 juni 2012 ArtsenAuto
als collegialiteit. Heeft A wel- licht privéproblemen, waardoor
Professional Casus
Ethicus Lieke van der Scheer
Page 1 |
Page 2 |
Page 3 |
Page 4 |
Page 5 |
Page 6 |
Page 7 |
Page 8 |
Page 9 |
Page 10 |
Page 11 |
Page 12 |
Page 13 |
Page 14 |
Page 15 |
Page 16 |
Page 17 |
Page 18 |
Page 19 |
Page 20 |
Page 21 |
Page 22 |
Page 23 |
Page 24 |
Page 25 |
Page 26 |
Page 27 |
Page 28 |
Page 29 |
Page 30 |
Page 31 |
Page 32 |
Page 33 |
Page 34 |
Page 35 |
Page 36 |
Page 37 |
Page 38 |
Page 39 |
Page 40 |
Page 41 |
Page 42 |
Page 43 |
Page 44 |
Page 45 |
Page 46 |
Page 47 |
Page 48 |
Page 49 |
Page 50 |
Page 51 |
Page 52 |
Page 53 |
Page 54 |
Page 55 |
Page 56 |
Page 57 |
Page 58 |
Page 59 |
Page 60 |
Page 61 |
Page 62 |
Page 63 |
Page 64 |
Page 65 |
Page 66 |
Page 67 |
Page 68 |
Page 69 |
Page 70 |
Page 71 |
Page 72 |
Page 73 |
Page 74 |
Page 75 |
Page 76 |
Page 77 |
Page 78 |
Page 79 |
Page 80 |
Page 81 |
Page 82 |
Page 83 |
Page 84 |
Page 85 |
Page 86 |
Page 87 |
Page 88 |
Page 89 |
Page 90 |
Page 91 |
Page 92 |
Page 93 |
Page 94 |
Page 95 |
Page 96 |
Page 97 |
Page 98 |
Page 99 |
Page 100