search.noResults

search.searching

dataCollection.invalidEmail
note.createNoteMessage

search.noResults

search.searching

orderForm.title

orderForm.productCode
orderForm.description
orderForm.quantity
orderForm.itemPrice
orderForm.price
orderForm.totalPrice
orderForm.deliveryDetails.billingAddress
orderForm.deliveryDetails.deliveryAddress
orderForm.noItems
Toepassingen Het gaat hard met de ontwikkeling van drones, kleine en onbemande luchtvaar- tuigen die kunnen worden uitgerust met apparatuur om te meten, tellen, fi lmen en 3D-beelden te maken. Dankzij snel- le technologische ontwikkelingen ne- men de toepassingsmogelijkheden in rap tempo toe.


De mogelijkheden zijn legio: van het in- specteren van bruggen, tunnels, dijken en windmolens tot verkeerstellingen, in- cidentmanagement, het opsporen van muskusratten en toezicht en handha- ving. Bedrijven zijn inmiddels bezig met plannen om pakketten en pizza’s door de lucht te bezorgen en zelfs worden er vliegende auto’s zoals de Nederlandse PAL-V ontwikkeld.


Maar veel van die toepassingen die af- komstig lijken uit jongensboeken, zijn nog niet toegestaan. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bevordert weliswaar de beroepsmatige toepas- sing van drones, maar waakt tegelijker- tijd over de veiligheid. Dat gebeurt nu nog op basis van nationale wet- en re- gelgeving die door de sector vaak als beperkend wordt ervaren.


“WE HEBBEN AL INGENIEURSBUREAUS GEKOPPELD AAN DRONEBEDRIJVEN.”


Huidige regelgeving Vliegen met een drone is in principe al- leen toegestaan als dat gebeurt over- dag, binnen het gezichtsveld van een piloot (500 meter) en op 25 meter af- stand van andere gebouwen. Hierdoor zijn korte dronevluchten mogelijk, maar er zijn ook beperkingen. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) kan wel ontheffi ngen verlenen voor proeven en experimenten als de operator kan aan- tonen dat hij de eventuele risico’s tot een acceptabel niveau heeft geredu- ceerd.


“We zijn heel blij met Rijkswaterstaat als launching customer, die al aller- lei tests doet en de resultaten zoveel mogelijk deelt”, zegt Ties van Zanten, hoofd luchtvaartveiligheid bij de direc- tie Luchtvaart van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. “Bij spe- cifieke operaties moet een risico-as- sessment worden overlegd aan ILT, die dan een ontheffi ng kan verlenen. Maar ILT kan ook nee zeggen, want veilig- heid gaat boven alles. Daarom zijn er ei- sen aan drones, bestuurders, het stukje luchtruim dat mag worden gebruikt en is er een goede vergunningverlening en handhaving.”


Nieuwe Europese wetgeving In de loop van dit jaar moet nieuwe Eu- ropese wet- en regelgeving gaan gelden met meer mogelijkheden. Voor bepaal- de gecertificeerde bedrijven moet het dan onder strikte voorwaarden ook mo- gelijk worden om onder meer boven be- bouwing, ’s nachts, over lange afstan- den en geheel automatisch te vliegen. Die verruiming van de mogelijkheden zal de inzet van drones naar verwachting aantrekkelijker en goedkoper maken. Drone-experts hebben voor een aantal activiteiten al risico-analyses en stan- daardscenario’s opgesteld om het risi- co laag genoeg te houden. Drone-ope- rators kunnen daar naar verwijzen bij de vergunningaanvraag. Na een toetsing hiervan zal ILT beslissen over een ver- gunning.


Inspecties


Het ministerie voorziet de inzet van dro- nes in vier veelbelovende domeinen: in- spectie en infrastructuur, agro en natuur, safety/security en smart logistics. Mi- nister Van Nieuwenhuizen schreef vorig jaar in een brief aan de Tweede Kamer dat de inzet van drones om inspecties van kunstwerken veiliger, goedkoper en effectiever te maken potentie biedt. Ook noemt ze de inzet van drones ter onder- steuning van weg- en waterinspecteurs. De ervaringen met verkeerstellingen, tunnelinspectie, de inspectie van de Maeslandtkering en de balgstuw bij Kampen noemt ze “waardevol om te le- ren wat kan en mag, en welke regelge- ving ondersteunend of onnodig belem- merend werkt voor dit type innovatie.” In contracten wordt de mogelijkheid om drones als instrument in te zetten ook mogelijk gemaakt, aldus Van Nieuwen- huizen.


Pilots “Al in 2006 deed Rijkswaterstaat een eerste proef met een drone”, zegt Aad van den Burg, senior adviseur netwerk- ontwikkeling Rijkswaterstaat WVL. “Het ging om een helikopterdrone met brand- stofmotor, die gevoelig was voor wind. Het was een eerste stap.”


Sinds 2014 zijn onder de regie van Rijkswaterstaat een hele reeks pilots ge- daan. Het gaat om demonstratieprojec- ten om ervaring op te doen, waaronder verkeerstellingen vanuit de lucht met een kabeldrone, de inspectie van diver- se bruggen en de opblaasbare balgstuw bij Kampen. Maar ook voor het monito- ren van zwerfvuil, of voor het meten van de uitstoot van schepen.


Van den Burg: “Samen met marktpartij- en en kennisinstellingen ontwikkelen we drones en zorgen we dat die nog beter worden. We hebben mooie stappen ge- maakt. Zo is er een experimentele dro- ne ontwikkeld door studenten van de TU Delft, die zelfstandig boven parkeer- plaatsen van vrachtwagens kan vliegen


Nr.2 - 2019 OTAR O Nr.2 - 2019TAR 27


Page 1  |  Page 2  |  Page 3  |  Page 4  |  Page 5  |  Page 6  |  Page 7  |  Page 8  |  Page 9  |  Page 10  |  Page 11  |  Page 12  |  Page 13  |  Page 14  |  Page 15  |  Page 16  |  Page 17  |  Page 18  |  Page 19  |  Page 20  |  Page 21  |  Page 22  |  Page 23  |  Page 24  |  Page 25  |  Page 26  |  Page 27  |  Page 28  |  Page 29  |  Page 30  |  Page 31  |  Page 32  |  Page 33  |  Page 34  |  Page 35  |  Page 36  |  Page 37  |  Page 38  |  Page 39  |  Page 40  |  Page 41  |  Page 42  |  Page 43  |  Page 44  |  Page 45  |  Page 46  |  Page 47  |  Page 48